Wereldwijd heeft deze man het geluid van de stad veranderd. Of je nu in Tokyo bent, New York of Sao Paolo: overal klinkt het ratelende geluid van zijn uitvinding. Je hoort zijn sound op pleinen, stations en vliegvelden, in hotellobby’s, stadscentra en winkelstraten. Plath is zijn naam, Robert Plath.
Het is precies 25 jaar geleden dat deze Amerikaanse piloot de moderne rolkoffer bedacht, een simpele uitvinding met verstrekkende gevolgen. Zoals de stoomfluit de versnelling van de negentiende eeuw van een klank voorzag en de grommende automotor die van de twintigste eeuw, zo groeide het ratelen van de rolkoffer uit tot symbool van de geglobaliseerde eenentwintigste eeuw.
Helemaal nieuw was de vinding van Plath overigens niet: in het midden van de negentiende eeuw had je al een soort bouwpakketten waarmee je je koffer kon voorzien van een onderstel met wieltjes, zo schrijft kunsthistorica Claudia Selheim in Reisebegleiter – mehr als nur Gepäck. En begin jaren zeventig van de vorige eeuw bracht de Franse kofferfabrikant Delsey de trolley op de markt, een merknaam die het tot soortnaam schopte.
Deze voorlopers werden echter nooit echt populair doordat ze een riem hadden waaraan je de koffer voorttrok en dat gaf de reiziger het gevoel dat hij een onwillige hond achter zich aansleurde. Dan liever de ongebonden reiziger uithangen met een zware rugzak. Of de grande dame, die zich door een gentleman laat helpen met haar bagage.
Plath bracht enkele wezenlijke vernieuwingen aan: hij bracht het aantal wieltjes terug van vier naar twee, zette de koffer rechtop, bevestigde de wieltjes aan de korte kant en ten slotte voorzag hij de koffer van een uitschuifbaar metalen hengsel. De Rollaboard was geboren. Na vier jaar produceren vanuit zijn garage nam hij ontslag als piloot en richtte het bedrijf ProTravel op.
De zaken gingen meteen al goed, maar het stormachtige succes van de rolkoffer, waar ook concurrenten als Samsonite en Renowo op insprongen, dateert pas van het afgelopen decennium. Goedkope vliegreizen maakten hele volksstammen tot globetrotters en de rolkoffer bleek het probleem op te lossen dat een vakantie zonder auto met zich meebracht: eindelijk een mobiele kofferbak.
Voor het groeiende leger mobiele werkers bleek de rolkoffer uitkomst te bieden als bureau op wieltjes. Niet langer word je uit het lood getrokken door een zware tas met dossiers en laptop: je kunt elegant rechtop lopen, als een echte dame. Bijkomend voordeel: je hebt slechts één hand nodig om hem achter je aan trekken, zodat je de andere vrij hebt om een coffee-to-go te drinken of te sms’en.
Net als de mobiele telefoon is Plaths uitvinding een houvast in een samenleving die voortdurend in beweging is. Maar er is ook een verschil: een rolkoffer stop je niet even in je binnenzak, je bent dus onmiddellijk herkenbaar als toerist-zakenman-creatieveling-bezoeker. Sterker nog: de ratelende wieltjes kondigen je komst van verre aan, zeker ’s avonds laat zijn ze op honderden meters afstand te horen. En daar loop je dan in dat pittoreske middeleeuwse straatje, of over de kade van de hippe rafelrand van de stad. Rrrr… rrrr… rrrr… rrrr… De intieme, terloopse omgang met de stad – let maar niet op mij, ik loop hier maar heel toevallig, net als de locals – ligt ineens aan diggelen: je hebt jezelf ontmaskerd.
Het rammelen en ratelen van de rolkoffers beperkt zich al lang niet meer tot de stadscentra en de toeristische highlights. Juist door zijn mobiliteit dringt de rolkoffer door tot in de haarvaten van de stad, tot de hipste plekken en de alternatiefste uithoeken. De rolkoffer is de voorbode van de veryupping: als je hem ergens hoort ratelen, dan duurt het niet lang meer voor er een vestiging van Starbucks opent. Het inspireerde boze buurtbewoners in de Berlijnse wijk Kreuzberg tot het uitroepen van een ‘Kampf gegen Rollkoffer’. Ze willen rrrr…ust.