De moderne mens staat in de rij: of het nu op de snelweg is, het bedrijventerrein, de huishoudbeurs of de Wallen.
Individualisme is het sleutelwoord van deze tijd: je bent uniek, creatief, eigenwijs, jezelf. De werkelijkheid is anders: de economie draait op massaproductie, of het nu gaat om vakanties, hypotheken, auto’s of mobiele telefoons. Want al die dienstverlening-op-maat is slechts een dunne laag make-up over de uniformiteit.
Diep in ons hart weten we heel goed dat onze individualiteit een farce is, maar daarvoor sluiten we meestal onze ogen. Het is nu eenmaal een onaangenaam idee dat we als mieren door een onzichtbare hand worden geleid. Onderweg in een mensenstroom kunnen we de paradox echter niet langer ontkennen. Dan botst onze individualiteit op de massaliteit. ‘Amerikaanse toestanden’ noemen we moderne ontwikkelingen die ons angst aanjagen, maar bij massale mensenstromen past eerder het beeld van China of Japan. Aziatische toestanden worden ook in Nederland steeds gewoner.
Soms geeft de massa ons een geruststellend gevoel: het warme bad van gelijkgestemden die naar een houseparty, voetbalinterland of politieke demonstratie gaan. Maar dat gevoel is zeldzaam, het werkt eigenlijk alleen als één doel ons tijdelijk verenigt. Meestal zijn we onderweg met onze eigen verlangens, onze eigen particuliere dromen en dan vervult de aanblik van zoveel andere individuen ons met weerzin en sluiten we ons op in onze eigen wereld. Met zombie-blik, discman of gsm.
De attractie
Hoerenlopers beoefenen hun hobby meestal zwijgend. In stilte schuifelen ze langs de ramen, glurend, hunkerend, vergelijkend. Maar de Amsterdamse Wallen trekken niet alleen mannen die zich willen ontladen: het is een toeristische attractie van de eerste orde geworden, waar families, reisgezelschappen en supportersverenigingen een rondgang maken. ‘Moet je die zien’, kun je hier horen in alle talen van de wereld.
Op deze zwoele dinsdagnacht tegen half twee is het druk in de Stoofsteeg, tussen de Voorburgwal en Achterburgwal. In dichte drommen slentert het publiek langs de ramen, in hetzelfde lome tempo als overdag in de Kalverstraat. Hoerenlopen is de voortzetting van funshoppen met andere middelen. Maar er is een verschil met de koopwaar die in de Kalverstraat ligt opgetast: hier hebben de uitgestalde waren ogen en oren. Portiers proberen klanten naar binnen te lokken – ‘real fuckie, fuckie; richtig bumsen’ de dames taxeren de massa die in een eeuwige rondgang van verlangen voorbijstroomt. Kijken en bekeken worden luidt voor beide partijen het parool, zowel de prostituée als de klant ontleent daaraan zijn individualiteit. Toch is onmiskenbaar wie van beiden hier het kuddedier is.
De snelweg
‘File / ik sta weer in de file / wel honderdduizend wielen / staan hier in een rij’, zong André van Duin in de jaren zeventig. De persiflage op het nummer Feelings werd een hit, en toch moest de sterke groei van het autoverkeer toen nog komen.
Honderdduizend wielen, dat zijn 25 duizend personenauto’s die per stuk minimaal tien meter innemen, dus dan kom je bij twee rijstroken op een file van 125 kilometer. In die tijd was zo’n lengte nog onvoorstelbaar, maar tegenwoordig draaien we daar onze hand niet meer voor om. Deze auto’s staan aan het begin van de middag vast op de A4 ter hoogte van de kruising met de A9, maar het zou overal in Nederland kunen zijn, op elk moment van de dag.
Files hebben een nieuwe bedrijfstak gecreëerd met een eigen taal: spitsstroken, tolpoorten, doseerlichten, dynamische route informatiepanelen (drip’s), kijkfiles, opzwaaiagenten. De volgende stap zijn de zelfsturende auto’s. Niet langer hoef je zelf op te letten en de andere auto’s in de gaten te houden. Je kunt rustig de gordijntjes naar beneden doen en je terugtrekken in je eigen wereld. De auto als huiskamer waar je alleen kunt zijn te midden van de massa. De file van de toekomst is een bewegend flatgebouw.
Het kantorenpark
Station Hoofddorp kan zo figureren als het middelpunt van SimCity, het computersimulatiespel waarmee je een eigen stad kunt bouwen. Halverwegede jaren negentig was dit niet meer dan een wachthokje met een klok, nu ligt er een hagelwit station waar klerken ’s morgens in drommen uitstappen. Waar vroeger lege velden lagen, blinken nu kantoorgebouwen op strakgeschoren grasvlaktes. Alsof ze met een muisklik uit de grond zijn gestampt. Hier moeten de redacteuren van Nieuwe Revu, Playboy en Viva de vinger aan de pols van de samenleving zien te houden.
En nog steeds graven de draglines en zwaaien de kranen hun lasten heen en weer. Het kantooroppervlak van 374.000 vierkante meter moet in 2010 ruim verdrievoudigd zijn. Oost, Zuid en Noord zijn bijna klaar, de bouw van Beukenhorst–Zuid is vorig jaar gestart. De volgende stap is Beukenhorst-Oost-Oost.
De massa’s forenzen komen uit alle windrichtingen: de ‘netwerkstad’ leeft bij de gratie van ‘kriskrasverbindingen’. En dus groeit het openbaar vervoer mee. Eind van dit jaar moet de Zuidtangent klaar zijn, een busbaan op poten die Hoofddorp in het westen gaat verbinden met Haarlem en in het oosten met Amsterdam-Zuidoost. Zodat er nog meer mannetjes en vrouwtjes naar SimCity kunnen glijden.
De beurs
Elk jaar stromen vrouwen uit het hele land naar de Huishoudbeurs. Op de achterkanten van de toeringcarbussen staan plaatsnamen als Sint Willebrord, Exloo, Tubbergen, Lage Mierde, Klazienaveen, Horst. Een knappe dame die deze plaatsen op een blinde landkaart kan aanwijzen. Met ruim 283.000 bezoekers en 585 standhouders is de Huishoudbeurs de tweede trekpleister van de Rai, net na de Autorai, maar nog voor de Hiswa.
Geroutineerd slingeren standwerkers hun verkooppraatjes de hal in, slechts een enkeling werkt nog zonder koptelefoon met handsfree microfoon. Vlugge meisjeshanden pakken voorbeeldflacons, monsters en voordeelverpakkingen in plastic tasjes: drie-halen éénbetalen, gezien op tv, speciaal voor u een geweldige korting, wees er snel bij want we hebben veel meegebracht, maar u ziet, het gaat hard, dus grijp uw kans. Aan het einde van de dag liggen de vloeren bezaaid met folders, flyers, kaartjes.
Massa blijkt massa aan te trekken. De stand van Droste heeft letterlijk twee gezichten: aan de ene zijde staren twee verkoopsters werkeloos naar de bezoeksters die met een boog om hen heenlopen alsof ze op besmet gebied staan. Aan de andere zijde, met precies dezelfde aanbiedingen, stroomt het publiek toe en komt het personeel handen tekort.