Ze komen van over de hele wereld naar Nederland om hier de boel uit te vreten en daarbij nemen ze onze plekken in. Kosten volgens minister Verburg: 1,3 miljard euro per jaar. Bovendien brengen ze enge ziektes mee en planten ze zich niet alleen onder elkaar voort, wat leidt tot ‘genetische vermenging waardoor kenmerken van inheemse (sub)soorten verdwijnen’.
Gelukkig staat de minister pal, zij vindt het haar verantwoordelijkheid ‘dat bij het signaleren van een potentieel invasieve exoot voldoende middelen en capaciteit beschikbaar zijn om de soort zo snel mogelijk te kunnen elimineren.’ Maar om te weten wie ze zijn, en vooral met hoeveel ze zijn, moeten we de vijand eerst in kaart brengen. Vandaag is het zo ver: de hele Nederlandse bevolking wordt opgeroepen om exoten aan te geven. Ga naar de website www.exotentellen.nl en geef door waar je ze signaleert. Want meten is weten.
De ferme taal van het ministerie van LNV valt fout bij de Partij voor de Dieren. Marianne Thieme is tegen een ‘eigen-dieren-eerst-beleid’ en vindt dat ‘exoten net zoveel recht op leven hebben als inheemse diersoorten’. Veel medestanders vindt ze echter niet. Dat Nieuw Rechts tegen is, dat ligt voor de hand. Zo wil Michel Smit dat jagers zoveel mogelijk nijlganzen afschieten: ‘Deze ganzen soort hoort hier niet thuis, maar in het Nijldal. De naam zegt het eigenlijk al…’ Maar ook Groen Links laat zich op dit punt niet van haar liberaalste kant zien, al richt Kathalijne Buitenweg haar pijlen op een ander deel van de wereld: ‘Ik wil niet dat onze schattige rode eekhoorntjes worden verdrongen door de Amerikaanse grijze ratten-met-pluimstaart, zoals in Groot-Brittannië gebeurd is.’
De strijd van Verburg tegen de oprukkende exoten is logisch: volgens de Convention on Biological Diversity, die Nederland samen met 191 andere landen heeft ondertekend, zijn invasieve exoten de op twee na belangrijkste oorzaak van de afname van de biodiversiteit. Zo vallen de vrouwtjes van de zeldzame Spaanse Witkopeend voor de avances van de uit Amerika overgewaaide Rosse Stekelstaart, met steeds meer bastaarden tot gevolg (zou je die witkopstekelstaarten moeten noemen, of roskopeenden?). Afschieten, verordonneerde Verburg eind vorig jaar. Maar laten die Amerikaanse eenden nu net in beschermde natuurgebieden zitten en daar willen natuurbeschermers geen geweren horen knallen.
Ook bij andere exoten loopt het met de ‘eliminatie’ vooralsnog wel los. Ruiterlijk geeft Verburg toe dat het afschieten van de muntjak – een kleine ree uit India die regelmatig ontsnapt uit hertenkampen – geen prioriteit heeft uit vrees voor ‘de publieke opinie’. Ook de wasbeerhond – een Aziatisch beest dat via Oost-Europese nertsfokkerijen hier belandde – hoeft ondanks zijn wettelijk vogelvrije status niet voor een heksenjacht te vrezen: met zijn zwart-wit getekende snuit is hij veel te cute.
En wie zich zou wagen aan het afschieten van de vele ontsnapte halsbandparkieten in de parken van de Randstad – wat voor de inheemse specht en de boomklever een zegen zou zijn – kan er zeker van zijn dat hij zal worden gelyncht door een schare sentimentele stadbewoners.