Duikers zijn in de civiele techniek ondergeschoven kindjes, ook in letterlijke zin – je ziet niets van de kokers die zorgen dat water onder de weg door kan. En dan hebben ze ook hun naam nog eens tegen: een duiker is een gluiper, iemand die je niet kunt vertrouwen. Of anders wel een onderduiker, iemand die zich moet verstoppen omdat hij gezocht wordt. Toch is de duiker het meest voorkomende Nederlandse civiele kunstwerk. Zelfs in het niet erg waterrijke Gelderland gaat het bij twee van de vijf kunstwerken om een duiker.
Van de Gelderse wegen is de N322 het dichtst bezaaid met duikers en dan vooral het gedeelte op het grondgebied van de gemeente Zaltbommel. Over een afstand van zeventien kilometer liggen daar eenentwintig duikers: elke achthonderd meter is het prijs. Dit is de ideale weg voor een speurtocht naar duikers, met onder handbereik de lijst waarop de Dienst Wegen, Verkeer en Vervoer de locaties tot op tien meter nauwkeurig heeft aangegeven.
Het begint goed. Als ik vanuit het Brabantse dorp Rijswijk de provincie Gelderland binnenrijd is het meteen raak. In de scherpe bocht bij de afslag naar slot Loevestein verraadt een spijlenrooster in de linkerberm nummer 322408, die gebouwd is in het eerste oorlogsjaar. Het zal de enige duiker blijken die zich zo makkelijk prijsgeeft.
De auto aan de kant zetten op de drukke provinciale weg is nog het minste probleem: soms ligt er een afslag vlakbij, anders is er wel een pechstrook die kan dienen als parkeerplaats. Lastiger is het ecologische beheer dat voor hoogopgeschoten bermen en slootkanten zorgt. Soms is de jungle zo moeilijk doordringbaar dat je de duiker nog niet ziet als je er bijna bovenop staat, soms verhinderen boze zwanen verder onderzoek. Eigenlijk had ik beter met lieslaarzen en een machete op pad kunnen gaan dan met een auto en een aantekenblokje.
Langzaam leren mijn ogen waar ze op moeten letten. Een dwarssloot kan een teken zijn dat er op die hoogte een duiker onder de weg ligt, vooral als er ook nog een kleine stuw in die sloot ligt. Een andere aanwijzing: hoogopschietend riet tot pal aan de weg, want de wortels van het riet volgen de loop van het water. Maar van nummer 322026, die volgens de lijst tegenover het reclamebord van De Meubelberg moet liggen, vind ik geen spoor.
De meeste duikers vind ik gelukkig wel en ze blijken over een merkwaardige schoonheid te beschikken. Meestal zijn het eenvoudige betonnen bakken, slechts een klein stukje steekt boven het wateroppervlak uit. Die rand is vaak korstig en verweerd, waardoor ze veel ouder ogen dan ze zijn. Het lijkt alsof ze er altijd hebben gelegen, als restanten van een vervlogen beschaving. Kant-en-klare onderwerpen voor landschapschilders, want deze minimale bouwwerkjes lijken met hun entourage van water, riet en weilanden buiten de tijd te liggen. Hun tijdloosheid staat in scherp contrast met de wijdere omgeving, waar kassen, bedrijfshallen, grootschalige landbouw en woonwijken oprukken.Af en toe vind ik een duiker die niet op de lijst staat. Tegenover het reclamebord van partycentrum Suylighem blijkt nummer 322037 een broertje te hebben dat de parallelweg voor zijn rekening neemt (> 322037a). Waarschijnlijk is de kleine duiker in beheer bij de boer, want het oude metselwerk is grof hersteld met beton. Een plaatje.
Nog een fraai exemplaar ligt vlak voor hectometer 27,0. Duiker 322052 beschikt over een eigen parkeerplaatsje, dat is aangelegd voor de mannen die het naastgelegen gemaal moeten onderhouden. Stap uit, loop het weiland aan je rechterhand in en bewonder een van de weinige duikers waardoor je het licht aan de andere kant van de weg kunt zien. Met een beetje goede wil kun je deze duiker de titel ‘brug’ toekennen.
Op het punt waar de provinciale weg en snelweg A2 elkaar kruisen is het landschap het afgelopen decennium vele malen op de schop gegaan voor de aanleg van bedrijventerreinen en nieuwe viaducten. Over een afstand van twee kilometer waren acht duikers nodig. En juist in deze tot op de vierkante centimeter doordachte omgeving kan ik, ondanks een paar natte schoenen, één duiker niet vinden en vind ik er twee op een andere plaats dan aangegeven: de nummers 322020 en 322019. Bij bedrijventerrein De Wildeman, dat nog volop in ontwikkeling is, tref ik in het hoge riet bij de mond van duiker 322091 wel een stalen fuik aan.
Toeval of niet, maar net als bij de westgrens van Zaltbommel, geeft ook de oostelijkste duiker op het grondgebied van de gemeente zich bloot. Links van de weg, net voorbij het bordje dat de gemeente Maasdriel aankondigt, steekt een klein ijzeren raamwerk boven de berm uit. Het blijkt de schuif te zijn om duiker 322111 af te sluiten, een hangslot zorgt dat onbevoegden dat niet kunnen doen. Het peil in de sloot aan de andere kant van de weg is wat lager, zodat een lieflijk murmelend beekje de duiker in stroomt. Wacht tot er even geen verkeer is, doe je ogen dicht en waan je in de bergen.