Dat het slecht gaat met de markt op het Bos en Lommerplein hoef je de vaste marktlui niet te vertellen. Al jaren kachelt de bezettingsgraad achteruit. Inmiddels blijft meer dan de helft van de kramen onbezet. Vooral op donderdag en vrijdag biedt het plein een troosteloze aanblik.
Afgelopen zomer leek het voormalig stadsdeel nog af te koersen op een beperking van het aantal marktdagen van vijf naar drie per week. Het gemeentelijk Marktbureau waarschuwde tijdens een informatiebijeenkomst dat het aanbod beter moest aansluiten bij de nieuwe, koopkrachtige bewoners van Bos en Lommer, de ‘yuppen’, zoals ze op de markt worden genoemd.
De kooplieden reageerden verontwaardigd. Abdeslam Belfqih, voorzitter van de marktcommissie die zelf een stand met luxe hoofddoeken heeft: “Wij zijn ondernemers, wij reageren op de vraag van het publiek dat er ís, niet op die van het publiek van de toekomst.”
Nog maar drie kramen
Onderzoeksbureau DTNP bracht deze zomer vier scenario’s in kaart en zag vooral kansen voor een kleine, compacte markt die één à twee dagen in de week wordt gehouden. Groot was dan ook de ontzetting toen stadsdeelbestuurder Melanie van der Horst gisteren bekendmaakte dat het stadsdeel de markt compleet wil opheffen; er komen slechts drie kramen op het Gulden Winckelplantsoen.
Van der Horst: “Met de huidige regels, die zittende kooplui beschermen, lukt het niet een nieuw soort markt neer te zetten. Het is een pijnlijk besluit, maar als stadsdeelbestuur moeten we de neerwaartse spiraal van het Bos en Lommerplein doorbreken. De twintig vaste kooplui die nog over zijn, gaan we de komende anderhalf jaar helpen. Misschien komt er een nieuwe markt hier op het plein, maar andere locaties worden niet uitgesloten.”
De marktverkopers reageren furieus. Dinsdagavond trokken ze naar het stadsdeelkantoor. Op 19 en 26 november krijgen ze de gelegenheid om in te spreken.