Stéphane heeft een vrije middag en komt rechtstreeks van de pingpongclub naar kinderopvang de Messenmaker. Zijn dochtertje Faustine, een beeldig roodharig meisje, krijgt een knuffel, maar is niet in het minst uit het veld geslagen als papa vertelt dat hij eerst even met mij moet praten. We gaan in een sjofel zijkamertje zitten, waar zijn vrouw Noélie, die stijlvol een paar minuten te laat komt, aanschuift.
Ze zijn oudgedienden, beiden wonen al bijna vijftien jaar in Nederland, maar pas veel recenter werden ze een stel. Stéphane had toen al twee kinderen. Meteen na de geboorte hebben ze Faustine ingeschreven voor de International School, maar, zegt Stéphane: ‘Ze gaat straks gewoon naar de basisschool om de hoek.’ Dat is opmerkelijk, want zijn oudste kinderen kwamen in het reguliere onderwijs niet goed uit de verf, waarop hij ze alsnog op de International School deed: ‘We kennen het systeem nu, als je meer weet, durf je ook meer risico te nemen. We just give it a shot.’ Noélie, fijntjes: ‘We houden de International School aan als back-up.’
Stéphane is een groot fan van Nederland: ‘Hier kun je om drie uur naar huis gaan. Als je in Frankrijk om vijf uur weggaat, vragen ze of je een halve dag vrij neemt.’ Zij roemt de kraamzorg: ‘Je leert hier in je eigen omgeving wat je moet doen, in Frankrijk zit je na de ziekenhuisbevalling ineens onwetend thuis.’
Terwijl zij de joie de vivre mist, kan hij het plompe van de Nederlander juist wel waarderen. Blijmoedig poneert hij: ‘We blijven hier altijd wonen.’ Een beetje bedenkelijk reageert zij: ‘Nou, mijn pensioen hoop ik hier toch niet te halen.’ Lovend en biedend worden ze het erover eens dat ze zeker nog tien, vijftien jaar blijven.
Noélie overweegt in Oerle, waar ze sinds kort wonen, bij de harmonie te gaan: ‘Ik wil niet meer alleen toeschouwer zijn, maar ook meedoen. Maar ik voel me nog niet sterk genoeg. Gewone, alledaagse chitchat in het Nederlands, dat lukt me niet.’ Dat blijkt zelfs voor Stéphane, die bijna accentloos Nederlands praat, lastig. ‘Bij de pingpongvereniging dwingen ze me Nederlands te praten en dat is hartstikke goed, maar socializen blijft inspannend.’
Oudgedienden
Veldhoven is een global village, die mensen van over de hele wereld trekt. Een serie portretten van opvallende nieuwe Veldhovenaren. Deze week: Stéphane en Noélie Ronchi-Wojewoda uit Frankijk.