• Home
  • Over Tijs vd B
  • Boeken
  • Rotondologie
  • Freelancen
  • English
  • Home
  • Over Tijs vd B
  • Boeken
  • Rotondologie
  • Freelancen
  • English
  • Intermediair
  • Reportage

Jan Tabak

Intermediair, 1 juni 2003

Virtuele contacten zijn leuk, maar uiteindelijk wil je je gesprekspartner toch ontmoeten. Waar spreek je af voor de zakenlunch? Er zijn plekken waar de ontheemding als een klamme doek over je heen valt. De condoleanceruimte van een crematorium bijvoorbeeld, waar je met een kopje koffie en een plak hotelcake ronddrentelt tot je weer kunt gaan. Of de wachtkamer van de tandarts, met in de ene hoek een verlepte ficus en in de andere een stapel oude Libelles. De lunchzaal van hotel Jan Tabak is ook zo'n plek. Aan het bedienend personeel ligt het niet: ze zijn oprecht vriendelijk, ook voor de twee schuifelende oudjes die hier elke week een kopje koffie komen drinken. De inrichting dan? Akkoord, het is geen hoogtepunt van binnenhuisarchitectuur, maar zo vreselijk is een groen tapijt met roze lelies nu ook weer niet, net zo min als de stroken stof met een bloemetjespatroon die de illusie van gordijnen moeten creëren, of de open haard met nephoutblokken die op aardgas brandt. Ook het eten is niet slecht, al is het wat merkwaardig dat de clubsandwich gegarneerd is met chips. Bezwaarlijker zijn de andere gasten: veel mannen in dure pakken met net iets te lange nekharen en zonnebankgebruinde koppen - 'Er is in Marbella natuurlijk maar één hotel waar je kunt zitten.' - en gepancakete dames. Ene Jan Toeback begon op deze plek, aan de handelsroute Amsterdam-Amersfoort, ruim driehonderd jaar geleden een herberg. Tegenwoordig raast het verkeer over de nabijgelegen A1, maar nog steeds leeft het in 1984 herbouwde hotel-restaurant van passanten. Zakentypes uit Amsterdam, Almere, Amersfoort en Utrecht ontmoeten elkaar hier voor zakenlunches. Tv-mensen laten zich hier graag interviewen: het ligt nu eenmaal strategisch tussen de Hilversumse studio's en de Amsterdamse grachtengordel. Voor hen is er elk jaar in mei een omroepbarbecue om het tv-seizoen af te sluiten. En dan mag de plaatselijke bevolking van het Gooi hier natuurlijk ook graag een vorkje prikken - 'Ik vind sherry een beetje vroeg, doe mij maar een witte wijn.' Kouwe kak is erg, maar het ergste van Jan Tabak is het uitzicht. Lunchen doe je er in De Serre, een gele uitbouw die aan de voorkant tegen het hotel is geplakt. Vanhieruit kijk je op beige huizen die zich verschuilen achter coniferenheggen, een bushokje, een kruispunt met stoplichten, voorsorteervakken en ANWB-richtingaanwijzers. Nooit zal hier meer iets veranderen. Jan Tabak, Amersfoortsestraatweg 27, Bussu

