Ook op de leefbaarheidkaart maakt Apeldoorn zijn reputatie van groene stad waar: bijna de hele stad is groen geschakeerd, variërend van heel lichtgroen (‘matig positief’) tot donkergroen (‘uiterst positief’). Van de 25 grote gemeentes die voor dit verhaal zijn vergeleken is alleen de Haarlemmermeer nog groener, maar dat is een uitwaaierende verzameling dorpskernen, en geen min of meer traditioneel opgebouwde stad als Apeldoorn.
Apeldoorn was in 1998 al groen en in de tien jaar daarna is de kleur er alleen maar donkerder op geworden. Des te meer vallen daardoor de enkele plekjes op die nog geel zijn (‘matig) en het enige plekje dat oranje is (‘negatief’). Hoewel bij het programmeren van de leefbaarometer voorzorgen zijn genomen om de privacy van bewoners niet te schaden – zo zijn er geen al te kleine eenheden gebruikt – maakt de kaart van Apeldoorn onverbiddelijk duidelijk dat met het negatieve stukje de Cederflat aan de Aristotelesstraat bedoeld is. In 1998 hadden ook de naastgelegen flats Acacia en Berk nog de score ‘negatief’, maar die zijn inmiddels officieel ‘matig’ geworden.
Ook de kaart die de verandering tussen 1998 en 2008 toont, is zo goed als helemaal groen gekleurd, wat wijst op een beperkte tot grote positieve ontwikkeling. Alleen aan de Eerste Wormenseweg kleeft een klein vlekje en ook hier is precies te zien om welke flats het gaat: de flat op de hoek met de Pieter Steijnstraat toonde een ‘beperkt negatieve ontwikkeling’ en de flat op de hoek met de Van de Spiegelstraat een ‘grote negatieve ontwikkeling’. Samen dragen ze nu de eindscore ‘matig’.