Na vier uur ’s middags zijn de straten van Kirkenes, een stadje op de grens van Noorwegen en Rusland, uitgestorven. Je ziet niemand lopen, een passerende auto is een gebeurtenis. Alleen voor de kerk staat steevast een groep Russische vissers te roken. ’s Avonds wordt hier namelijk de ‘zeemanskerk’ gehouden en binnen geldt naar goed Scandinavisch gebruik een algeheel rookverbod.
De Russen liggen met hun boten in de kleine haven van Kirkenes en wachten op de reparatie van hun schip. Vaak duurt dat maanden, als de eigenaar de rekening van de scheepswerf niet kan betalen blijft het schip nog veel langer aan de kade. Week in, week uit bikken de vissers overdag de roest van het schip, ’s avonds hangen ze rond en vervelen zich te pletter. Tien dollar per 24 uur is een flinke som in thuishaven Moermansk, hier in Noorwegen is het niet eens genoeg voor twee bier. Dus drinken ze koffie en thee in de kerk, spelen er tafelvoetbal en biljart, nemen een douche of sauna. Soms vissen ze vanaf hun boten met lange lijnen op krabben om hun karige maaltijden aan te vullen.
Het lot van Kirkenes is altijd verbonden geweest met Rusland. Het stadje van zesduizend inwoners ligt aan de monding van de Barentszee en beheerst de toegang tot Moermansk, een van de weinige ijsvrije havens van Rusland. Die strategische ligging werd Kirkenes in de oorlog fataal: Duitsers en Russen leverden hier verbitterd slag, alleen Malta werd zwaarder gebombardeerd. De bevolking overleefde de oorlog in een oude gang van de ijzermijn.
Eind oktober 1944 was Kirkenes de eerste Noorse stad die bevrijd werd, een standbeeld van een Russische soldaat met een machinegeweer herinnert daar nog aan. De dankbaarheid werd wat minder toen het IJzeren Gordijn eind 1991 werd neergehaald en Russen plotseling de grens over mochten. De straten raakten verstopt met handelaren, Russische vrouwen prostitueerden zich openlijk op straat.
De Noorse overheid greep in: de politie bestreed de criminele uitwassen en de straathandel is tegenwoordig netjes gereguleerd op een donderdagse weekmarkt. De prostitutie is verschoven naar een Noors stadje veertig kilometer verderop. De vraag naar goedkope wodka is ingestort omdat de Noren, door schade en schande wijs geworden, de inferieure kwaliteit van de zelfstook niet meer vertrouwen. Eigenlijk is er alleen nog wat sigarettensmokkel via de Russische vissers. De kleine criminaliteit is dus goeddeels onder controle, dat kan van de grote milieuproblemen vlak over de grens maar ten dele worden gezegd. Bij helder weer zie je de rookpluimen van de mijnen in het plaatsje Nikel, dat vernoemd is naar de grondstof die er gewonnen wordt. De mijn stootte in zijn eentje zesmaal zoveel zwavel uit als heel Noorwegen bij elkaar en is inmiddels met Noors geld gesaneerd. In de Barentszee ligt een kerkhof van Russische atoomonderzeeërs, afgewerkte splijtstofstaven en vaten kernafval. Er duiken ook nieuwe problemen op: Japan en Rusland willen een zeevaartroute voor olietankers onderlangs de noordpool, een bedreiging voor de kwetsbare permafrost.
De Russen in Kirkenes leven sterk gescheiden van de Noren. ‘Wij hebben onze eigen tijd,’ zegt Alexander van het schip Pulva, ‘Russische tijd.’ Zijn horloge wijst inderdaad twee uur later aan dan de Noorse, het tijdverschil tussen Kirkenes en Moermansk. Het wil er bij hem niet in dat hij daardoor al om zes uur ’s morgens moet beginnen te werken. ‘Klopt niet, wij beginnen gewoon om acht uur.’
Alexander en zijn maat Sergej liggen al zes maanden in de haven van Kirkenes. Al die tijd zijn ze slechts eenmaal bij vrouw en kinderen op bezoek geweest, terwijl Moermansk toch maar 150 kilometer rijden is en er vijfmaal per week een bus gaat. Maar ja, het geld. Hij is blij dat ze straks weer drie maanden de zee op kunnen om te vissen, dat verdient beter.
Stel je bij de Russische schepen geen volautomatische drijvende visfabrieken voor. In de buik van het 62 meter lange schip staat weliswaar een lopende band, maar het werk gebeurt gewoon met de hand. Sergej demonstreert de cirkelzaag waarmee hij de vissen van hun kop ontdoet. Daarna met een mes de darmen eruit en hup in plastic bakken waar ze worden afgedekt met ijs. Zelfs nu het schip al bijna een halfjaar aan de kant ligt ruikt het nog doordringend naar vis.
