Het ontwerp van zendmasten voor mobiele telefonie is het domein van techneuten. Een gunstige uitzondering is de mast in het Groningse dorp Zuidlaren. Libertel kreeg een bouwvergunning op voorwaarde dat ze een architect inschakelde. Maarten Clay ontwierp een mast met een zelfbewuste uitstraling. Hij liet de 45 meter hoge mast niet verjongen – smaller worden naar de top – maar gewoon rechtdoorlopen. De zes langwerpige antennes zitten strak tegen de mast gemonteerd, zodat ze bijna niet opvallen. De versterkers bracht hij onder in één huisje aan de voet, de kabels werkte hij netjes weg in de betonnen vloer. Als visueel element wilde hij een ronde kooi om de ladder. ‘Aanvankelijk had ik een gesloten trommel in gedachten, maar dat gaf een te grote windbelasting. Toen heb ik forse perforaties aangebracht.’ Helaas brachten de constructeurs van Libertel de opvallende kooiladder vervolgens terug tot een ijle gazen kooi, die op afstand nauwelijks zichtbaar is.
Vanwege de hoge kosten heeft Libertel geen plannen om meer van zulke masten te bouwen. Aan de Nederlandse gemeenten en welstandscommissies dus de schone taak om de duimschroeven aan te draaien, want de afgelopen jaren planten telefoonmaatschappijen het hele land vol radio-antennes. Een mobiel telefoontoestel is namelijk een combinatie van een radio en een telefoon. Het telefoonsignaal wordt via een radiofrequentie uitgezonden naar een antenne en vandaaruit verder gestuurd over vaste verbindingen: naar het vaste net, naar een andere antenne of via een straalzender naar een satelliet.
Om geld te besparen maken de mobiele aanbieders bij voorkeur gebruik van flatgebouwen, kerktorens en schoorstenen. Bij ontstentenis van hoge gebouwen richten ze op het platteland en langs snelwegen zendmasten op, een soort hoogspanningsmasten die voor zichzelf zijn begonnen. Libertel heeft zo’n 1.200 ‘opstelpunten’, KPN heeft er nog meer. De drie nieuwkomers zijn hard aan het werk om een eigen netwerk op te zetten. Dat zal nog omvangrijker worden, want de nieuwe GSM-frequentie waarop zij uitzenden – 1.800 in plaats van 900 Megahertz – vereist twee tot driemaal meer antennes.
Wat is voor de hand liggender dan masten samen gebruiken. De antennes hoeven zowel horizontaal als verticaal slechts een meter uit elkaar te zitten. Sinds 1994 verplicht de Wet op de Telecommunicatie Voorzieningen (WTV) de maatschappijen tot site sharing: ze moeten elkaar toelaten op hun masten. De telefoonmaatschappijen willen echter zo onafhankelijk mogelijk blijven en bouwen zo veel mogelijk hun eigen masten. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat voelt zich niet geroepen om dit samengebruik te stimuleren, gemeenten moeten maar het initiatief nemen om horizonvervuiling te beperken. Dat lukt maar mondjesmaat: een woordvoerder van Libertel laat weten dat slechts veertig procent van haar locaties gedeeld wordt met de KPN, waaronder de Zuidlarense mast. Drie maatschappijen op één mast is al helemaal toekomstmuziek. In Holten – eveneens in de provincie Groningen – loopt nu een bouwaanvraag voor een mast waar Libertel, KPN en Dutchtone samen hun telefoonverkeer zullen gaan regelen.
In het begin zetten maatschappijen een rondstraler op de mast: een bezemsteel van ruim 2,3 meter. Bij tankstations zie je deze oude zendmasten nog wel. Door de antenne te splitsen in drie losse panelen – een soort luidsprekerboxen van 2,3 tot 2,7 meter lengte die samen een driehoek vormen – kon het aantal gesprekken bijna worden verdrievoudigd.
Voor zendmasten worden standaardmasten gebruikt van 37,5 meter hoog, meestal zijn het open vakwerkmasten, soms gesloten buismasten. De hoogte van de mast bepaalt de grootte van de cel die bediend wordt. Het lijkt dus aantrekkelijk om zo hoog mogelijke masten te bouwen, maar naast het verzet van de welstandscommissies gaan de masten letterlijk gebukt onder de groeiende populariteit van het mobiele bellen. Antennes hebben slechts een beperkte capaciteit en op plekken waar veel gebeld, zoals in de buurt van steden, raken ze overbelast. En dus worden de cellen met een doorsnee van dertig kilometer opgedeeld in cellen van soms minder dan een kilometer, elk met hun eigen mast. Om interferentie met andere cellen te voorkomen, worden de antennes vervolgens lager in de mast gehangen. Dat verklaart waarom sommige zendmasten lijken op mannetjes met hun broek op de knieën.
Zendmast onder architectuur
Het ontwerp van zendmasten voor mobiele telefonie is het domein van techneuten. Een gunstige uitzondering is de mast in het Groningse dorp Zuidlaren. Libertel kreeg een bouwvergunning op voorwaarde dat ze een architect inschakelde.