De E3 moest Noord- met Zuid-Europa verbinden, het bleef bij een Europese droom. Deel 6: Duitsland (vervolg).
Een klein bordje heet de E3-rijders hartelijk welkom in de Duitse deelstaat NordrheinWestfalen. De snelweg snelt onverstoorbaar voort, het landschap blijft onverminderd heuvelen, alleen de geluidsschermen verschieten van kleur. Is dit het toekomstbeeld van het verenigde Europa, dat slechts een miniem architectonisch verschil een landsgrens markeert?
Direct aan afslag Exter ligt een van de dertien Autobahnkirchen van Duitsland. ‘De katholieken hadden in 1958 de primeur’, vertelt dominee Ulrich Holtkamp, een gezette eindvijftiger op sandalen, ‘wij evangelischen konden niet achterblijven. Er werd gezocht naar een opvallend punt, en toen viel het oog op dit witte dorpskerkje uit 1666. Dat spaarde nieuwbouw uit.’ Holtkamp steekt zijn bewondering voor de katholieke bouwers niet onder stoelen of banken. Afgelopen jaar openden ze aan de E51 een nieuwe kerk van acht miljoen, gewijd aan Sint Christoffel, de beschermheilige van de automobilisten. ‘De pastoor had al een bord op de snelweg voordat de kerk klaar was.’
Op bestelling verzorgt de dominee korte gebedsdiensten voor groepsreizen, als het moet in tien minuten. Op dit moment taant de belangstelling door de wegwerkzaamheden: files en contemplatie verhouden zich slecht. De verbreding van de snelweg berooft de kerk van haar markante ligging, met een beetje pech kun je de kerk straks alleen nog maar zien door een glazen raam in het geluidsscherm.
Het Ruhrgebied begint met vuurwerk. Op een heuveltop staat dreigend een betonnen koeltoren als een verzinnebeelding van onze energiebehoefte, de snelweg lijkt er naar op te stijgen. Dit is het dichtbevolkte hart van Europa, over een afstand van nog geen negentig kilometer kruist de voormalige E3 elf andere autosnelwegen. De plaatsnamen op de afslagen klinken als zwaar metaal: Castrop, Gladbeck, Bottrop, Mülheim. Toch merk je weinig van deze steden, stalen schermen en aarden wallen onttrekken de woonwijken aan het zicht. Duitsers houden van barrières. In buitenwijken kun je ook niet zo maar naar de voordeur lopen, je moet eerst aanbellen bij het tuinhek.
De 5,4 miljoen inwoners laten zich nauwelijks zien: loopbruggen met wandelende moeders en trimmers, een spandoek ‘Wilkommen Nina’, bandensporen op het asfalt. Soms zijn die sporen kort en hevig, dan weer zijn het lange zwiepers over de volle breedte die aan het einde bekroond zijn met een nieuwe stuk vangrail. Het Ruhrgebied is druk en er wordt hard gereden, om de juiste baan te bereiken moet ik mijn trage Kever er af en toe met een schouderduw tussenwringen.
‘Minstens een keer per dag komt hier iemand aangifte doen van agressie’, vertelt groepsleider Heinz Otte van de Autobahnpolizei. Zijn politiepost is strategisch gevestigd midden in een klaverblad. Normaal is er elke honderd kilometer zo’n post, dit stuk van de E3 heeft er op diezelfde afstand vier. Toen hij in 1964 begon bestond zijn werk louter uit verkeersbegeleiding, maar de val van de Muur veranderde veel. ‘In het begin kwamen Oostduitsers hier de weg vragen, wat een feest.’ Maar in hun kielzog kwamen Poolse en Roemeense bendes, die met bruut geweld de puien van elektronicabedrijven rammen. ‘Ze kiezen voor de snelweg om dezelfde reden als de bedrijven zelf: goede aan- en afvoer. De goederen verstoppen ze in de bossen. We hebben het probleem nu half-en-half onder controle.’ Het klassieke klaverblad wordt in 2001 omgebouwd tot een veel grotere klaverturbine, de politiepost zou daarbij verdwijnen. Otte protesteerde met succes: ‘In Nordrhein-Westfalen liggen politieposten traditiegetrouw pal aan de snelweg, die zichtbaarheid zorgt voor een hoge aangiftebereidheid.’ Op een Rastplatz voert een ADAC-monteur de motor van een dikke Volkswagen kleine slokjes diesel. De tankdopsleutel is afgebroken, en dan blijft een moderne auto hermetisch gesloten. Een praatje maken wil de monteur niet: ‘Daarvoor heb ik geen toestemming, en de arbeidsplaatsen zijn krap.’ Weinig toeschietelijk zijn ook de kassiers van de tankstations, volkomen neutraal verkopen ze de plattegrond ‘Liebe an der Autobahn’ en Sexe Marken: nepmunten met standjes. Bij alle parkeerplaatsen staat aan de uitrit een foto van een kindje dat naar voren schiet, haar beer vliegt uit haar handen. ‘Geschnallt?’ staat er dreigend onder. In Nederland worden voor dezelfde veilig-verkeercampagne lollige poppen gebruikt die met hun neus tegen de voorruit geplet zitten: ‘Daarom. Gordel om.’
Nóg draaien de groene wielen van de liftinstallatie van Bergwerk Ewald, twee zwartberoete mijnwerkers koesteren zich in de avondzon. ‘Volgend jaar gaat-ie dicht’, zegt een schoongewassen collega op een brommer, ‘dan staan we er gekleurd op.’ Tegen die tijd kan ook hier een toeristisch bord langs de snelweg worden geplaatst met ‘Industriekultur’. Wel springlevend is de ontspanning van de Kumpels: voetbal. Schalke 04 bouwt een afslag verder een nieuw stadion: de tribunes worden deels uitgegraven in een zwarte berg mijnsteen. Een uitkijkpost van steigerpijpen biedt een blik op de bouwplaats, en op de mijnbergen en cokesfabrieken verder naar het westen. Van bovenaf toont het Ruhrgebied iets van zijn oude, gehavende gelaat.
Bij Oberhausen dreig ik de E3 kwijt te raken. Het Duitse wegnummer BAB 2, voluit Bundesautobahn 2, gaat over in de 3 en dan word je de 42 opgestuurd naar Venlo. Maar ik neem de oude route, dwars door het meest industriële stuk van het Ruhrgebied. Juist hier wijken eindelijk de geluidsschermen. Jammer misschien voor de bewoners, een opluchting voor de automobilist die woonkazernes en chemische fabrieken aan zich voorbij ziet trekken. In Duisburg komen daar de oude pakhuizen bij, sommige half ingestort. Maar ook hier bedriegt de schijn: het havengebied wordt ‘gerevitaliseerd’, naar Amsterdams voorbeeld zijn er zelfs ‘grachten’ gegraven om de yuppenappartementen couleur locale te geven.
In restaurant Zu den Linden, onder aan de laatste afslag voor de grens, informeer ik naar de E3-discotheek die hier ergens moet zijn. Ze blijkt in de jaren tachtig verplaatst naar Geldern en ligt nu twintig kilometer van de weg af. ‘Je schrijft E-Dry, dat ziet er Engels uit’, vertelt een van de kaartende mannen aan een Stehtisch. ‘Daar komen jongeren uit de wijde omtrek om de hele nacht te dansen, vooral veel uit Venlo.’ Vroeger kwamen ze er zelf ook, maar die tijd is lang voorbij. Bijna net zo lang als de omnummering van de E3 tot E34