Snelwegen lijken een samenballing van pure efficiëntie. Alles is doorgerekend: de mobiliteitsbehoefte, de kromming van het wegdek, de vergezichten met bosschages, de verkooppunten van benzine en hamburgers, de maaischema’s van de berm, de melding van de files, de controle van de snelheid. En de parkeerplaatsen niet te vergeten, waar vakantiegangers na twee uur rijden een kwartier rusten en waar vrachtwagenchauffeurs de nacht doorbrengen als de tachograaf aangeeft dat ze niet verder mogen. Maar in de borst van de snelweg huizen twee zielen. De bosjes achter de parkeerplaatsen zijn plekken voor snelle, anonieme seks. Stoppen, door het gat in het hek, lopen, kijken, en, als de vonk overspringt, samen dieper de bosjes in. Na afloop gaan beide partijen hun weg weer, in de regel zonder een woord gewisseld te hebben.
Internetsite ‘De erotische snelweg’ vermeldt 71 ‘seksontmoetingsplaatsen’. De meeste plaatsen worden alleen bezocht door mannen, sommige zijn gemend. De Gaykrant maakt ieder jaar een overzicht van de Nederlandse banen, plaatsen waar homo’s elkaar ontmoeten. Grofweg de helft ligt aan snelwegen. Beide lijsten overlappen deels, bij de A2 staan vijf parkeerplaatsen vermeld.
Homoseksuele contacten op parkeerplaatsen hebben een lange geschiedenis. In het achttiende-eeuwse Amsterdam moesten kooplieden hun wagens achterlaten aan de stadspoorten en daar ontstonden ontmoetingsplaatsen voor homo’s. In de vorige eeuw verplaatste de scene zich naar de krullen, de openbare toiletten in de binnenstad. Socioloog Mattias Duyves beschrijft in zijn artikel In de ban van de bak hoe een vaste pantoffelparade van mannen langs de pisbakken schuifelde. Toen de krullen werden afgebroken om parkeerplaatsen aan te leggen, verdween het cruisen naar de darkrooms en naar de randen van de stad, ‘where the streets have no name’. En zo keerde de anonieme seks terug naar de parkeerplaatsen.
Krantenknipsels over seks langs de snelweg zijn er volop, maar er is nauwelijks onderzoek naar gedaan. Leather Nights in the Woods is de enige serieuze studie. Daarin beschrijft Maurice van Lieshout de maandagavond-scene van leernichten op de, inmiddels opgeheven, parkeerplaats Mollebos langs de A12. Het coniferenbos was opgedeeld in verschillende zones: een hoofdstraat, twee kennismakingszones, een plek voor seks en een plek voor orgies. Hoe dieper het bos in, hoe dieper het zwijgen en hoe heviger de seks.
Emiel Bootsma, journalist van de Gaykrant, schat dat zestig procent van de bezoekers van parkeerplaatsen niet openlijk homoseksueel is: ‘Zij voelen zich sneller bedreigd en op de snelweg kun je nu eenmaal snel weg.’ De baanbezoekers zouden weinig van aids weten en regelmatig onveilig vrijen. Vrijwilligers van het Baanplus-project van de Eindhovense GGD proberen daarom op de baan gesprekken aan te knopen over aidspreventie. Een avond en nacht langs de Eindhovense Randweg nuanceert het snelwegcliché ‘dat het bijna allemaal vertegenwoordigers zijn met een kinderzitje achter in de auto’.
Het stel, de een in smetteloos witte blouse, de ander in houthakkershemd, al negen jaar bij elkaar. ‘De eerste keer seks met een ander doen we altijd samen. Eerst ouwehoeren, we gaan alleen aan de gang met iemand die we in principe ook op de koffie zouden willen hebben. Alleen maar zwijgend rukken, daar vinden we niets aan. Het grootste voordeel van de snelweg? Je kunt elkaar hier tenminste verstaan, in een café is dat wel anders.’
De preventiewerker: ‘Laatst had ik een man die al 25 jaar op deze parkeerplaats kwam, zijn vrouw wist van niets. Dat is natuurlijk bijna onmogelijk, blijkbaar hebben ze een stilzwijgend compromis. Prachtig toch?’
De lefgozer, de knoopjes van zijn broek uitnodigend open: ‘Je ziet hier iedereen, ook van die hoge Philipsmannen. Je moet natuurlijk wel weten welke avond je neemt. Laatst raakte ik in driedelig verzeild op een avond voor leernichten. Ik ging af als een gieter. Neuken gebeurt trouwens zelden, het is vooral trekken en pijpen. Meestal komt het helemaal niet tot seks. Je rechterhand blijft toch je beste vriend.’
De pompbediende: ‘Het is prettig als er ’s avonds mensen zijn. Zij houden een oogje op mij, ik op hen. Dat is veilig voor beide partijen.’
De Belg: ‘Het eerste jaar dat ik wist dat ik homo was, kwam ik hier om de schade in te halen. Tegenwoordig wil ik eerst praten, om te kijken of ze ook geestelijk iets te bieden hebben. Ik heb vanavond trouwens al seks gehad in een sauna.’
De socioloog: ‘Nieuwe dingen raken pas echt ingeburgerd als ze ook een erotische aanwending krijgen. Dat geldt voor snelwegen net zo goed als voor internet.’
De doofstomme zwijgt. Iedereen kent hem, elke avond maakt hij schuw zijn rondjes over de parkeerplaatsen rond Eindhoven. Niemand weet waar hij vandaan komt, of wat hij wil behalve seks.