Op het oog ziet de Pulva er weer prima uit, de roest is verdwenen en het schip zit weer bijna helemaal in de verf. ‘Goede boot’, prijst Alexander tijdens de rondleiding. ‘Wij noemen het een drijvende doodkist’, vertelt vrijwilligster Turid Bye van de zeemanskerk later, ‘als je er een brandslang op zet spuit je er zo een gat in.’
Net als de andere Russische schepen ligt de Pulva aan de kade waar vroeger de ertsschepen aanmeerden. De transportbanden en hijskranen herinneren aan Kirkenes’ ijzeren verleden. Het stadje dankt zijn welvaart namelijk aan ijzermijn Sydvaranger.
Toen Kirkenes in de Tweede Wereldoorlog compleet van de kaart was geveegd van de oorspronkelijke vierhonderd huizen stonden er nog maar 39 overeind zorgde Sydvaranger voor werkgelegenheid, gezondheidszorg en culturele verenigingen, maar ook voor woningen, scholen, straten, elektriciteitscentrales en musea.
In de jaren zeventig beleefde de mijnbouw zijn hoogtepunt, er werkten toen twaalfhonderd mensen. Langzaam zette het verval in, maar de Noorse regering hield staatsbedrijf Sydvaranger met subsidies overeind. Groot was de ontreddering toen het doek in 1996 toch viel. ‘Het was een ramp voor de gemeenschap’, zegt Thorstein Abrahamsen, de administratief directeur die nog steeds bezig is met de afwikkeling van de boedel. ‘Jonge mensen vertrokken naar het zuiden, ouderen werden vervroegd met pensioen gestuurd of gingen de ziektewet in. We hebben nu nog maar zes man in dienst om de gebouwen in stand te houden.’ Verleden jaar meldde zich onverwachts een gegadigde voor de mijn, een Australisch bedrijf dat gespecialiseerd is in dagbouw. Australian Bulk Minerals nam een deel van de oude boedel over en is nu op zoek naar 150 miljoen gulden om de mijn weer op te starten. Ook als dat lukt zullen de goede, oude tijden van Sydvaranger niet terugkeren, het motto luidt ‘leaner and meaner’. Het werk zal worden uitbesteed aan een contractor uit het zuiden van Noorwegen die zijn eigen personeel meebrengt. Pas op termijn zullen eventueel lokale arbeidskrachten worden ingeschakeld. Voorlopig verdient Kirkenes zijn geld met de reparatie van Russische schepen.
Multiculti
De Noorse regering moet veel moeite doen om het noorden van het land bevolkt te houden. Er zijn vier ‘bronnen’ van nieuwkomers:
• Afgestudeerden. Voor elk jaar dat iemand boven de poolcirkel werkt, krijgt hij tien procent van zijn studiebeurs kwijtgescholden. Margrete Alnes, werkzaam bij een NoorsRussisch samenwerkingsverband: ‘Het is niet de vraag of je van het klimaat hier houdt, maar of je erin slaagt om het te overleven.’
• Dienstplichtigen. Het legergarnizoen van achthonderd man zorgt voor een constante aanvoer van jongens uit het hele land. Dokter Hubert: ‘Als arts heb je een streepje voor, ik heb bedongen dat ik niet in de kazerne hoef te slapen en dat ik mijn vrouw mee mocht nemen.’
• Asielzoekers. De Noorse regering kan zelf beslissen waar vluchtelingen zich moeten vestigen. Ibrahim (22), een Koerd die zijn geboorteland Irak ontvluchtte toen hij in dienst moest: ‘Hoe ik in Kirkenes terecht ben gekomen? Just bad luck.’
• Avonturiers. Het hoge noorden biedt kansen en belastingvoordelen. De eigenaar van restaurant Casablanca: ‘Twee van mijn broers woonden al in Noorwegen, een in Oslo en een in Tromsø. Hier zat nog geen Marokkaan.’ Ook Russische vrouwen wagen een gokje in Kirkenes, als winkeljuffrouw, schoonmaakster of echtgenote.
Door al deze immigratie is het straatbeeld van Kirkenes veel minder blond dan je zou verwachten. Op 6.000 inwoners herbergt het maar liefst veertig nationaliteiten, plus zeventien mensen van wie de herkomst onbekend is.
• Algerije
• Bosnië-Hercegovina
• Chili
• China
• Colombia
• Cyprus
• Denemarken
• Duitsland
• Ethiopië
• Finland
• Groot-Brittannië
• Guatemala
• India
• Irak
• Iran
• Israël
• Ivoorkust
• Joegoslavië
• Korea
• Marokko
• Moldavië
• Nederland
• Nigeria
• Noorwegen
• Oekraïne
• Pakistan
• Filippijnen
• Polen
• Rusland
• Syrië
• Somalië
• Sri Lanka
• Thailand
• Turkije
• Venezuela
• Verenigde Staten
• Wit-Rusland
• Zambia
• Zwitserland