Een groot deel van onze tweedehands auto’s en onderdelen komt uiteindelijk in Afrika terecht. Maar wat nou als je tegen de stroom inzwemt, vroeg kunstenaar Melle Smets zich af, wat krijg je als je daar een auto laat bouwen en die naar het Westen brengt? Zijn hart begon sneller te kloppen toen hij van de Ghanese wijk Suame Magazine in Kumasi hoorde, waar tweehonderdduizend mensen aan auto’s sleutelen. Volgens de Wereldbank is dit ‘mogelijk het grootste productiecluster van Afrika’.
Ter plekke een auto bouwen is volgens Smets dé manier om door te dringen in zo’n wijk, om erachter te komen hoe een informele economie functioneert: ‘In Nederland kletst iedereen elkaar na over bottum-up en do it yourself, maar daar kun je zien hoe het leven zonder systemen echt werkt.’ Dat interesseerde ook onderzoeker Joost van Onna, in het dagelijks leven werkzaam bij het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, en samen reisden ze dit voorjaar af naar Ghana.
In een mum van tijd vonden ze in Suame Magazine een club die hen wilde helpen: Smido, een paraplu-organisatie van lokale beroepsverenigingen: mecaniciens, plaatwerkers, elektriciens, spuiters, noem maar op. En met een duidelijk belang: de wijk barst zowat uit haar voegen en daarom is Smido dringend op zoek naar nieuw land. Met een zelfgebouwde auto kunnen ze het vakmanschap van Suame Magazine aantonen, het moet een showpiece worden om steun los te peuteren bij de regering en bij internationale hulporganisaties als het Deense Danida.
En zo ontwikkelen Smets en Smido in twaalf weken een Afrikaanse auto, een merkloze wagen die je ter plekke makkelijk kunt repareren. Voor elk onderdeel zoeken ze het autotype dat de sterkste of de beste variant maakt. De Turtle 1, zoals de auto wordt gedoopt, krijgt bijvoorbeeld het chassis van een Toyota Land Cruiser, de dieselmotor van Ssang Yong, de handgeschakelde versnellingsbak van een Mercedes Sprinter en de assen van een Nissan Patrol.
Naarmate de bouw van de auto vordert, stijgt het enthousiasme. Wat een handje helpt, is dat journalisten van TV3, het landelijke tv-station, en van de Daily Graphic, de grootste krant van Ghana, door Smido ruimhartig worden gesponsord. Na een audiëntie bij koning Otumfuo Osei Tutu II, een huisvriend van de Oranjes, is het hek van de dam: de media berichten dat Ghana aan de vooravond van een eigen auto-industrie staat. Ook de mensen van Smido zien al lopende banden voor zich, waar duizenden auto’s vanaf rollen.
Ondertussen groeien de zorgen van Melle Smets: de technische problemen stapelen zich op en bij de testrit blijkt de auto te rijden als een natte krant. Maar vooral: wat gebeurt er als hij de auto straks meeneemt naar Nederland? Want dat is de afspraak: hij krijgt de auto en Smido de technische kennis. Maar hoe vaak hij er ook op aandringt, niemand neemt de moeite om het ontwerp vast te leggen.
In een helse krachtsinspanning lukt het de auto op tijd af te krijgen en hem ‘s nachts dwars door de jungle naar de havenstad Tema te rijden, een rit van meer dan driehonderd kilometer. Hoe hard de auto rijdt blijft onduidelijk – geen van de meters functioneert, ook die van het oliepeil niet – maar bussen en vrachtwagens zijn in ieder geval sneller. Alleen een zwaarbeladen truck met uien is een makkelijke prooi voor de schildpad. De volgende ochtend verlaat de Turtle 1 per container zijn Afrikaanse geboortegrond, zal hij er ooit terugkeren?