De Ringlaan in Ukkel. Als er één plaats waardig lijkt om de geliefde koning Boudewijn te gedenken, dan is het deze wel. Akkoord, hij heeft al een bas-reliëf in het metrostation dat zijn naam draagt en een buste in het park van Jette, maar voor een echt standbeeld is de Ringlaan de locatie bij uitstek. Het is namelijk de ultieme rotonde: vanaf een hoogte van 25 kilometer zie je de perfect cirkelvormige laan al liggen.
Een vliegtuig is niet nodig om je ervan te overtuigen dat dit de grootste rotonde van Brussel en wijde omtrek is, ook met Google Earth is de cirkel goed zichtbaar. Met zijn oppervlakte van twintig voetbalvelden is hij net zo groot als het Warandepark. Maar als je inzoomt gebeurt er iets geks. Op het middeneiland zie je alleen de gebouwen van de Koninklijke Sterrenwacht en het al even Koninklijk Meteorologisch Instituut. Van een monumentaal beeld echter geen spoor.
Nog verder inzoomen dan maar, en dan ontdek je dat aan de noordkant van de Ringlaan nog een heel klein cirkeltje zit, meer dan honderd keer zo klein in oppervlak. En aan de rand van dit rotonde-tje staat het beeld dat kunstenares Elisabeth Barmarin van Boudewijn maakte. Licht voorovergebogen, de handen op de rug, lijkt hij van zijn plek weg te willen lopen, naar de grote cirkel.
Hoe klein de rotonde ook is, het beeld is nog veel kleiner, zodat het alsnog een verloren indruk maakt. Boudewijn moet het middeneiland dan ook delen met een monument dat al in 1930, zijn geboortejaar, werd geplaatst. Om te herinneren aan de vier Ukkelse mannen die een eeuw eerder de dood vonden bij de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, is er toen een Amerikaanse eik geplant. Hun namen staan op een groot rotsblok. Met Boudewijn erbij komen we dus op vijf doden.
Maar nog is het niet genoeg, er blijkt nog een zesde man te worden herdacht. De rotonde is namelijk vernoemd naar de wiskundige Charles Lagrange. Je kunt België veel verwijten, maar in ieder geval geen bombastische koningsverering.