Een typering geven van Molenbeek of Sint-Gillis is niet moeilijk, van Ukkel of Sint-Pieters-Woluwe evenmin. Maar Etterbeek is lastiger. Is het een arme gemeente of een rijke? Jong of oud? En waar ligt het eigenlijk precies: hoort het Jubelpark er nog bij? En de beide universiteiten?
In de statistieken neemt Etterbeek een onbestemde middenpositie in, het is een beetje armer dan gemiddeld, maar veel scheelt het niet. Maar gemiddelden verdoezelen de verschillen. Als je inzoomt blijkt dat hier bijvoorbeeld extreem veel expats wonen, een op de drie inwoners is een Europeaan zonder Belgisch paspoort. Dat geldt echter alleen voor het noordelijk deel van de buurt, het zuidelijk deel is nog steeds volks. De mondialisering wijkt hier voor het Belgicisme, zoals aan het Jean Absilplein. Hier is het oude Etterbeek nog te vinden.
Het plein is geen plein, maar een heuse rotonde en om dat te onderstrepen heet het café dat eraan ligt ook zo: Rond Point. Waag het niet om hier een espresso of macchiato te bestellen, er wordt alleen ouderwetse filterkoffie geserveerd, een rond kopje met een rond stalen filter en een rond deksel. Het past, ondanks het ovale serveerblaadje, wonderwel bij de naam.
‘Het café heeft altijd zo geheten,’ zegt de bazin kortaf als ik informeer. Altijd? Ze zit er pas 38 jaar, voegt ze er na enig aandringen aan toe, maar onder de vorige eigenaar heette het eveneens zo, en daarvoor ook al. De letters van de naam op de ruit bladderen in ieder geval al langzaam af. Het lijkt tante Hélène, zoals ze door stamgasten wordt genoemd, niet te deren, vernieuwing staat hier nog niet gelijk aan verbetering.
Naast de bar hangt een blauwwitte sjaal van RRC Etterbeek, dat voetbalt in het stadion een steenworp verderop. In het Rond Point speelt de UEFA Champions League geen rol, de provinciale competitie Brabant – waarin de Etterbekers het zonder veel succes opnemen tegen clubs als Opwijk en Wolvertem – is veel belangrijker. Een rotonde is het centrum van de wereld, hoe klein die ook moge zijn.