Schiphol, stad zonder inwoners

Intermediair, 23 september 1999

‘The city that never sleeps’, zo afficheert Schiphol zich graag. Slapen doet de luchthaven inderdaad nooit, maar ’s nachts sluimert ze wel. Zaterdagmorgen 0.00 uur, een schoonmaakmachine van Hago Airport Services draait zijn rondjes in Schiphol Plaza. Op de bok zit een vermoeide Noord-Afrikaan, zijn oren verscholen onder een grote walkman tegen het loeiende geluid van de stofzuiger. Bij de Ako Kiosk worden de ochtendbladen afgeleverd. In de randen van de nacht scheren nog wat vliegtuigen binnen, om 2.00 uur landt de laatste, een charter uit Tenerife. Het eerste vliegtuig zal pas om 5.00 uur vertrekken, naar Las Palmas. Drie uur rust voor de luchthaven, niet de moeite om de deuren te sluiten. Drie eettenten op Schiphol Plaza zijn permanent geopend: een Franse broodjeszaak, een juicebar – ‘mondiaal broodje met eurosmaak’ – en een Amerikaanse hamburgertent. Draaideuren stuwen koude lucht naar binnen, de lamellen van de reclameborden ratelen doorlopend nieuwe boodschappen tevoorschijn: ‘Toblerone inspires the world’, ‘Peter Stuyvesant. There are no borders’. Vier jaar komt hij hier al, vertelt de sjofele veertiger met schichtige blik, zo lang zwerft hij al. Zijn grijzende haren zijn nat: hij heeft zich net gewassen in de toiletten. Schiphol vindt hij oké: het is warm, er zijn wc’s, bankjes waarop je even je ogen dicht kunt doen. Maar niet te lang: als je slaapt ben je kwetsbaar. Nee, naar een daklozenopvang krijg je hem niet: alsof je in een doodskist wordt geschoven. En bovendien: hij wil niet in de computer komen. Eén keer heeft hij een hotel genomen, 140 gulden kostte dat. Maar de muren liepen leeg, de kristallen sprongen uit het raam en het doucheputje stond onder stroom. Dus ging hij weer pleite, hier is het beter. Plots breekt hij zijn verhaal af, zijn aandacht is gevangen door een paar mussen die kwetterend vechten om een broodkruimel op het terras van Delifrance. Als je ’s nachts een paar uur op Schiphol vertoeft gaan de zwervers opvallen. Een ineengezakte man met een gewatteerde broek achter de palmen, een oude vrouw op omzwikkende leren laarsjes, een neger die een plaatsje onder een spotlight heeft opgezocht en hel en verdoemenis predikt. Volgens mevrouw Broekhuizen, de serveerster van de broodjeszaak, komt hij uit Alkmaar: ‘Ik zie hem wel eens in de trein op weg naar huis. Af en toe begint hij reclamefolders te verscheuren, de helft gooit hij in de prullenbak, de andere helft in de brievenbus. Het is zo triest: je ziet mensen hier in een paar maanden aftakelen. Ze zouden die mensen verplicht eigenwaarde moeten bijbrengen.’ Ondertussen roken Mark Janssen en zijn vrienden een jointje bij het rood-witgeblokte meetingpoint in het midden van de hal . Ze komen uit IJmuiden, toen de cafés daar dichtgingen zijn ze met twee auto’s hierheen gekomen. ‘Gewoon een beetje uitgaan, mensen kijken.’ Met 24 is hij de oudste van het stel, ‘opa’ noemen zijn vrienden hem spottend. ‘Ik heb gewoon al wat meer meegemaakt’, zegt hij als hij op een van de meisjes in het gezelschap wijst. ‘Een half pilletje en ze staat al helemaal strak.’ Om half vijf ’s ochtends geeft hij het sein vertrekken, ten afscheid geeft hij me netjes een hand. De Burger King, waar elf man personeel zich de hele nacht hebben staan vervelen, is dan net volgestroomd met hippe, goedgekapte bezoekers van discotheek Challenge uit Hoofddorp. Tussen de kwetterende Surinamers, Antillianen, Marokkanen en Turken zit een enkele verdwaalde blanke toerist die op weg is naar zijn charter naar de zon. ‘Hé man, ik moet morgen al om half tien op’, roept een jongen tegen zijn kameraad. ‘Och wat, ik moet al om acht uur bij Ikea zijn’, proest die. Maar nog heel even biedt de nacht bescherming. Luchthavens zijn internationale steden waar een steeds vlottende wereldbevolking doorheen gepompt wordt. Het zijn springplanken naar alle andere steden in de wereld, tegelijk lopen hier hermetische grenzen die asielzoekers scheiden van de mondiale zakenmensen en de al even beweeglijke toeristen. Architect Rem Koolhaas pleitte vorig jaar op het congres ‘Airport City’ om het vliegveld op te vatten als een hyperactief centrum van stedelijke activiteiten. Hij wil nieuwe knooppunten die het overbodig maken om naar de oude, oorspronkelijke stad te gaan. Het centrum van Amsterdam ziet hij dan ook als een aanhangsel aan de stedelijke as van de Bijlmer naar Schiphol. Die toekomst is minder ver weg dan het lijkt. Nu al vermeldt de trein vanaf Berlijn als bestemming: ‘Hannover Hbf, Amsterdam CS, SCHIPHOL’. Amsterdam is nog slechts een tussenstop zonder hoofdletters. Schiphol is een middelgrote stad zonder inwoners. Tijdelijke bewoners zijn er in overvloed, op drukke dagen komen er ruim 100 duizend bezoekers: passagiers, afhalers, wegbrengers, dagjesmensen, zwervers. En al die mensen moeten verzorgd worden. Een lekke band kun je laten plakken bij Jan de Bandenman, zieke mensen kunnen terecht bij huisartsenpraktijk Schiphol, voor de doden is er een mortuarium. Ter vermaak zijn er twee spottersplaatsen, een museum, een ijsbaan van 15 bij 20 meter en een casino. Escortgirls pikken passagiers op en nemen ze mee naar de dure seksclubs aan de rand van de luchthaven. Ook de geestelijke nood wordt gelenigd: er is keuze uit een luchthavenpastoor en een dominee. En voor de kleintjes zijn er drie kinderdagverblijven. Ook het arbeidspotentieel is indrukwekkend, op Schiphol werken 47 duizend mensen. Ze eten in bedrijfsrestaurants en halen bij eetcafé Livingstone na het werk een afzakkertje. Makelaars bemiddelen in ruimte, uitzendbureaus in arbeidskrachten, het gronddepot beheert de hopen zand en beton die vrijkomen tijdens de permanente verbouwing die Schiphol in haar greep houdt. Het vliegveld beschikt over een eigen politiemacht van vijfhonderd man. Sinds 1994 is de Rijkspolitie verdwenen en zijn haar taken omwille van de efficiëntie toegewezen aan de marechaussee: bestrijding van terrorisme, controle op drugs, oppakken van doorgedraaide passagiers die amok maken. Maar ze zorgt ook voor de prozaïsche basispolitiezorg vóór de douane: aanrijdingen, demonstraties, alcoholcontroles, zakkenrollerij. ‘De internationale bendes die luchthavens afstropen zijn we inmiddels redelijk de baas’, zegt woordvoerder Geert Pielage, ‘maar je kunt het nooit uitbannen: er zit veel in een portefeuille hier.’ Meer zorgen maakt hij zich over de drommen publiek die op evenementen afkomen, zoals de landing van het Nederlands elftal vorig jaar. ‘De KNVB wilde hier toen een feestje organiseren, maar wij konden de veiligheid niet garanderen. Het operationele proces heeft voorrang, het is hier geen partycentrum.’ Schiphol heeft een Januskop. De landzijde is openbaar toegankelijk en trekt dagjesmensen en winkelend publiek. Aan de andere kant van de grens ligt de luchtzijde, het niemandsland van gates, wachtkamers en taxfree-shops, van jetlag en eindeloos wachten. De luchthaven heeft zelfs nog een derde gezicht: ondergronds vindt de bagage-afhandeling plaats in een carrousel van lopende banden. Elektrische wagens racen met een sliert karretjes naar de vliegtuigen. In de kantine hangen posters met blote meiden, herrie alom. Het merendeel van de werkers is allochtoon. Een verdieping hoger is de overheersende kleur wit: zowel van de ruimte als van de mensen. Hier ben je op bezoek bij de KLM en laat je je stem automatisch tot fluisterniveau dalen. ‘Ons ontwerp voor Terminal 3 heeft architectuurbladen over de hele wereld gehaald: aristocratisch functionalisme is het wel genoemd’, zegt architect Jan Benthem, de architect en stedenbouwkundig ontwerper van Schiphol. ‘Maar het meest trots ben ik op de Schiphol Plaza, daar hangt geen glanzende luchthavensfeer. Iedereen kan er 24 uur per dag terecht, zonder kaartje. De ruimte is van niemand, dus ook van jou. Zo’n publiek domein is wezenlijk voor een stad.’ Schiphol Plaza is min of meer bij toeval ontstaan, misschien is het daarom zo goed gelukt. Zes jaar geleden stond hier nog een rond NS-station op het plein tussen de vertrekhallen. ‘We hebben het station onder de grond gestopt, een kap over het plein gezet en de voorgevels uit de vertrekhallen gebroken. De constructie hebben we bewust grof gehouden, zonder plafondafwerking. Met lantaarnpalen verlichten we de mensen, niet het gebouw. De sociale veiligheid wordt verstrekt doordat hier altijd mensen in uniform rondlopen. Niet eens zo zeer marechaussee, maar vooral stewardessen, piloten, schoonmakers, bagage afhandelaars. Mensen die bij Schiphol horen en die je in noodgevallen te hulp kunt roepen.’ En anders zijn er nog de videocamera’s die de 35 winkels van Schiphol Plaza bewaken. Na de uitbundige stationshal ogen de vertrekhallen sober en strak. Visuele prikkels zijn hier zoveel mogelijk vermeden om de zenuwachtige passagiers gerust te stellen die met de ene hand hun bagage omklemmen en met de andere hand hun binnenzak doorzoeken voor boarding card en paspoort. Pas na de incheck komen ze tot even rust, veertig minuten om precies te zijn. Luchthavenonderzoekers hebben gemeten dat daarna de spanning weer oploopt omdat de passagiers aan boord willen. Tot dat moment staan ze open voor consumptie. Op drie winkeleilanden kunnen ze terecht voor parfum, drank, sigaretten, fotocamera’s, horloges. Het winkeloppervlak achter de douane is even groot als dat aan de landzijde, maar de omzet is tienmaal zo hoog. Winkelen wordt steeds belangrijker, Schiphol haalt er bijna een vijfde van zijn omzet uit. Per 1 juli kwam er een einde aan de belastingvrije inkopen voor Europese vluchten, een intensieve reclamecampagne moet zorgen dat de heilige drieëenheid ‘see, buy, fly’ in stand blijft. De meeste mensen kennen Schiphol alleen als winkelcentrum en station, maar zoals een echte stad betaamt bestaat de luchthaven uit verschillende wijken. Schiphol-Centrum is de glanzende parel die bestemd is voor de reizigers, de spiegelende kantoren staan op Schiphol-Rijk. De vliegtuigmaaltijden worden bereid in Noord. Het vrachtvervoer zit nu nog verspreid, maar wordt op termijn helemaal in Schiphol-Zuidoost geconcentreerd. Schiphol Oost, waar de luchthaven in 1916 begon, is nu de achterbuurt waar het vliegtuigonderhoud naartoe is verbannen. De 2.400 hectaren van Schiphol zijn privéterrein. Van inspraakprocedures en een tegenstribbelende gemeenteraad heeft de Naamloze Vennootschap geen last, dat werkt een snelle en rücksichtlose planning in de hand. Jan Benthem tekende eind 1988 in een maand tijd het stedenbouwkundig plan voor de luchthaven. Het tien pagina’s tellende document is nooit officieel vastgesteld, maar dient desalniettemin nog steeds als leidraad. Schiphol-Oost is momenteel in de greep van de stadsvernieuwing. Er wordt rigoureus gesloopt, de oude stationshal is net tegen de vlakte gegooid. De oude toren van de verkeersleiding bleef op het nippertje gespaard. De toren is een stuk opgeschoven om plaats te maken voor nieuwbouw, een particuliere stichting probeert er nu een horecagelegenheid van te maken. ‘Een luchthaven is niet met het verleden bezig’, zegt Jan Benthem, ‘ook niet met de toekomst trouwens. Het gaat alleen om het heden, en dat beslaat een periode van vijf jaar. Ik werk hier nu zestien jaar en veel van onze gebouwen zijn al verdwenen. Ook op andere terreinen merk je dat: een paar jaar geleden heeft Schiphol zijn hele foto-archief weggegooid.’ </p

