‘Niet ieder van jullie ziet mij en ik zie niet ieder van jullie. Maar ik voel jullie en jullie voelen mij.’ Deze woorden brulde Hitler in 1936 tegen de honderdduizenden aanhangers die zich voor de Zeppelintribune in Neurenberg hadden opgesteld voor de Reichsparteitag. Precies dat effect streefde de nazi-architectuur na: de Führer als middelpunt van zijn volksgemeenschap.
Ook al is de zuilengalerij in de jaren zestig opgeblazen, toch biedt de 360 meter lange tribune nog altijd een indrukwekkende aanblik. En midden op de tribune steekt nog steeds prominent het bordes naar voren van waaraf Hitler zijn redevoeringen hield: de Führerkanzel.
Ook de verderop gelegen Kongreßhalle getuigt nog van de ‘Kolossalstil des Dritten Reiches’. Het Colosseum van Rome diende als inspiratiebron, maar het voorbeeld moest wel worden overtroffen, dus werd de ovale hal bijna tweemaal zo hoog en bijna anderhalf maal zo lang. Het gebouw, dat bekleed is met graniet dat in vier concentratiekampen door gevangen werd gehakt, is nooit helemaal afgekomen. Maar het staat wel nog steeds overeind en blijft de stad Neurenberg, de meeste Duitse van alle steden, in verlegenheid brengen: wat te doen met een erfenis die zo beladen is en vooral zo reusachtig groot?
Plannen voor het elf vierkante kilometer tellende Reichsparteitaggelände varieerden van totale sloop van alle nazi-elementen tot commerciële exploitatie: de Kongreßhalle zou bijvoorbeeld mooi kunnen dienen als voetbalstadion. De historische en financiële knoop is echter zo ingewikkeld dat alle plannen strandden. Het bleef bij kleine deeloplossingen: in één hoek van Kongreßhalle is een documentatiecentrum gebouwd, maar ook de kanovereniging en het symfonie-orkest van Neurenberg hebben er onderdak gevonden.
De grote vlakte voor de Zeppelintribune bleek uitermate geschikt voor motorrijlessen, en voor skaters verrezen aan de achterzijde van de tribune een paar ramps. Op het exercitieveld vinden concerten plaats ‹ onder andere de Stones en Dylan traden er op ‹ en op een bijveld staat permanent een trampoline met tien springplekken opgesteld. Ondertussen overwoekert gras de zijtribunes en hebben konijnen overal vrij spel. ‘Trivialisering’ noemde de Neurenbergse hoogleraar Hermann Glaser deze aanpak. En juist het ontbreken van een alomvattende visie blijkt in de praktijk een passend antwoord te geven op de megalomane aanspraken van de nazi’s, een effectief tegengif tegen de grootheidswaan van het duizendjarige rijk. Het mooiste voorbeeld is misschien wel het kleine houten kruis dat schuin tegenover de Zeppelintribune staat. ‘Dominic 1988-2003’ staat op het messingplaatje, met een stukje touw is er een pluchen elandje aan gebonden.
‘Een kruis? Tegenover de Zeppelintribune?’ Hans Teubrich, de directeur van het documentatiecentrum, weet desgevraagd van niets. Tot zijn verontschuldiging draagt hij aan dat er ook zo veel gemeentelijke diensten over dit terrein gaan. De naam Dominic zegt hem echter wel wat: het is de jongen die vorig jaar voor de tribune is doodgereden bij een illegale straatrace. Sindsdien is dat stuk afgezet voor het verkeer.
De vader van Dominic Hirsch heeft het kruis meteen na het ongeluk neergezet. Om de dood van zijn zoon te gedenken, maar ook uit woede over de lage straf die de dader kreeg: negen maanden voorwaardelijk. Officieel had hij toestemming voor zo’n monument moeten vragen, maar dat bleek niet nodig: de autoriteiten waren meteen ter plekke om een stalen paaltje in de grond te slaan waar hij het kruis tegenaan kon schroeven. Hirsch: ‘De stad had blijkbaar een slecht geweten, want iedereen wist al lang dat hier illegale races plaatsvonden.’
Op Dominics website schrijft de vader: ‘Uiteraard had hij daar op dat moment niet mogen rondhangen. Maar gaat u maar bij u zelf na: wat spookte u op die leeftijd uit? Er zullen maar weinig mensen zijn die zich voor honderd procent aan de regels hebben gehouden.’ En daarmee richt Hirsch de blik naar binnen

Neurenbergs tegengif
'Niet ieder van jullie ziet mij en ik zie niet ieder van jullie. Maar ik voel jullie en jullie voelen mij.' Deze woorden brulde Hitler in 1936 tegen de honderdduizenden aanhangers die zich in Neurenberg hadden opgesteld voor de Reichsparteitag.