Op de satellietbeelden van Google Maps oogt het Westland industrieel en onbeweeglijk: hier heersen de harde lijnen en de rechte vlakken. Slechts hier en daar ligt een klein lapje groen met een woonhuis erop. De aanblik op de kaart van Falkplan is nog doodser: het grootste deel van de ruim honderd vierkante kilometer is egaal roze, de kleur waarmee kassen worden aangeduid.
Uniform en onherbergzaam, dat zijn de overheersende indrukken. Maar het is flauw om een gebied vanachter een bureau te diskwalificeren, dus er zit niets anders op dan te gaan kijken. Omdat de afstanden te groot zijn voor een wandeling maak ik er een alternatieve NS-dagtocht van: met een huurfiets van station Maassluis naar station Delft. En waar Theseus een wollen draad gebruikte toen hij zich het labyrint in waagde, schakel ik simpelweg de routeregistratie van mijn mobiele telefoon in om mijn tocht vast te leggen.
Wat er van boven uitziet als een legpuzzel van standaardrechthoeken in alle tinten tussen wit en grijs, blijkt vanaf het fietszadel een bonte verzameling kassen. Ook in het Westland rukt de moderne megakas van tien hectare per stuk op, maar je ziet hier ook nog veel oude exemplaren met witgekalkte ramen en ik stuit zelfs op een kas met bakstenen muren, stammend uit de tijd dat glas te zwak en te kostbaar was om er een hele kas van te bouwen.
Ook het landschap zelf verandert onder je banden. Er zijn heel smalle, langgerekte kavels met sloten aan weerszijden, maar ook ogenschijnlijk lukraak geplaatste kassen waar de spaarzame wegen als canyons doorheen lopen, die op hun beurt weer plaatsmaken voor nieuw opgespoten terreinen die zijn ontworpen op de draaicirkel van grote vrachtwagens. De modernisering zorgt echter niet altijd voor strakkere lijnen: de waterbergingen-nieuwe-stijl zijn ecologisch ingericht met slikplaten en moerasplanten. Er is sowieso veel meer water dan de kaarten doen vermoeden. Voor transport worden de sloten en vaarten allang niet meer gebruikt, maar om te spelevaren zijn ze populair en dus liggen achter de kassen steigers met bootjes.
Hoe grootschalig de kassen ook worden, nog steeds staan er woonhuizen tussen. Een eigenaar die bij zijn bedrijf woont, kom daar maar eens om op een gewoon bedrijventerrein. De Westlander laat graag zien dat hij goed heeft geboerd: de catalogusbouw is hier letterlijk tot grote hoogte gestegen, Dallas in de polder. Om de illusie te vervolmaken worden kassen meestal afgeschermd met coniferen en ander schaamgroen. Vergeefs, de strakke daklijnen blikkeren er bovenuit. Maar niet iedereen wil zijn wortels verdoezelen, soms zie je naast de praalzucht ineens weer kleine overgeschoten hoekjes waar tuinders in de volle grond een strookje aardbeien planten en ouderwetse landjes waar kinderen hutten bouwen van pallets.
Overal staan borden ‘Scholieren gevraagd’, het lijkt wel codetaal voor illegale plukkers. Maar dat de tuinbouw ook gespecialiseerd werk biedt, valt af te lezen aan de reclameborden van gasturbinebouwers en vernevelaars, van kasdekreinigers en teeltvloerleveranciers, van kassenslopers en installateurs van meet- en regelsystemen. En van een mobiele kapster, die op haar omgebouwde SRV-wagen in zes talen adverteert, waaronder Russisch.
Af en toe kom je ze tegen op hun zondagse blokje om, de noeste werkers uit het oosten. Een beetje onwennig wandelen ze tussen de strakke glaswanden, soms vergezeld van hun meisje. In de late avondzon, als ik mijn weg zoek richting Delft, zie ik op een hoek een jonge vrouw in een prieeltje zitten dat aan alle kanten is omgeven door kassen. Omdat ze uit het zicht van de woning zit, waant ze zich onbespied.
Met haar wringende handen in haar schoot en haar vertwijfelde blikken in het niets is ze een levend zinnebeeld van de heimwee. Aan haar laat het Westland zich van zijn onherbergzaamste kant zien.
De route plus foto’s zijn te bekijken op everytrail