Zaans poldermodel

Intermediair, 21 augustus 1998

Toen ze ruim vier jaar geleden begon als directeur stadsontwikkeling in Zaanstad, wilde Ria Steenaart er meteen gaan wonen. 'De afwisseling is fantastisch: grote fabrieken aan de Zaan omgeven door kleine huisjes, waterrijke polders en oude lintdorpen met trotse herenboerderijen. Het is een verborgen stad die zijn geheimen slechts langzaam prijsgeeft.' Sinds vorig jaar woont ze in de Voorzaan op 'Het Eiland', met uitzicht op de schoorstenen van Amsterdam. Tot diep in de jaren tachtig stonden hier de grote loodsen van de houtzagerijen, in oktober worden de laatste woningen opgeleverd. Een grote stalen zonnewijzer markeert de toegangsweg tot het eiland, helaas loopt hij bijna drie kwartier achter. De Zaanstreek noemt zich vol trots het oudste industriegebied van West-Europa. Eind zestiende eeuw blokkeerden de Amsterdamse gilden de introductie van windmolens in de hoofdstad. Zaandam heette de nieuwe technologie welkom en in 1596 werd houtzaagmolen het Juffertje gebouwd. Gedurende anderhalve eeuw zorgden ruim duizend molens voor grote economische bloei. Eind vorige eeuw bracht de stoommachine een nieuwe periode van voorspoed. Nog altijd is Zaanstad een industriestad vol geuren: de zoetige lucht van het linoleum van Forbo, de licht-bittere geur van Cacao de Zaan en van Gerkens Cacao Industrie, de vanillegeur van de advocaatfabriek. Lopend door de stad ruik je verder meel, staal, roest, olie en verf. Steenaarts enthousiasme is ongetwijfeld ook ingegeven door de chaotische structuur die ze moet aanpakken. De oevers van de Zaan vormen een doorlopende strook dorpen en fabrieken. Terwijl de meeste steden hun bedrijven buiten de stadsmuren plaatsten, gebeurde aan de Zaan het omgekeerde: bedrijven drukten de stad terug. Vrachtwagens wringen zich door woonwijken, het stadhuis ligt ver buiten het centrum en de langgerekte gemeente wordt driemaal doorsneden: door een rivier, door een spoorlijn en door een snelweg. Zaanstad bestaat pas 23 jaar. Tussen 1848 en 1959 is zeven keer vergeefs geprobeerd om de gemeenten rond de Zaan te laten fuseren. Pas in 1974 werd het verzet van de dorpen gebroken en lukte het om de stad Zaandam en de dorpen Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westzaan, Krommenie en Assendelft tot één gemeente te maken. Op het grondgebied liggen zes stations, maar geen daarvan draagt de naam Zaanstad. Ook telefoon- en postcodeboeken vermelden alleen de oude gemeenten, omdat Zaanstad vier Kerkstraten en evenzoveel Lindenlanen telt. Verder zijn er drie Parklanen en twee Parkstraten. En niet te vergeten vijf Stationsstraten. Tussen gemeentebestuur en bevolking wil het sinds de gemeentelijke fusie nog steeds niet echt vlotten. Het verwijt dat Zaandam wordt voorgetrokken ligt velen voor in de mond. De bestuurscrisis rond burgemeester Bruinsma maakte het vertrouwen er niet groter op. Bemiddelaars troffen een verrot bestuursapparaat aan en een sfeer van roddel en achterklap. Vorig jaar moest 'juffrouw Ooievaar' het veld ruimen. In haar voetspoor vertrokken ook de gemeentesecretaris en een aantal directeuren van ambtelijke diensten. Sinds de komst van oud-vakbondsman en PvdA-voorzitter Ruud Vreeman haalt de gemeente opgelucht adem. Het wantrouwen en de verkokering tussen de ambtelijke diensten zijn verminderd. Toch komen er soms nog krasse staaltjes van slechte afstemming voor. Tot verbazing van de dienst Stadsontwikkeling, die al acht jaar werkt aan de fabrieken aan de Zaan, kondigde de dienst Welzijn eind juni een inventarisatie van het industrieel erfgoed aan. Zaanstad is begin jaren zeventig niet onder een gelukkig gesternte geboren. In de zeven jaar voor de fusie werkten Zaandam en de omliggende dorpen samen aan ruimtelijke ordening en industrialisatie. Een gezamenlijk Grondbedrijf ging voortvarend te werk met de aankoop