Het leven op de zeventigste breedtegraad is hard. In de winter duurt de nacht hier twee maanden, in de zomer schijnt twee maanden de midzomernachtzon. Als het tenminste niet bewolkt is, want dan is Kirkenes gedrenkt in een koud, grijs licht dat elk object apart lijkt uit te lichten als op een ingeflitste foto. Elke boom, elk bankje, elke auto staat onbeweeglijk stil, alsof ze stuk voor stuk zijn vastgelijmd en tot in lengte van dagen stom moeten blijven staan. Zelfs de reusachtige meeuwen die uitdagend op autodaken staan, bewegen hun vleugels in slow motion. Ook de spaarzame geluiden een fietsbel, een man die houthakt, een auto klinken geïsoleerd.
Slechts eenmaal per jaar wordt de stilte doorbroken, tijdens de aanloop naar de nationale feestdag op 17 mei. Net als bij de Nederlandse Koninginnedag heeft de jeugd het feest verschoven naar de voorafgaande nacht. Er zijn twee verschillen: in Kirkenes is het dan licht, en Noren gaan gedisciplineerd uit hun dak.
Eindexamenkandidaten beëindigen ’s nachts hun ‘Russ’, een periode van anderhalve week waarin ze alles mogen doen wat God verboden heeft. Het vreemde is alleen dat ze dat allemaal op dezelfde manier doen, met een tandenborstel zebrapaden schoonmaken bijvoorbeeld. Iedereen gaat gekleed in rode en blauwe overalls, versierd met standaardteksten.
De hele nacht lopen loopt de meute rondjes langs de drie cafés die het stadje telt en langs de patatkraam waar je warme worst kunt kopen. Hangen, lallen, kijken, stoeien. Alleen zingen doen ze niet, dat is de Noor te frivool. De dronken pantoffelparade gaat vergezeld van een stoet auto’s die rondjes rijdt in tegenovergestelde richting: jongeren in opgedofte Amerikaanse sleeën en bezorgde ouders in Volvo’s en space wagons op zoek naar hun dochter. File in een middernachtzonverlicht stadje
Midzomernachtfile
Net als bij de Nederlandse Koninginnedag heeft de jeugd het feest verschoven naar de voorafgaande nacht. Er zijn twee verschillen: in Kirkenes is het dan licht, en Noren gaan gedisciplineerd uit hun dak.