‘Goedemorgen’, zegt de oude wielrenner die op de pont een shaggie staat te draaien. ‘Goedemorgen’, zeg ik netjes terug, want hij heeft mijn blik weten te vangen. ‘Uw spatbord zit los, daar moet een moertje op’, zegt hij, een beetje wegkijkend. ‘Nou, volgens mij eigenlijk een boutje’, antwoord ik. ‘Dat heb ik ook bij me, zet ik er dadelijk wel even op.’
En inderdaad zet hij op de kade zijn fiets aan de kant, haalt zijn gereedschap tevoorschijn en zet mijn spatbord vast. Dat doet hij vaker, vertelt hij, mensen helpen met banden plakken, kettingen erop leggen, moertjes vastzetten. Hij heeft bijna veertig jaar op de begraafplaats gewerkt, Zorgvlied, en nu is hij afgekeurd.
Niet in het rood staan en niet pikken, dat zijn de belangrijkste lessen die hij van zijn vader heeft meegekregen. En altijd netjes op jezelf zijn. Af en toe breken de tics door op zijn gezicht, bijvoorbeeld als hij het over zijn moeder heeft die nieuw ondergoed wil kopen – ‘dat is toch een normaal woord, want ik wil geen rottigheid’ – maar verder heeft hij zich goed in de hand. Als hij merkt dat ik af dreig te haken, schakelt hij gewoon een tandje terug. Dat is het voordeel van wielrenne
De wielrenner
'Goedemorgen', zegt de oude wielrenner die op de pont een shaggie staat te draaien. 'Goedemorgen', zeg ik netjes terug, want hij heeft mijn blik weten te vangen. 'Uw spatbord zit los, daar moet een moertje op', zegt hij, een beetje wegkijkend.