van grond voor enorme bedrijventerreinen. Maar de oliecrisis gooide roet in het eten en de nieuwe gemeente werd opgezadeld met een tekort van 120 miljoen gulden. Nog steeds betaalt de gemeente hier jaarlijks 8,5 miljoen aan rente en aflossing voor. In 1975, een jaar na de moeizame eenwording, werd Zaanstad een artikel-twaalfgemeente onder curatele van het Rijk. De lokale belastingen werden verhoogd en het aantal ambtenaren bijna gehalveerd. De bewoners schamperden dat ze in 'de duurste gemeente met het laagste voorzieningenniveau' woonden. Omdat de dorpen de dominantie van Zaandam vreesden, werd een nieuw stadscentrum gepland in de polder Guisveld. Daar zouden 7.200 woningen, het stedelijk winkelhart en een stadhuis verrijzen. Het stadhuis kwam er, maar milieubeschermers hielden de bouw van de wijk tegen. Nu staat er een bescheiden wijkje van 1.300 woningen gebouwd en het Zaanse stadhuis ligt nog steeds in een niemandsland. In 1989 keerde het tij. De artikel-twaalfstatus werd opgeheven en de stad ontwikkelde plannen voor het oude centrum van Zaandam en voor de oevers van de Zaan. Het Centrumplan voorzag in 14.000 vierkante meter winkels, een grand café, 140 nieuwe woningen, een winkelcomplex met parkeergarages en een theater aan de Zaan. Volgend jaar moet het project klaar zijn. Kosten: 130 miljoen gulden. Toch gaan veel Zaankanters nog steeds liever winkelen in Amsterdam. De nabijheid van de hoofdstad frustreert de centrumfunctie die een stad met 133.000 inwoners normaal vervult. Vorige maand kondigde Peek & Cloppenburg aan dat het zijn Zaanse vestiging gaat sluiten. Alleen in het weekend trekt Zaanstad als een magneet. Aan het Noordzeekanaal ligt Mystery World, de grootste hardcore-gabber discotheek van het land. Voor de Zaan maakte architect Teun Koolhaas een stedenbouwkundige visie die de traditionele vermenging van wonen en werken benadrukt. Het Zaanoeverproject wil alleen overlastgevende bedrijven verplaatsen en de stad met tweeduizend nieuwe woningen terugbrengen naar het water. Langzaam boekt het projectbureau vooruitgang. Met een sleepboot varen we langs de oevers met een totale lengte van 22 kilometer. Stralend laat stadsontwikkelaar Ria Steenaart de elementen van het Zaanoeverproject zien: van de 527 woningen op 'Het Eiland' in het zuiden tot de bejaardenwoningen in het noordelijke Wormerveer. Nog steeds verheffen zich langs de Zaanoevers veel bakstenen fabrieken met kantelen, betonnen silo's en moderne raffinaderijen. Veel bedrijven hebben gehoor gegeven aan de oproep van de gemeente om de schuttingen af te breken waarmee ze hun fabrieken van de Zaan hadden afgeschermd. Nu tonen zij weer hun industriële schoonheid van afvoerpijpen, opslagtanks, transportbanden en kranen. De reusachtige betonnen adelaar op de gelijknamige fabriek kijkt hooghartig langs de stijlvol gerenoveerde art-deco rijstpellerij Mercurius. Pal naast molen De Ooievaar is de splinternieuwe fabriek van Duyvis gebouwd: zeventiende en twintigste eeuw staan hier broederlijk zij aan zij. De voortgang van het Zaanoeverproject wordt flink vertraagd door de enorme bodemvervuiling. Overal waar in Zaanstad een schop in de grond wordt gestoken, komt gif naar boven. Als de bodem de afgelopen eeuw niet is vervuild, dan wel in de eeuwen daarvoor bij de fabricage van verf, vetten en zeep. In 1994 werden de saneringskosten voor de binnensteedse woningbouw al op 350 miljoen gulden geschat, hoogstwaarschijnlijk een te lage raming. Toen verffabriek Sigma de gemeente haar verlaten terreinen voor het symbolische bedrag van één gulden aanbood, weigerde Zaanstad dit 'gifcadeau' dan ook categorisch. Zelfs onder de chocolade- en koekjesfabriek van Verkade verwacht Steenaart vervuiling aan te treffen als het bedrijf volgend jaar gaat verhuizen naar het nieuwe bedrijventerrein aan het Noordzeekanaal. 