De neergang van een markt is pijnlijk om aan te zien. Al zeven jaar kijk ik vanuit mijn huis uit over het Bos en Lommerplein en vooral het laatste jaar zijn de gaten in de markt met geen mogelijkheid meer te negeren. Ruim de helft van de kramen blijft onbezet, zelfs op zaterdag staat het plein niet langer vol. Ook Gerolf Bouwmeester, voorzitter van stadsdeel West, ziet het elke dag vanuit zijn werkkamer. ‘Geen gezicht, die plukjes kramen.’
Een echt plein is het Bos en Lommerplein niet, het is gewoon het dak van een parkeergarage en om erop te komen moet je eerst de trappen op. En steeds minder mensen nemen die moeite. Zeker de hoogopgeleide bewoners, die de laatste jaren in Bos en Lommer zijn neergestreken, halen er hun neus voor op. Hier kom je enkel voor goedkoop textiel en nog goedkopere groenten.
‘Twee jaar geleden verkocht ik aan het einde van de dag al mijn waar voor een euro en dan was ik in een uurtje los’, zegt Naci Topgu, ‘nu begin ik ’s morgens al met een euro en blijf ik er nóg mee zitten.’ Mohammed Errakli, die het vak van groenteman leerde op de Ten Kate en die in de marktcommissie zit: ‘Nog een jaar en we zijn er geweest. Er staan nu acht groentekramen, we concurreren elkaar kapot.’ En Leo Hessing, de enige autochtone groenteman: ‘Als baby lag ik hier al in de wieg achter de kraam van mijn ouders. Ik ben nu bijna 54 en ik had nooit verwacht dat het zo zwaar zou worden.’
Goedkope groente kopen vind ik een sport: drie mango’s voor een euro, of vier avocado’s, of een doos paprika. Je moet goed knijpen, kijken en ruiken voor je iets koopt, en vooral alles snel opeten. Maar nu de concurrentie is ontaard in een race naar de bodem, wordt het zelfs mij te gortig: de groenten en het fruit zijn soms te voos om aan te pakken, of ze blijven juist ten eeuwigen dage keihard.
De markt op het Bos en Lommerplein is een van de weinige zonder branchering. Er moet een maximum komen aan het aantal groente- en textielkramen, zeggen veel kooplui, maar ze worden het er niet over eens wat en wie er dan weg moet, en dus grijpt het stadsdeel, dat quota in zou kunnen stellen, niet in. En de verbreding van het aanbod – een kaasboer, een notenkraam of iets biologisch – lukt al helemaal niet. Soms probeert iemand het een paar maanden – zoals afgelopen herfst de kraam met Noord-Hollandse seizoensgroenten – maar zonder succes. Eigenlijk doet alleen de visboer het goed tussen alle groente en textiel.
Wat zich wreekt is dat ‘de huidige locatie op het plein geen perspectief biedt’. Dat was vier jaar geleden al de letterlijke conclusie van onderzoeksinstituut EIM. Dat bleek ook wel in 2006, toen het plein in dreigde te storten en de markt tijdelijk naar beneden werd verplaatst: prompt ging het een stuk beter. De kooplui zouden liever vandaag dan morgen naar het Gulden Winckelplantsoen willen, waar ze in de loop van de parkeergarage en de supermarkten staan, maar het stadsdeel aarzelt. Niet zo vreemd, want het verdwijnen van de markt zou wel eens de doodsteek voor de winkels aan het plein kunnen zijn. En dus zoekt Gerolf Bouwmeester het voorlopig in kleine ingrepen: ‘We gaan de kramen door de week netjes bij elkaar zetten, zodat het een compacte markt wordt.’
De kooplui zijn akkoord, maar of dat het tij zal keren? Daar geloven ze niks van. Toch weten ze geen vuist te maken, zelfs over de besteding van het publiciteitsbudget van 110 duizend euro, dat ze de afgelopen jaren euro voor euro zelf bij elkaar hebben gelegd, worden ze het niet eens. Het stadsdeel heeft nu besloten het geld terug te geven aan de kooplui. Fijn, vinden ze het, om weer even wat cash in handen te krijgen – alhoewel de gemeente het bij sommigen eerst zal verrekenen met hun openstaande schulden. Ondertussen sukkelt de markt langzaam de afgrond in.
Facts
Oprichting: 2004 (voorloper Gulden Winckelplantsoen stond er al begin jaren vijftig)
Dagen: dinsdag t/m zaterdag
Aantal kramen: 120
Bezettingsgraad: 47 procent
Tendens: going down
Tips
• Abdleslan Belfqih met zijn uitgebreide collectie hoofddoekjes. Hij verkoopt ook burka’s, maar daar zit nauwelijks handel in.
• Claus van der Goot. Vraag naar hamsi en je gaat naar huis met prachtige verse ansjovis. Veel voor weinig.
• Omar Snack. Bestel de zelfgemaakte patat, neem plaats op het overdekte terras en verbaas je over de multiculturele aantrekkingskracht van de frituur.