Het is precies tien jaar geleden dat Amsterdam begon met zijn onorthodoxe aanpak van de woningnood onder studenten. De gedachtegang was van een verbluffende eenvoud: als studenten sowieso maar een paar jaar ergens wonen, waarom zou je dan permanente huizen voor ze bouwen? En zo startte de bouw van tijdelijke woningen op tijdelijke locaties. Studenten bleken licht unheimische plekken in de stad geen probleem te vinden. Voor de paar jaar dat ze er zitten, maken ze er gewoon maar het beste van: ‘Waar is het feestje? Hier is het feestje.’
Het afgelopen decennium zijn er ruim tienduizend wooneenheden bijgebouwd, dat is bijna het dubbele van wat er in de 35 jaar daarvoor was neergezet. Van die nieuwe eenheden is bijna de helft tijdelijk (zie kader). Inmiddels wonen er studenten in de vreemdste hoeken en gaten van de stad. Om dat te illustreren hebben we alle studentencomplexen van minstens honderd woningen in kaart gebracht: de oude, de nieuwe en de geplande.
De pioniersmentaliteit van studenten viel ook projectontwikkelaars op: waarom zou je niet een stap verdergaan en permanente studentenwoningen realiseren? Want als je de boel na tien of vijftien jaar niet af hoeft te breken, wordt het veel rendabeler om te investeren. Daarbij komt nog dat studenten boven de 23 jaar huursubsidie kunnen krijgen, zodat ze forse huren kunnen opbrengen voor kleine woningen. Een gat in de markt tekende zich af.
Zo ontstond vorig jaar bijvoorbeeld Campus Diemen-Zuid: in een kansloos kantorencomplex in Bergwijkpark zijn 580 luxe studentenwoningen gebouwd, begin dit jaar kwamen er nog 352 bij. Bovendien slaagde ontwikkelaar André Snippe erin om onder andere een Albert Heijn, een sportschool, een fietsenwinkel en drie cafés naar het gebied te halen. Nou is Grand Café Berlin een wel erg ambitieuze naam, maar wie zich het troosteloze complex herinnert dat voor negentig procent leegstond, moet toegeven dat de wijk er fors op vooruit is gegaan. De gemeente Diemen heeft de smaak dan ook te pakken: de rest van het kantorengebied moet nu een gemengde wijk worden, waar ook gewone woningen komen.
Freek Ossel, de Amsterdamse wethouder Wonen, is zich scherp bewust van de potentie van pionierende studenten: ‘Delen van de stad waar bouwprojecten moeilijk van de grond komen, kunnen enorm profiteren van de dynamiek die studenten met zich meebrengen.’ Maar de stad bouwt zelf geen studentenwoningen en moet dus afwachten waartoe woningcorporaties, marktpartijen en stadsdelen bereid zijn. ‘Ik ben een omnivoor’, zegt Lous Vinken, programmamanager Jongeren- en Studentenhuisvesting, ‘ik grijp elke kans in de gehele stad aan.’
Opvallend is dat Zuidoost de komst van studenten al vroeg omarmde en dus veel ruimte bood aan tijdelijke en permanente huisvesting: rond de Daalwijkdreef staan nu al bijna 1.700 studentenwoningen en daar komen er nog 550 bij. Samen met de nabijgelegen Campus Diemen-Zuid wonen er straks in totaal meer dan drieduizend studenten binnen een straal van nog geen vijfhonderd meter. Ook Oost timmerde actief aan de weg, ook daar zijn min of meer spontaan studentenclusters ontstaan: op Zeeburgereiland wonen er eind volgend jaar negenhonderd op een kluitje, en rond de Spaklerweg bijna tweeduizend.
Heel anders was de situatie in Nieuw-West: dat stadsdeel moest lange tijd niet veel hebben van studenten en gaf prioriteit aan eigen jongeren die een gezin willen starten. Maar ook daar is, mede door de crisis, langzaam het besef doorgedrongen dat huisvesting van studenten voordelen oplevert. Containers tref je hier niet aan, in Nieuw-West draait het voorlopig nog vooral om tijdelijke verhuur van bestaande panden: het kantoorgebouw van ACTA, het voormalige woonzorgcentrum A.H. Gerhardhuis en vooral veel sloopwoningen die geschikt zijn gemaakt voor tijdelijke bewoning. Zo zijn in de Couperuswijk tweehonderd duplexwoningen voorzien van een HR-ketel en vervolgens verhuurd aan studenten. Volgens woningcorporatie De Key geven zij een impuls aan de wijk. Waarom is dan toch alleen maar voor tijdelijke verhuur gekozen? ‘Misschien blijven het wel studentwoningen’, zegt een woordvoerder, ‘we kijken sowieso niet langer dan vijf jaar vooruit.’
Inmiddels heeft Nieuw-West de huisvesting van studenten van ganser harte omarmd. Met iets meer dan 1.600 eenheden staat het op de tweede plaats wat betreft nieuwbouwplannen, ruim voor Zuidoost met iets meer dan duizend nieuw te bouwen eenheden en niet ver achter Oost dat er een kleine 1.800 op stapel heeft staan. Een echt cluster ontstaat er niet in Nieuw-West: de plannen concentreren zich langs de metrolijn, daarmee ben je zo op de VU. Zo’n concentratie is overigens ook in het centrum te zien, waar Weesperstraat en Wibautstraat een langgerekte campus beginnen te vormen. Een ambtelijke excursie langs deze lijn werd begin dit jaar door de gemeente de ‘knowledge mile’ gedoopt – zo begint het toch nog een beetje op beleid te lijken.
Kader: Hoe tijdelijk is tijdelijk?
In 2004 verrezen op de NDSM-werf in Noord de eerste containerwoningen en in West kwamen in de Houthavens voormalige asielzoekerswoningen te staan. Bovendien meerde de Rochdale 1 daar aan, een oud cruiseschip waarvan de hutten geschikt waren gemaakt voor studenten en dat inmiddels alweer verdwenen is.
De grenzen tussen tijdelijk en permanent vervagen langzaam, onder andere doordat zeecontainers plaats maakten voor gestapelde prefab-wooneenheden, die voldoen aan het Bouwbesluit en in principe dus veel langer kunnen blijven staan. Een voorbeeld is de splinternieuwe Spinozacampus in de Bijlmer: als de 703 woningen daar over vijftien jaar weg moeten, dan zijn ze technisch nog lang niet afgeschreven. Het stadsdeel zou dus zomaar kunnen beslissen ze ook na 2027 te laten staan. Soortgelijke prefab-modules zijn dit jaar ook gebruikt voor nieuwbouw op Uilenstede en daar zijn ze sowieso ‘voor eeuwig’ bedoeld.
De nieuwbouwgolf van studentenwoningen is nog lang niet ten einde: op dit moment zijn nog eens 2.320 eenheden in aanbouw of verbouw, en er liggen concrete plannen voor 5.777 eenheden. Als die ook klaar zijn staat de teller op 23.953, ruim een verviervoudiging ten opzichte van 2004. Ondertussen lopen buitenlandse investeerders zich warm, zo gaat de Duitse investeringsmaatschappij International Campus (IC) 2.250 Nederlandse studentenwoningen bouwen, de meeste zullen in Amsterdam komen te staan.