De eerste paal van de Kalvertoren was eind 1995 al geslagen toen monumentenbeschermers er alsnog in slaagden hem een flinke kop kleiner te maken. De ontwikkelaar was namelijk vergeten een ‘hoogte-effect-rapportage’ te laten maken en dus mocht de toren niet hoger worden dan dertig meter. Vanaf de straat is de hoekige glazen opbouw daardoor nauwelijks zichtbaar, maar omgekeerd is het uitzicht maximaal: vanuit het restaurant bovenin sta je op ooghoogte met de klok van de Munttoren en onder je is de wirwar van daken en uitbouwen bijna tastbaar.
Hier zie je in één klap wat stedenbouwkundigen bedoelen met morfologie: de fysieke verschijningsvorm van de stad met al zijn historische eigenaardigheden. En je snapt ook meteen waarom het oudste deel van de binnenstad met gemak weerstand biedt aan sturing van bovenaf: al die panden, opbouwen en scheve hoekjes zijn in bezit van verschillende eigenaren, elk met zijn eigen agenda.
Als je op donderdagavond komt zie je bij het vallen van de avond nóg wat. Of beter gezegd: je ziet iets niet. In alle richtingen floepen de lichten aan, maar aan de kant van de Dam blijven de meeste ramen donker: hier woont bijna niemand meer. Als ik op mijn tenen ga staan kan ik net het dakterras zien van het huis in de Handboogstraat waar ik vannacht zal logeren. Via Airbnb, het symbool van het grote graaien, de verwoester van sociale cohesie.
Daniel (27) is een Amsterdammer met Britse hippie-ouders, zijn 29-jarige vrouw Julia-Beth een Zuid-Afrikaanse. Hun keuze twee jaar geleden om een bed and breakfast te beginnen was puur rationeel: ze konden geen woning vinden en de verhuur van twee kamers brengt genoeg geld op om de huur van 2.900 euro per maand te dragen. Profiteurs die illegaal hun woning uitmelken, zou je makkelijk kunnen denken. Maar nog los van het feit dat het legaal is omdat ze er zelf echt wonen en minder dan veertig procent van hun woning verhuren, oefenen ze uit welbegrepen eigen belang juist een positieve invloed uit op de buurt.
Ze houden contact met Disco Dolly, de Bloemenbar en de coffeeshop onder hen en ze bellen de politie als er weer eens veel fietsendieven staan te venten of als de herrie echt uit de klauwen loopt. Tegen hun grootste ergernis kunnen ze trouwens niks doen: het draaiorgel dat driemaal per week om half vijf onder hun raam staat. Ruud, de draaiorgelman, is zich van geen kwaad bewust, het grote voordeel van de binnenstad is volgens hem dat je steeds nieuwe mensen hebt: ‘In de Jordaan sta ik alleen op zaterdag, daar hoef ik het echt niet te proberen om elke dag te komen.’
En de prijsopdrijvende werking van Airbnb dan? Een, overigens omstreden, onderzoek van de ING Bank liet in april zien dat woningen een ton in waarde zouden stijgen. Maar ook dat blijkt in de shortstay-zone van de binnenstad juist in het voordeel van de stad te werken: het zijn juist de stijgende prijzen die de aanpak van leegstaande woningen boven winkels mogelijk maken. De subsidie voor de onrendabele top van maximaal 25.000 euro is steeds minder vaker nodig, merkt stadsdeelbestuurder Jeanine van Pinxteren. Dit jaar zijn er al 23 woningen boven winkels opgeleverd en zijn er nog eens 41 in uitvoering, dat is driemaal zoveel als de doelstelling.
De afgelopen tien jaar is het aantal inwoners rond het Rokin met ruim een vijfde gestegen. In absolute zin gaat het om bescheiden aantallen, want hier wonen nog steeds maar iets meer dan duizend mensen, in de ongeveer even grote Elandsgrachtbuurt zijn dat er viermaal zoveel. Maar toch helpt het de buurt vooruit: de 186 nieuwe bewoners creëren misschien nog niet meteen sociale cohesie, maar de sociale veiligheid gaat er wel door omhoog. De zittende bewoners juichen de komst van nieuwe buren dan ook toe, maar liefst twee derde pleitte in een recente enquête van OIS voor meer woningen.
Vreemd is dat niet, want het gebied tussen Oudezijds Voor- en Achterburgwal is nog steeds een ijle zone, waar je bijna nooit iemand zijn hond ziet uitlaten of voor zijn deur ziet zitten. Deze buurt pulseert op het ritme van de bezoekers, of het nu de hordes kooplustigen in de Kalverstraat zijn, of de drank- en toneelzuchtigen op de Nes.
In de zee van uniformiteit – rond het Rokin zitten maar liefst acht vestigingen van Tours&Tickets en vier winkels van H&M – vind je slechts hier en daar lokale eilandjes. Zoals de vaste ontbijttafel van oud-Hemamedewerkers en hun vrienden in de kelder van de Kalvertoren, café De Buurvrouw bij de Nes, waar je zo de jaren van voor het rookverbod instapt, en de wekelijkse boekenmarkt op het Spui. Ook de geveltuintjes in de Voetboogsteeg horen bij deze kleine oases van Amsterdamsheid. ‘Nee, die worden niet kapot gemaakt’, zegt de bewoonster van nummer 20, die net nieuwe planten in staat te graven, ‘tegen de tijd dat de schoonmakers van café Havelaar naar huis gaan, begint de patatboer met zijn voorbereidingen, er is dus altijd iemand wakker.’
Shortstay
Rond het Rokin liggen volgens de indeling van OIS drie buurtjes: Nes en omgeving, Begijnhofbuurt en Kalverdriehoek. Deze drie staan niet op zichzelf, er zijn in het oudste deel van de stad meer plekken met veel particuliere verhuur, weinig koopwoningen en nog minder sociale huur. Als er gewoond wordt, dan vooral door ‘nieuwe stedelingen’, mensen die na hun 18e naar de stad zijn gekomen. Ze blijven een paar jaar in deze buurten hangen, daarna zoeken ze elders in de binnenstad, of elders binnen de ring, een woning. Zowel voor nieuwkomers als toeristen fungeert de shortstay-zone als draaideur van de stad.
Het centrum heeft 14 shortstaybuurten, dit artikel zoomt in op de drie buurtjes rond het Rokin (Begijnhofbuurt, Nes en Kalverdriehoek). Alle buurten uit de shortstay-zone:
1. Begijnhofbuurt
2. Burgwallen Oost
3. Hemelrijk
4. Kalverdriehoek
5. Kop Zeedijk
6. Leidsebuurt Noordoost
7. Leidsebuurt Noordwest
8. Nes
9. Nieuwe Kerk
10, Nieuwendijk Noord
11, Oude Kerk
12. Reguliersbuurt
13. Rembrandtpleinbuurt
14. Spuistraat Noord