Ook al asfalteren we heel Europa, de snelweg blijft een Amerikaans fenomeen. Noem Route 66 en in het collectieve westerse geheugen verschijnt een serie beelden: stoffige vlaktes, rokende cowboys, neonverlichte motels, eindeloze vergezichten, vrijheid. Noem een Enummer en de meeste mensen halen hun schouders op.
Ondanks alle integratie ontbeert Europa een eigen snelwegsymbool. Na de oorlog ondernamen Europa-promotoren een poging, de weg van Finland naar Portugal ging E3 heten. De weg raasde dicht langs mijn ouderlijk huis; we zwommen aan het E3-strand, de zandafgraving die overbleef nadat eind jaren zestig het stuk snelweg tussen Eindhoven en Antwerpen was aangelegd.
De E3 had een optimistische klank: vrijheid, voorspoed, eenheid. Als je de ene kant opreed zou je helemaal in Finland terechtkomen, de andere kant bracht je naar Portugal als je maar lang genoeg rechtdoor reed. Een verbinding tussen Rusland en de Atlantische Oceaan, wat een belofte. Op moderne kaarten ontbreekt de weg echter. Voor de route Helsinki-Lissabon heb je nu tien wegnummers nodig, oplopend van E5 tot E80. Wanneer is dit Europese symbool verkwanseld, en door wie?
De geschiedenis van de Europese wegnummering blijkt in nevelen gehuld; wegenbouwers boekstaven liever de toekomst. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verwijst in eerste instantie door naar Brussel, maar de Europese Unie noch haar voorlopers hebben enige bemoeienis met de weg gehad. Het blijken de Verenigde Naties te zijn geweest, de Economic Commission for Europe om precies te zijn. Alleen de UN ECE was in staat om de politieke gevoeligheden tussen West- en Oost-Europa te overbruggen.
Maar ook op het Geneefse hoofdkwartier ontbreekt parate kennis over de totstandkoming van de E3. Secretaris Christopher Smith van de Transport Division is wel bereikt om af te dalen ‘in de stoffige kelders’. Twee weken later ploft een envelop in de bus, gemaakt van bruin pakpapier dat uit Kafka’s tijd lijkt te dateren. Er zitten doorslagen van getypte vellen in, vol declaraties en annexen. Alles keurig opgesteld in het Frans en Engels. De titel E3 blijkt bij decreet vastgesteld op 16 september 1950. Asfalt kwam daar niet aan te pas, bestaande wegen werden eenvoudig gepromoveerd tot Europese route. De E3 liep toen nog van Lissabon naar Stockholm, het Finse deel was nog niet opgenomen. Dat kon zich pas op 14 januari 1971 tooien met de groene bordjes. De uitbreiding van de E-nummering vergde jaren en jaren van moeizame onderhandelingen. Zo hamerden de oostbloklanden op toelating van de Duitse Democratische Republiek in de verantwoordelijke werkgroep. Maar het westelijk blok weigerde resoluut, omdat de Bondsrepubliek Duitsland dat opvatte als een de facto erkenning van de Duitse deling. Bij wijze van compromis werden uiteindelijk Oost-Duitse deskundigen toegelaten. Nog steeds gaan officiële kaarten van de E-wegen vergezeld van de waarschuwing dat de kaart ‘geen enkele uiting of opinie impliceert over de wettelijke status van welk land, gebied, stad of terrein dan ook.’
Pas in 1975 kwam het tot een ingrijpende wijziging van de nummering. Naar Amerikaans voorbeeld werd een rooster over Europa gelegd: de noord-zuidverbindingen kregen oneven nummers, te beginnen met de E1 langs de Atlantische kust van La Coruna naar Sevilla en eindigend bij de E115 van Moskou naar de Kaspische Zee. De even nummers werden bestemd voor de oost-westverbindingen, van de E10 in de kop van Noorwegen tot de E90 die begint in Lissabon en via de onderkant van de laars van Italië en Griekenland doorloopt naar Ankara en eindigt bij de Turks-Iraakse grens. De oude E3 paste niet in dit systeem en het nummer viel toe aan een Frans weggetje van Cherbourg naar La Rochelle. Nog geen vijfhonderd kilometer, het grootste deel niet eens snelweg, maar Route Nationale. Een roemloos einde voor de Europese slagader.
Het nieuwe systeem was makkelijk bedacht achter een bureau, maar geografische obstakels verstoorden de logica. Sommige oost-west verbindingen buigen ineens af naar het noorden, diagonale verbindingen weigeren consequent om een van beide windrichtingen te kiezen, evenwijdige routes kruisen elkaar plotseling. Het resultaat ziet eruit als een legpuzzel die in het donker in elkaar is gezet. Nog beroerder pakte de hernummering uit voor de praktische bruikbaarheid: de relatie met de fysieke reis is verdwenen. De genoemde E90 heeft geen enkele praktische betekenis voor mensen die van Lissabon naar Ankara willen, er vaart niet eens een boot van Barcelona naar Sicilië.
Door de groei van het aantal snelwegen neemt het belang van de Europese rugnummers toch al af. Werkten transportbedrijven vroeger met de E-nummers om hun chauffeurs op pad te sturen, tegenwoordig zijn die te grof en geven ze de voorkeur aan de nationale nummers: A- en N-nummers in bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en Spanje, IP-nummers in Portugal, M-nummers in Rusland en Engeland en losse nummers in Duitsland.
