Weg met die schuldgevoelens over autorijden. Wat een ouderwetse kletspraat dat dat slecht zou zijn voor het milieu. Sterker nog, je bewijst de natuur er tegenwoordig een dienst mee: hoe meer je rijdt, hoe schoner.
Shell kwam onlangs namelijk met een nieuw soort benzine: Pura geheten. Zo puur, zo zuiver dat het op de reclameposters als een waterval uit een benzineslang komt en zich vermengt met de rollende branding van de oceaan. Benzine met de wilde frisheid van limoenen. Ook de kinderen worden niet vergeten. Shell sponsort ‘natuur/milieu-educatie’ voor de hoogste groepen van het basisonderwijs. En laat daarbij ook nog eens zijn sociale gezicht zien: ‘kinderen van financieel minder draagkrachtige ouders’ krijgen een bijdrage in de kosten. Want arme mensen kunnen wel eens rijk worden, en tegen die tijd moeten ze ook allemaal bij Shell gaan tanken.
Concurrent BP heeft de daken van zijn tankstations voorzien van zonnepanelen. ‘Plug in the sun’, heet het sprookje hier, ‘we can fill you up by sunshine’. Natuurlijk gooi je daar gewone benzine in je tank, maar het tankstation zelf draait op zonne-energie. Als eerste werd een station aan de Amsterdamse ringweg aangepakt. Een elektronische teller houdt de score bij, sinds 7 september jongstleden is er 4.757,05 kWh geproduceerd. Dat klinkt heel wat, maar laten we eens even rekenen: 268 dagen van 24 uur is ruim zesduizend uur, dat betekent dat de zonnepanelen net genoeg energie leveren om twaalf lampen van zestig Watt te laten branden. Twaalf hele lampen. Van zestig Watt. ’t Is toch wat.
Natuurlijk is autorijden slecht voor het milieu. Maar we willen een goed gevoel over onszelf hebben, dus verzinnen de oliemaatschappijen een praatje voor de vaak. En we laten ons o zo graag in slaap sussen.
Het irritantste aan de leugens van Shell en BP is niet eens de aansporing om nog meer te consumeren en nog meer schade toe te brengen aan het natuurlijke milieu. Nee, de natuur herstelt zich wel, al dan niet met de mens als bewoner. De geestelijke milieuvervuiling van deze campagnes is veel erger.
‘Gelukkige slaven zijn de grootste vijanden van de vrijheid’. Die tekst stond begin jaren zeventig op ‘de bunker’ in Eindhoven. De bunker was een laag betonnen gebouw tegenover de Technische Hogeschool waar de studentenverenigingen een onderkomen vonden. Als klein mannetje begreep ik niet veel van de slogan, maar ik voelde wel de dreiging die uitging van de manshoge zwarte letters. Het had iets te maken met arbeiders die werden uitgebuit, en dat die in opstand moesten komen. Maar ja, als ze nou toch gelukkig waren?
Dertig jaar later is de geschiedenis ten einde gekomen en bestaat de arbeidende klasse niet meer. We zijn nu allemaal consumenten geworden, gelukkige consumenten die zich als kwabbige baby’s laten meedrijven op de stroom, hun open mondjes opheffend naar elke tepel die voorbij komt. ‘Jij bent uniek’, fluisteren de marketeers ons toe. ‘Het gaat om jouw geluk’, kwelen ze, ‘geef je over, geloof ons nou maar, wij regelen alles voor je.’ Het sterkste staaltje hoorde ik laatst op een video van Projectbureau Hoog Catharijne. Het winkelcentrum wordt volgend jaar geheel verbouwd en de projectontwikkelaar legde de winkeliers uit wat er allemaal gaat gebeuren. Natuurlijk kreeg iedereen de belofte dat hij er niet op achteruit zal gaan, en toen kwam de onsterfelijke zinsnede: ‘Want uw belang, is ons belang, is ook ieders belang en is uiteindelijk het belang van de consument.’ Gelukkige consumenten hebben helemaal geen vrijheid nodig.
Tijs van den Boomen
Consument