Ratten bijten elkaar dood als ze met velen in een kleine ruimte verkeren. Mensen niet, die schikken en plooien, overleggen en ruziën, bedisselen en regelen. Deze week in een 18-delige serie over de strijd om de ruimte: in het Kuinderbos stoten bosbeheerders op vogelbeschermers.
Het beeld van groepen houthakkers die gewapend met kettingzagen de bossen intrekken is achterhaald. Tegenwoordig volstaat één man op een Timberjack, een buitenmodel tractor met een lange zwenkarm. De tiptoetsgestuurde arm pakt de boom onderaan vast, zaagt hem af met een geluid dat eerder doet denken aan een naaimachine dan aan een kettingzaag, sleurt hem met een soepele beweging uit het bos, zaagt hem in precies even lange stukken en stapelt die vervolgens keurig op langs de kant van het pad. In minder dan een minuut is de hele operatie achter de rug en hobbelt de machine naar de volgende boom.
Zoals moderne oorlogen steeds meer bestaan uit precisie-bombardementen, zo verrichten ook moderne bosbouwers chirurgische ingrepen. Er is nog een tweede parallel aan te wijzen: collateral damage. Deze zomer was het prijs in het Kuinderbos, een bos van elfhonderd hectare aan de rand van de Noordoostpolder. Vara’s Vroege Vogels was ter plekke, en repte in haar radiouitzending van duizenden nesten die vernield werden, het woord genocide viel nog net niet. Vogelbescherming Nederland deed aangifte van overtreding van de Vogelwet – tijdens het broedseizoen mag niet gekapt worden – en de Officier van Justitie beraadt zich sindsdien over het instellen van vervolging tegen Staatsbosbeheer, de eigenaar van het bos.
Mocht Justitie tot een schikkingsvoorstel komen, dan zal Staatsbosbeheer daar niet op ingaan: het wil een principiële uitspraak van de rechter. Het Kuinderbos, vijftig jaar geleden aangelegd na de droogmaling van de Zuiderzee, is namelijk een multifunctioneel bos waar natuur, recreatie, houtproductie en landschapsbescherming hand in hand moeten gaan. Hoofd terreinbeheer Feitze Boersma: ‘Wij kappen zoveel mogelijk buiten het broedseizoen, maar op dit specifieke terrein is de bodem te nat en te zacht, daar zak je ’s winters met je machines doorheen waardoor je de boomwortels beschadigt en het ecologisch systeem verstoort. Zomervellingen zijn dus onvermijdelijk.’
Laat niemand denken dat Staatsbosbeheer maar wat aan rotzooit in zijn bossen. In 1998 werd de overheidsdienst zelfstandig en sindsdien sluit ze gedetailleerde contracten af met het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij: natuurdoeltypen en -subdoeltypen zijn vastgesteld en de output is vastgelegd. Vogels spelen een belangrijke rol als graadmeter van de ‘natuurproductie’ omdat ze makkelijk te tellen zijn. Elke tien jaar inventariseert een onafhankelijk ecologisch onderzoeksbureau de vogelpopulatie, en daardoor weet Staatsbosbeheer niet alleen dat er in het Kuindersbos bijvoorbeeld 1.650 vinkennesten en 510 zanglijsternesten zijn, maar ook waar die zitten. Ook de houtproductie is bekend: elk jaar groeit er 12.000 kubieke meter bij, waarvan tweederde wordt geoogst. De rest dient als reserve voor zware stormen.
Boswachter Harco Bergman ‘blest’ de bomen die gekapt moeten worden stuk voor stuk met rode verf, en de dag voor de kap maakt hij een extra ronde om te kijken of zich niet toch nog ergens een roofvogel heeft gevestigd. ‘Op de plek waarover de rel ontstond zaten geen vogels van de Rode Lijst, dat weet ik heel zeker. Er zaten hoogstens150 nesten van veelvoorkomende vogels als houtsnippen en boompiepers. Bij een uitdunning van twintig procent praat je, als je het heel ruim neemt, over zestig nesten. De relevantie voor het behoud van de soort is nul komma nul.’
Niets mee te maken, vindt Albert Fopsma van Vogelbescherming Nederland: ‘De wet is de wet, en die maakt geen onderscheid tussen zeldzame en niet-zeldzame vogels.’ Toch is bij Fopsma, die in Wageningen bosbouw studeerde, enige twijfel te bespeuren. ‘In 2002 moet de Flora- en Faunawet van kracht worden, daarin worden alle wettelijke beschermingsmaatregelen voor dieren en planten gekoppeld. In de zomer zijn de vogels beschermd, in de herfst de amfibieën, in het voorjaar de varens. Dat kan voor bosbouwers heel lastig worden, maar dan moet de wet voor hen maar een uitzondering maken. Ik heb daarbij als vogelbeschermer de plicht om te zorgen dat het broedseizoen zo lang mogelijk gevrijwaard blijft.’
Hoofd terreinbeheer Feitze Boersma wordt steeds vaker geconfronteerd met zulke single issue-standpunten. ‘Als Staatsbosbeheer nemen wij, op basis van een afweging van belangen, altijd een standpunt in en dat maakt ons kwetsbaar. Je ziet individuen en organisaties nu naar de rechter stappen om hun deelbelang door te drukken. Daarbij komt dat die clubs aan hun marktpositie moeten denken, ze moeten leden aan zich binden en dat maakt het voor hen aantrekkelijk om het via de maatschappelijke band te spelen.’
Staatsbosbeheer gaat met zijn tijd mee en doet dat zelf ook. Het geeft een kwartaalblad uit, verzorgt excursies onder leiding van boswachters en zoekt naar positief nieuws. Zo vertelt Boersma dat er sinds kort een Ierse fabrikant van attributen voor hurling naar het Kuinderbos komt. Deze sport wordt gespeeld met gekromde sticks uit één stuk en de essen van het Kuinderbos blijken daarvoor zeer geschikt: door de inklinking van de bodem krijgen ze extra lange wortels die precies de juiste kromming hebben. ‘Zo’n verhaal vertellen we graag, dat vinden mensen leuk om te horen.’ Leuker in ieder geval dan dat er bomen moeten worden gekapt om elektriciteitscentrales mee te stoken of om pallets van te maken, de belangrijkste bestemmingen van de houtproductie. De slag om de natuur verwordt steeds meer tot een slag om de emotie. En voorlopig doen vogels het daarbij beter dan hurling-sticks.