‘Hoogte Honderd’, luidt de naam van de rotonde en dat is slechts een tikje overdreven. In de muur van de kerk op het middeneiland is een ijzeren merkteken aangebracht, dat precies honderd meter boven zeeniveau aanwijst. Het zit op kniehoogte, de rotonde ligt in werkelijkheid dus op 99,5 meter. Tel daarbij de hoogte van de toren op en je komt op 153,5. Daarmee wint de Augustinuskerk het net niet van de Zuidertoren: het hoogste gebouw van België meet 150 meter en staat op een hoogte van 21 meter: totaal 172. Maar de winnaar is de IT Tower op de Louizalaan: gebouw en heuvel komen samen op 199 meter.
Allemaal leuk en aardig, maar de hoogte in meters is slechts één aspect, het gaat ook om grandeur en monumentaliteit. En die heeft de Augustinuskerk ontegenzeggelijk: welke van de acht wegen naar de top je ook neemt, steeds is je blik gericht op het kruis dat zich aftekent tegen de hemel. Zó ongeveer moet fabrikant Alexandre Bertrand het eind negentiende eeuw hebben bedoeld, toen hij het oude galgenveld van Brussel kocht om er, als projectontwikkelaar avant la lettre, een villawijk van te maken. Op de top van de heuvel liet hij een cirkelvormig plein vrij dat hij aan de parochie schonk, met de verplichting er een kerk te bouwen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden de funderingen gelegd voor een byzantijnse kerk, maar door geldgebrek valt de bouw stil. Eind jaren twintig krijgen twee jonge architecten opdracht een ander ontwerp te maken, op basis van het nieuwe bouwmateriaal beton. Als grondvorm nemen ze de combinatie van een Grieks kruis en de cirkel van de heilige hostie.
Van buiten oogt de kerk hoekig en streng, de ronde vorm valt pas op als je binnen bent. Precies in het middelpunt staat een kruis op de vloer, de stoelen staan er in halve cirkels omheen. Maar het opmerkelijkste is de kruisweg op de muren: de veertien statiën lopen rond als een stripverhaal zonder begin of eind. Nadat Jezus in de veertiende statie in het graf is gelegd, volgt weer de terdoodveroordeling.