'We trekken twee miljoen uit om de karakteristieke toren en de wand van pakhuizen aan de Zaan te redden, ik hoop dat dat genoeg is. De familie Verkade zou misschien geld bijpassen om de panden te behouden, maar de huidige eigenaar, het Amerikaanse bedrijf United Biscuits redeneert in de eerste plaats commercieel. ' Door geldgebrek gaan nog steeds veel pakhuizen en fabrieken tegen de vlakte. Een kapitaalkrachtige vraag naar verbouwde lofts zoals in Amsterdam ontbreekt. Fabrieken domineren niet alleen het stedelijk beeld van Zaanstad, maar ook de werkgelegenheid. In 1970 vond nog bijna tweederde van de beroepsbevolking werk in de industrie. En toen begon de neergang. Veel traditionele Zaanse familiebedrijven overleefden de schaalvergroting en internationalisering niet. Een greep uit de sluitingen en inkrimpingen: Van Gelder Papier zette 750 man op straat, voedingsmiddelenfabrikant Wessanen vertrok, Verkade halveerde zijn personeelsbestand in vijf jaar tijd van 1.750 tot 900, de munitiefabrieken van Eurometaal gingen van 1.200 naar 200 mensen. Eind 1983 telde de stad 7.800 werklozen, 15,5 procent van de beroepsbevolking. Verder verlies van werkgelegenheid dreigde door de opstelling van het gemeentebestuur van de traditioneel rode Zaanstad. Bedrijven werden in de eerste plaats gezien als vervuilers die niet in de stad thuishoorden. Een jaar later staken bedrijfsleven, vakbonden en gemeente de koppen bij elkaar. Terugkijkend zegt districtsbestuurder Gijs Honing van de Industriebond FNV: 'De gemeente stelde haar beleid drastisch bij, wonen werd niet langer boven werken gesteld. Dat was het begin van het Zaanse poldermodel.' Een rondrit met Honing langs de Zaanse industrie voert langs elf bedrijventerreinen en een schier eindeloze reeks grote en kleine bedrijven. Vooral de middenmotors zorgen de laatste jaren voor een bescheiden groei van de werkgelegenheid. De Zaanse werkloosheid is tegenwoordig met drie procent weliswaar beduidend lager dan het landelijk gemiddelde, maar de stad heeft nog steeds drieduizend banen te weinig om haar eigen beroepsbevolking aan het werk te houden. 's Ochtends is de pont naar Amsterdam afgeladen vol, hij vaart bijna leeg terug. Nog altijd werkt 35 procent van de bevolking in industrie en bouw, landelijk is dat slechts 24 procent. Burgemeester Ruud Vreeman waarschuwde onlangs op een bijeenkomst van de Kamer van Koophandel: 'Zaanstad heeft de meeste werkgelegenheid in sectoren waar het aanbod aan arbeidsplaatsen snel afneemt: de industrie. En een groot gedeelte van de beroepsbevolking in de gemeente heeft een lage opleiding.' Toch blijft de stad mikken op de industrie en distributie als trekkers van de economie. Om haar positie te versterken vlast ze op een HBO-opleiding voedingsmiddelentechnologie. Nu is Zaanstad nog de enige industriestad zonder eigen kenniscentrum. Zo'n opleiding zal de werkloosheid onder de huidige generatie laaggeschoolden niet oplossen. Allochtonen zijn zwaar oververtegenwoordigt in deze groep. In de jaren zestig hadden Zaanse bedrijven als Verkade en Albert Heijn eigen wervingsconsulenten voor gastarbeiders, vooral in Turkije. Aanvankelijk woonden de nieuwkomers in barakken op de industrieterreinen, maar met de gezinshereniging trokken ze massaal naar de wijk Poelenburg. De meeste flats zijn bezaaid met schotelantennes, het moderne symbool van allochtone wijken. 'Eén school is helemaal zwart, de andere twee voor tachtig procent', zegt Ton Brinkman, bewoner van het eerste uur en voormalig CDA-wethouder Welzijn. Om de verloedering van de wijk te keren kreeg Poelenburg eind jaren tachtig 9,7 miljoen van het Rijk. Renovatie, wijkbeheer en de inzet van conciërges werpen hun vruchten af. 