Amsterdam, Kolenkit, 20 januari 2015
Beste Hans Leeflang,
Het valt niet mee om terug te zijn in de oude stad: de huizen vlak op elkaar, de volle straten, de drukte. Het lijkt wel of er een grauwsluier hangt over de mensen en de dingen. Wat is dat voor collectieve verdwazing dat ‘het’ hier zou gebeuren, omdat ‘het’ hier authentiek zou zijn? Wat is er eigenlijk zo begeerlijk aan die vermoeide oude steden?
Maar zelfs hier in de Kolenkitbuurt, die lang de Vogelaarlijst aanvoerde, zie ik nieuwe gebouwen, strakke speelplekken en braakliggende terreinen met bomen in bakken. Ha, Vinex, denk ik dan.
Vinex is een vreemd begrip, dat voortdurend van betekenis verandert. Het begon als een ambtelijke nota die de internationalisering van Nederland op de kaart zette, het werd ingeperkt tot een stedelijke woningbouwopgave, verengde vervolgens nog verder tot de wijken die na 1995 aan de stadsranden werden gebouwd en dijde daarna weer uit tot de aanduiding voor suburbane nieuwbouwwijken, waar de ware stedeling nog niet dood gevonden zou willen worden. En nu ik, terug in de oude stad, om me heen kijk, denk ik: Vinex staat gewoon voor nieuw & fris – Vinex is overal.
Met hernieuwd gemoed,
Tijs van den Boomen