Sense of Place
Speech bij sneakpreview
Toen ik begin februari in Zutphen was voor een verhaal over de verbotoxing van de binennsteden, kwam ik in de Beukerstraat terecht. Ook hier dezelfde stadsvloer als op de Demer, alleen nieuwer en gladder. Mijn oog viel op een glimmend lege, fris verbouwde winkel een bord staan: ‘Over twee weken het 94-ste filiaal van Ici Paris XL hier zijn deuren.’
Juist op dat moment kwam een peleton agenten op city bikes voorbij fietsen. En ik wist onmiddellijk wat ze daar deden: trainen. Want dat waren we in Eindhoven tijdens het filmen ook tegengekomen.
Dit is control space in één beeld, dacht ik: die inwisselbare rode klinkers, die inwisselbare filialen van Ici Paris, die inwisselbare agenten op inwisselbare city bikes.
Toch heb ik het de volgende dag niet tegen Gerard van der Wardt durven zeggen, de man met wie ik deze film gemaakt heb. Gerard had het in die maanden namelijk niet zo op Control Space. Hij vond het maar een containerbegrip, een vergaarbak waar je alles in kunt gooien. En ik voelde aan dat mijn Zutphense ervaring hem niet zou overtuigen.
Als u de kaartjes van Baptiste even voor de geest haalt, dan herinnert u zich misschien nog dat de Demer eindigt met de Bijenkorf en winkelcentrum, de Piazza. De Piazza speelt ook een belangrijke rol in de film, daar zie je de toekomst van de straat.
Over dat winkelcentrum wil ik u een berichtje voorlezen uit het Eindhovens Dagblad van twee weken geleden
Een 26-jarige Eindhovenaar heeft zich zaterdagmiddag in een drukbezocht winkelcentrum Piazza in Eindhoven van het leven beroofd. De man klom tegen tien voor half twee op de tweede etage over de reling en sprong naar beneden. Hoeveel winkelende bezoekers hiervan getuige waren is onduidelijk. Volgens een politiewoordvoerder zijn twee getuigen opgevangen door slachtofferhulp. Modezaak Esprit en lunchcafé Jean hebben enige tijd hun deuren gesloten gehouden. De zaken zijn even later weer open gegaan.
Verslaggeefster Maartje Smeets, die me dit bericht stuurde, schreef er een kort briefje bij:
‘Zelf was ik nogal gechoqueerd over dit bericht omdat blijkbaar zelfs een zelfdoding op klaarlichte dag niet in de weg mag staan van het heilige consumeren.’
Twee dagen later berichtte diezelfde krant:
‘Volgens een politiewoordvoerder bleven zaterdag veel passanten lang kijken. We hebben uit piëteit het gebied waar het gebeurd was, afgeschermd. Getuigen is slachtofferhulp aangeboden.” Gisteren hebben zich volgens coördinator H. Slegers van Slachtofferhulp nog twee mensen gemeld voor die hulp.
En in datzelfde bericht:
‘Eigenaar Rodamco overweegt een net te plaatsen boven de kelder van het Eindhovense winkelcentrum Piazza. Volgens een woordvoerster voldoet het winkelcentrum aan alle veiligheidseisen maar bekijkt Rodamco of er aanvullende maatregelen mogelijk zijn.’
Ik denk dat dit bericht in notedop iets zegt over de tegengestelde krachten waar winkeliers mee om moeten gaan.
Enerzijds is er de ongegeneerde sensatiezucht van het publiek, een publiek dat bovendien geen strobreed in de weggelegd wil zien om te kunnen winkelen.
Anderzijds is er de roep om piëteit, om emotionele zuiverheid, zo niet om een stille tocht dan toch om stilte.
Ook in de verantwoordelijkheid voor de veiligheid zie je deze dubbelheid terug. Formeel gesproken is de Piazza een particulier winkelcentrum en zijn de open roltrappen en bordessen dus geen openbaar terrein.
We ervaren het, mede door de architectonische vormgeving, echter wel als openbare ruimte en zo wordt hij ook gebruikt en geclaimd. In de eerste plaats door de zelfmoordenaar, maar ook door het publiek dat veiligheid en bescherming verlangt.
Eigenaar Rodamco is dus gedwongen om te bekijken of ze, boven op de reeds strenge eisen uit het bouwbesluit, nog aanvullende maatregelen moet nemen.
Want in moderne winkelstraten wordt niets aan het toeval overgelaten. The Harvard Design School Guide to Shopping van Rem Koolhaas noemt dit ‘Control space’, dat is ruimte waar alles in dienst staat van de consumptie.
Het is verleidelijk om hierin een kapitalistisch complot te zien: gewetenloze winkelketens die de arme consument verleiden en manipuleren.
Van dit idee zijn Gerard van der Wardt en ik tijdens het maken van deze film genezen: een groot plan van de winkeliers ontbreekt: zij zoeken wanhopig en tamelijk lukraak naar manieren om de veeleisende, wispelturige consument te paaien.
De consument als actor, dat is ook wat de Franse socioloog/filosoof Gilles Lipovetsky benadrukt. Base Heijne interviewde hem voor het laatste nummer van M, het maandblad van de NRC en daarin beschrijft Lipovetsky het hyperconsumentisme als de derde golf van het consumentisme.
Het verschil met de tweede golf, doe zich nar de Tweede Wereldoorlog aandiende, is dat mensen niet meer alleen dingen willen kopen maar ook emoties. En die moderne consument is geen willoos schepsel dat zich voor de etage staat te vergapen, maar hij is een reflexief wezen. Lipovetsky zegt:
Iedereen consument, maar heeft er tegelijk ook kritiek op. Ik heb daar wel een verklaring voor. De consumptiecultuur verschaft een mens een eigen domein, waarin hij zich heer een meester kan voelen.
Welkom in Control Space