De gedachte aan de Mont Sint Michel dringt zich onwillekeurig op als je per pont de Maas oversteekt en aan de overzijde een uitgestrekt kloostercomplex ziet liggen. Steyl ligt dan wel niet op een hoge rots zoals zijn Franse evenknie, maar een bescheiden Maasduin verheft het kloosterdorp weldegelijk boven het omringende landschap. Dit is de bakermat van de Congregatie van het Goddelijk Woord, een kloosterorde die zich van oudsher bezighoudt met de missie. Vandaar dat Steyl ook het Missiemuseum herbergt.
Bij de entree zet een opgezette beer met een gleuf in zijn borst de toon van het museum. Zoals Holle Bolle Gijs in de Efteling reageert op een prop papier, zo begint de beer te brommen en met zijn ogen te draaien als je er een muntje in stopt voor de arme heidenkindjes. In Steyl staan het verhevene en het alledaagse zij aan zij. ‘Een museum in een museum’, zo afficheert het Missiemuseum zich. Sinds 1931 is er aan de inrichting namelijk niets veranderd en aangezien het museum ook toen al niet bepaald voorop liep, stap je terug in de negentiende eeuw. En dat betekent een expositie zonder opdringerige duiding of uitleg, de vijfentwintigduizend bezoekers per jaar mogen zelf kijken wat ze van hun gading vinden.
De volkenkundige vitrines bevatten zowel een wereldberoemd verenschild met daarin een mensenschedel uit Papoea Nieuw-Guinea als alledaagse gebruiksvoorwerpen die de missionarissen van hun reizen meebrachten en die ook heden ten dage nog in serie worden gemaakt. De volkenkundige afdeling loopt ongemerkt over in de natuurhistorische afdeling met vijftienhonderd opgezette beesten. Hier geen ordening naar soorten of windstreken: broeder Berchmans stelde zich begin jaren dertig ten doel de rijkdom van Gods schepping mooi te laten uitkomen. En dus staat een Siberische steenbok naast een grote miereneter en houdt een Boa constrictor een rood spieshert in zijn wurggreep. En dat alles tegen een rotsdecor van beschilderde juten zakken.
Hier is een begaafd etalateur aan de slag geweest, die zich niet liet leiden door wetenschappelijke classificatie maar door visuele effecten, associaties en vormovereenkomsten. Een lust voor het oog. Toen de beesten eind jaren tachtig gerestaureerd moesten worden, heeft de conservator de vitrines nauwkeurig gefotografeerd om alles weer precies terug te kunnen zetten. De enige nieuwe zaal van het museum beoogt de bezoeker wel wat bij te brengen – namelijk de topstukken uit de Christelijke-Javaanse kunst en de daaraan verbonden ‘inculturatie’ – en meteen slaat de verveling toe.
Aan de missie-activiteiten zelf herinnert slechts weinig, het enige echt missiologische stuk is een grote bewerkte kast met draaipanelen uit 1927. Op de panelen staan foto’s van de belangrijkste missieposten, zoals de reusachtige kathedraal van Yanzhou (China) en de Heilig Hartkerk van Lomé (Togo). Om de geschiedenis van de congregatie te ervaren kun je beter door het kloosterdorp wandelen, op het terrein zijn bijvoorbeeld een Lourdesgrot nagebouwd, een ‘Grot van de zeven smarten’ en een grot waarin Christus’ laatste nacht is uitgebeeld. Verder vind je er een Heilig Hartheuvel en een stille tuin waar de, tegenwoordig meest buitenlandse, missiebroeders en -zusters kunnen brevieren.
Steyl herinnert niet alleen aan de gloriedagen van de missie, het is ook een monument van een vergeten emigratiegeschiedenis. Iedereen kent de Spaanse en Portugese joden die begin zestiende eeuw in het tolerante Nederland een veilig onderkomen vonden, net als de Franse hugenoten die hier eind zeventiende eeuw hun heil zochten. Veel minder bekend is dat veel Duitse katholieke geestelijken zich in het laatste kwart van de negentiende eeuw in het zuiden van Nederland vestigden, tengevolge van het Klostergesetz dat kloostergemeenschappen in heel Pruisen ontbond. Arnold Janssen, de grondlegger van Steyl die in oktober heilig wordt verklaard, was een van hen.
Etalage
Uitspanningen van weleer, hoe handhaven ze zich? Vandaag het Missiemuseum in Steyl, waar de Siberische steenbok naast een grote miereneter staat.