'Het gaat goed met de wijk, de betrokkenheid van Turkse mensen neemt toe. De besturen van bewonersorganisaties zijn in meerderheid niet-Nederlands, veel verenigingen zijn actief. Daar moeten we zuinig op zijn.' Als wethouder is Brinkman betrokken geweest bij de bouw van moskee Sultan Ahmet aan de rand van Poelenburg. De koepel en de twee minaretten van de grootste moskee van West-Europa zijn het eerste dat automobilisten zien als ze Zaanstad vanuit het zuiden naderen. In de moskee treft Brinkman zijn Turkse buurman Erdogan Erdogdu (33), die bij de linoleumfabriek Forbo werkt. Trots vertelt Erdogdu dat zijn fabriek het zeil met Oosterse patronen aan de moskee heeft geschonken. Het ligt in de kelder waar zich de feestzaal, computerruimte, kapper en spreekkamer van het maatschappelijk werk bevinden. De gebedsruimte zelf is bedekt met Turks tapijt en biedt plaats aan drieduizend gelovigen. Alleen aan het einde van de Ramadan is de moskee vol. In totaal kostte de moskee 7,5 miljoen, daarvoor hebben Zaanse Turken in heel Europa gecollecteerd. Nog steeds wordt er geld ingezameld om de leningen af te lossen. In de hoek hangt een vel met een duizendtal namen met donaties die variëren van honderd tot elfduizend gulden. Erdogan Erdogdu is een toonbeeld van integratie, hij heeft een MTS-diploma op zak, gaat op vakantie in Frankrijk en is lid van de vrijwillige brandweer. Zijn jongere broer Sedat, die vandaag in de winkel van de moskee staat, hangt veel sterker aan zijn Turkse wortels. 'Als Turk is het moeilijk om aan werk te komen. Je schrijft een sollicitatiebrief en wordt niet eens uitgenodigd want ze zien je naam staan. Er komt voor mij een moment dat ik terugga.' Terwijl de zuid- en westkant van Amsterdam zich spectaculair ontwikkelen, blijft de noordelijke rand achter. IJ en Noordzeekanaal vormen een grote hindernis voor de Zaanse economie: de Coentunnel haalt nog steeds de file-toptien. In de jaren tachtig dreigde AHOLD, met ruim tweeduizend banen veruit de grootste werkgever, zelfs naar het midden van het land te verhuizen. Op het nippertje bleef het concern haar geboortegrond trouw en bouwde aan de zuidrand van de stad een nieuw productie- en distributiecentrum en een nieuw hoofdkantoor. Om mee te profiteren van de uitstraling van Schiphol en de Randstad pleit burgemeester Ruud Vreeman voor een drastische uitbreiding van de infrastructuur: een tweede Coentunnel en doortrekking van de metro naar Zaanstad. Verder wil hij een gezamenlijke ontwikkeling van het Noordzeekanaal vanaf het Amsterdamse westelijk havengebied tot aan IJmuiden. Maar voorlopig traineert Amsterdam een gezamenlijke aanpak van de IJmond. Ook de aanpak van het stationsgebied kan Zaanstad niet alleen af. Om het centrum te bereiken moeten treinpassagiers nu nog met een loopbrug een drukke weg oversteken en vervolgens een onherbergzame vlakte die wordt gedomineerd door een parkeergarage en de pokdalige oude hoofdkantoor van AHOLD. De gemeente wil de Provinciale weg omleggen, het spoor verdiepen en het laatste stukje van de buurt Noordsche Bos slopen. Omdat de kantorenmarkt al overvoerd is – twintig procent staat nu al leeg – moeten hier 'leisure-activiteiten' komen. Ook de hevig begeerde HBO-opleiding zou in dit gebied een plaats moeten vinden. Van de kosten heeft Ria Steenaart nog geen idee maar 'enkele honderden miljoenen' zullen het zeker worden. De bewoners van de lage huisjes reageerden furieus bij de presentatie. In een tussenzinnetje van het plan staat dat het stationsgebied de 'locatie bij uitstek' zou zijn voor een nieuw stadhuis. Het gemeentebestuur zou dan niet langer vergaderen in de polder, maar in het hart van de stad. Bovendien zou een nieuw stadhuis de afstand tussen bestuur en de gemeentelijke diensten – die al lang in Zaandam zetelen – letterlijk verkleinen. Maar het voorstel roept nog steeds grote weerstanden op. 'Zaanstad bestaat uit zes dorpen en een stadje. Centralisering van het gemeentehuis past nooit in deze gemeente', reageerde PvdA-woordvoerder Daan Sanders. </p

