De snelst groeiende stad van Nederland doet het niet slecht. Tussen 1998 en 2008 nam het aantal mensen dat in een buurt met leefbaarheidscore ‘matig’ of minder woonde met bijna de helft af. Daarmee presteerde Almere iets beter dan het Nederlands gemiddelde (een afname van 36 procent).
De grootste verbetering boekte de oudste wijk, Almere-Haven. Waren er tien jaar geleden nog twee clusters met een ‘zeer negatieve’ leefbaarheid en drie met de score ‘negatief’, nu is de leefbaarheid overal minimaal op het niveau ‘matig’ gekomen. Het gebied rond de Markt was er het slechtste aan toe, de ‘grote positieve ontwikkeling’ is te danken aan een verbetering op alle dimensies, waarbij de sterkere sociale samenhang eruit springt.
Opmerkelijk is de ‘beperkt negatieve ontwikkeling’ in het centrum van Almere-Stad, de verhoging van het voorzieningenniveau werd ruimschoots teniet gedaan door een verslechtering van de bevolkingssamenstelling. Terwijl in heel Nederland de stadscentra zich krachtig ontwikkelen en leefbaarheidproblemen naar de randen worden gedrukt, gebeurt in new town Almere dus het omgekeerde. Volgens De uitvoeringsagenda van de new towns, die minister Van der Laan deze week naar de Tweede Kamer stuurde, is het creëren van ‘bruisende centrumvoorzieningen’ een van de speerpunten.
De kleine ‘zeer negatieve’ plek in het hart van de stad is overigens niet te wijten aan de genoemde verzwakking van het centrum. Aan de Spoordreef is het landelijk hoofdkantoor van het Leger des Heils gevestigd en hier worden ook daklozen opgevangen.
De wijken direct rond het centrum – Kruidenwijk, Stedenwijk en Staatsliedenwijk – laten een gemengd beeld zien: er vond een ‘beperkte’ en hier en daar zelfs ‘grote positieve ontwikkeling’ plaats, tegelijk is het opmerkelijk dat flinke delen van het wijdere centrum van Almere-Stad niet verder komen dan de kwalificatie ‘matig’, door een combinatie van slechte scores op de dimensies veiligheid en bevolkingssamenstelling.