Ondertussen schrijdt de Europese nummering in Oost-Europa nog steeds voort, op 31 augustus moet de UN ECE een beslissing nemen om het netwerk door te trekken tot voorbij de Oeral. Steden ontlenen status aan de ligging aan een Europese snelweg, de toekenning van de Europees nummers is dus nog steeds een politiek gevoelig punt. De voorgestelde route staan nog slechts ingetekend met stippellijnen, de nummers zijn officieel nog niet bekend. Waarschijnlijk gaat de E40 eindigen aan de Afghaanse grens, en de E30 aan de grens met China. Het Verre Oosten onder handbereik.
Sommige Europese wegnummers zijn een eigen leven gaan leiden. Ondanks de hernummering van 1975 gebruiken veel mensen nog steeds de aanduiding E3, zelfs Rijkswaterstaatambtenaren vergissen zich soms nog. Bovendien is de weg nog intact, wat je van zijn oudere Amerikaanse broer niet kunt zeggen. In 1984 werd het laatste stuk van Route 66 vervangen door Interstate 40. Sindsdien is de weg niet meer dan een provinciale dame die teert op haar oude roem. Een attractie voor Duitse toeristen die georganiseerde motorsafari’s maken langs ‘the mother road, the road of flight’. Zo niet de voormalige E3: dat is nog steeds een van de transportassen van Europa. Route 66 had al vroeg een toeristische bestemming, hij eindigde in Anaheim, de eerste vestiging van Disneyland. De E3 eindigt bij de brug van de 25-ste april in Lissabon; hij omspant de moderne Europese geschiedenis van de Russische Oktoberrevolutie tot de Portugese Anjerrevolutie. En bovendien: Route 66 telt slechts 3.870 kilometer en doorkruist acht staten. De oude E3 is 660 kilometer langer en doet één land meer aan.
Dit blijven allemaal ijdele vergelijkingen zolang niemand stilstaat bij de E3. Vandaar een poging om de weg een eigen gezicht te geven, om die onbeminde strook asfalt tot leven te laten komen. Zodat ook hij misschien nog eens een echte naam krijgt (Main Street of America), onderwerp wordt van een song (Get Your Kicks on Route 66), rode draad voor een tv-serie (Route 66) of traject voor een hardloopwedstrijd (C.C. Pyle’s International TransContinental Foot Race).
Omdat iedereen er gedachteloos overheen raast, heeft de snelweg het aureool van uniformiteit en gelijkvormigheid: zwart asfalt, witte stippellijnen, viaducten, tankstations, reclameborden van McDonald’s. Overal ter wereld hetzelfde. Maar tankstations, fastfoodrestaurants en motels worden gedreven door mensen die op een steenworp afstand wonen. Zij bepalen de regels van hun regionale universum, samen met de vaste klanten uit de buurt die stoppen voor een praatje over de plaatselijke voetbalclub.
Ook landen drukken een nationaal stempel op hun stuk van de internationale snelweg: Duitsland heeft Autobahnkirchen, Frankrijk hypermoderne stationshallen die een supermarkt en VVV herbergen, Nederland carpoolpleinen. De Duitse Autobahnen worden nog steeds geassocieerd met het nazi-regime alhoewel de eerste Autobahn ruim voor Hitler werd aangelegd terwijl de Spaanse Autopistas dateren van na het Franco-regime en dus een democratisch aureool hebben.
De komende maanden verschijnt in dit katern elke week een portret van een stuk E3. Twaalf reportages, dat is Europa bereizen met een snelheid van 2,5 woord per kilometer. Of te wel 4.500 kilometer eten, slapen, recreëren, boodschappen doen, tv kijken, kranten lezen en natuurlijk autorijden in het universum van de snelweg. Een odyssee langs tankstations, routiersrestaurants, seksontmoetingsplaatsen en onbemande hotels waar een creditcard volstaat. Waarover praten handelsreizigers, vakantiegangers, vrachtwagenchauffeurs, lifters, schoonmakers, hoeren, wegwerkers en politie-agenten? Wat zijn de verschillen in alcoholverkoop, files, fastfood, hotelkamers, reclameborden en picknickplaatsen? Hoe geven de Europese landen vorm aan viaducten en hoogspanningsmasten, aan vuilnisbelten en geluidsschermen? In officiële beschrijvingen start de E3 in Lissabon en loopt hij naar Helsinki. Voor Nederlanders klopt dat gevoelsmatig niet: in een atlas wijs je de weg automatisch in omgekeerde richting aan: van noord naar zuid, van kou naar warm, van hier naar daar. Want Nederland hoort nu eenmaal bij het noorden van Europa. Zweden, Denemarken, Noorwegen en Nederland staan bekend als ‘the royal countries’, de gulle koninkrijkjes die zich als laatste houden aan de internationale belofte om niet te bezuinigen op de hulp aan armen. Tegelijk kennen we het noorden van Europa veel slechter dan het zuiden, want de vakantiekaravaan stort zich steevast langs Parijs naar het zuiden. Starten in Finland betekent dus reizen van het eigen onbekende noorden naar het vertrouwde exotische zuiden
Voor de reis plak ik een christoffel op mijn dashboard, een emaille afbeelding van Sint Christoffel, de beschermheilige van automobilisten en pelgrims, tevens patroon van Amerika. In 1969 werd hij stilletjes verwijderd uit de officiële kerkkalender, maar dat weerhoudt katholieken er niet van om een nieuwe auto te laten zegenen op 24 juli, zijn naamdag. Deze pelgrimsreis langs de afgeschafte snelweg is een goede reden om de bescherming in te roepen van deze afgeschafte heilige. Hit the road.
Klik hier voor de complete serie.