  • Taal / Language

    • Nederlands
    • English
    • Deutsch
    • Français
  • Boeken

    • Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
    • Naar een alzijdig station
    • Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
    • Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
    • Binckhorst Magazine
    • De marktgids voor Amsterdam
    • De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
    • De Ronde van U.
    • De vierkante meter
    • Eigen baas – Kort & krachtig
    • Eindhoven Hoofdstad
    • Groeten uit Vinexland
    • Handboek Eigen Baas
    • Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
    • Kruispunt Utrecht
    • Kunstwerken & Kunstwerken
    • Lelysteden – Een associatieve reisgids
    • Onder Weg!
    • Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
    • Snelweg x Stad
    • Streetwise Rotterdam
    • Turtle 1 – De auto uit Afrika
    • Wij zijn goed
  • Kranten en tijdschriften

      Intermediair
  • Projecten

    • De ademende stad
    • Luchtplaats
    • Rotondologisch Genootschap
    • Streetwise Rotterdam
    • Het Marktmanifest
    • Welkom in Control Space
    • Zinloze mobiliteit
    • Nederland een eigen berg!
    • Amsterdam op kousenvoeten
    • De Eindhovense Demer
  • Onderwerpen

    • Asfalt
    • Dingen
    • Freelancen
    • Kunst
    • Landschap
    • Onderkant
    • Rotondologie
    • Stad
  • Series

    • De kust
    • De lunch
    • De markten van Amsterdam
    • De mobimens
    • De telefooncel
    • Dossier A2
    • Dossier A4
    • Dossier A10
    • Dwars kijken
    • Expats
    • Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
    • Get your kicks on the E3
    • Groeten uit Vinexland
    • Het ontwerp
    • Het product
    • IJ-tje
    • Na dato
    • Noord-Amsterdam
    • Poldernormen
    • Rond Brussel
    • Sloop
    • Stedenatlas
    • Strijd om de ruimte
    • Tand des tijds
    • Turtle 1
    • Wat doet dat daar
    • Weststrook
    • Zinloze mobiliteit
  • Trefwoorden

      Groot-Amsterdam
  • Genres

      Reportage
  • Jaren

    • 2022
    • 2021
    • 2020
    • 2019
    • 2018
    • 2017
    • 2016
    • 2015
    • 2014
    • 2013
    • 2012
    • 2011
    • 2010
    • 2009
    • 2008
    • 2007
    • 2006
    • 2005
    • 2004
    • 2003
    • 2002
    • 2001
    • 2000
    • 1999
    • 1998
    • 1997
    • 1996
    • 1995
    • 1994
    • 1993
    • 1992
    • 1990

    Copyright 2014 Venus Premium Magazine Theme All Right Reserved.
    Back to top