Alle ‘negatieve’ woonomgevingen zijn er de afgelopen tien jaar verdwenen en het aantal mensen dat met een score ‘matig’ moet leven is ruim gehalveerd. Daarmee betoont Deventer zich een goede middenmoter, te meer omdat de verbeteringen goed gespreid zijn over de hele stad.
Het centrum en het aanpalende Noordenbergkwartier maakten een ‘grote positieve ontwikkeling’ door, met name dankzij de verbetering van de bevolkingssamenstelling. De omgeving van de Begijnensteeg ging van ‘matig’ naar ‘positief’. De singels en de kade groeiden door naar ‘zeer positief’.
De Rivierenwijk, Deventers bijdrage aan de Vogelaarlijst, deed het eveneens goed. Ondanks de afnemende sociale samenhang vond in het hart van de wijk een ‘grote positieve ontwikkeling’ plaats. Verbetering van publieke ruimte, bevolkingssamenstelling en veiligheid zorgden dat de westelijke zijde van de Amstellaan haar ‘zeer negatieve’ score inruilde voor ‘matig’, ook de grote ‘negatieve’ delen van deze wijk klommen op naar dit niveau.
Het enige minpuntje is de ‘beperkt negatieve ontwikkeling’ rond de Jan van Arkelstraat in het Landsherenkwartier in het noorden van Deventer. Verslechtering van veiligheid, publieke ruimte en vooral voorzieningenniveau zorgde voor een terugval van ‘matig positief’ naar ‘matig’. Daar staat tegenover dat de iets zuidelijker gelegen flats rond de Lebuinuslaan opklommen van ‘negatief’ naar ‘matig’. Deze ‘beperkt positieve ontwikkeling’ is te danken aan een verbetering van de bevolkingssamenstelling en vooral van de sociale samenhang.