De echte voetbalsupporters vind je niet in de skybox bij Ajax, maar in de vrieskou bij een wedstrijd in de eerste divisie. Zoals bij EVV, de Eindhovense Voetbal Vereniging. Vaak wordt de clubliefde van vader op zoon doorgegeven. De supportersvereniging is dan ook een plek waar oud en jong elkar vinden. Verslag van de streekderby tussen Eindhoven en Den Bosch. EVV verloor jammerlijk, maar het blauw-witte hart van de supporters blijft trouw kloppen voor hun club. Een groepje supporters van FC Den Bosch verdringt zich bij het stadion van EVV, de Eindhovense Voetbal Vereniging. Woedend zijn ze: ze hebben kaartjes, maar toch mogen ze er niet in. Ze hadden met een ‘combiregeling’ moeten komen: een gecombineerde treinreis en toegangsticket. Dat is verplicht bij risicowedstrijden zoals deze. De stewards – vrijwilligers met een opvallend geel hesje die voor de orde zorgen – zijn onverbiddelijk. Mokkend druipen de supporters af en vinden een plaatsje op een berg bouwzand vanwaar ze het veld net kunnen zien. Een goed plekje waarmee ze later op de avond nog op tv komen. In het voetbal is veel veranderd. Staantribunes zijn afgeschaft, sponsors zitten in de skybox te netwerken en de eerste divisie heet tegenwoordig Toto-divisie. Zo maar een kaartje kopen is er niet bij, zelfs bij een doorsnee eerste-divisiewedstrijd kun je niet terecht zonder clubpas. Op zondagmiddag wordt er al lang niet meer gevoetbald. Alleen op maandag- en zaterdagavond is SBS6 bereid om te betalen voor de uitzendrechten, en de clubs hebben dat geld hard nodig. En toch, en toch is uiteindelijk alles hetzelfde gebleven: de programmaboekjes met de opstelling, de zenuwen, de spreekkoren – ‘Eindhoven zal wezen, Eindhoven zal zijn, want voor Eindhoven zullen ze vrezen, op het voetbalterrein’ – de nevels op het helverlichte veld, het schelden op de scheidsrechter, de vertwijfeling bij een slechte actie, de discussies over de tactiek, de herinneringen aan het glorierijke verleden. De sfeer kortom van mannen onder elkaar, met hier en daar een enkele vrouw. Oude glorie Twee uur voor de wedstrijd treffen de trouwste supporters elkaar bij café De Barrier, vlakbij het stadion. ‘Er is een tijd geweest dat onze supportersvereniging nog maar vijf leden telde: ik was een van de vier bestuursleden’, vertelt Eindhovenaar Theo de Wert (53). Sinds het aantreden van Harrie van Gestel (70) als nieuwe voorzitter is het ledental fors gegroeid, nu telt de supportersvereniging vierhonderd leden. Van Gestel was chef d’equipe van de Nederlandse wielerploeg bij de Olympische Spelen tot zijn vrouw in een verpleeghuis terechtkwam en hij het reizen op moest geven. Sindsdien zet hij zich in voor EVV, zijn oude liefde. ‘Je moet mensen over de streep trekken. We organiseren ook een kaartcompetitie, een kienshow, een mosselavond. We spelen mee in de zaalvoetbalcompetitie voor supporters en bij voldoende belangstelling gaan we met de bus naar uitwedstrijden.’ Sportief gezien is EVV een aardige middenmoter in de eerste divisie, vlak voor de winterstop staat de blauw-witte club op de elfde plaats. De club was op zijn sterkst in de jaren vijftig, vertellen de supporters, met als hoogtepunt het landskampioenschap in 1954. Dat was nog in de tijd dat er zes regionale competities waren, na afloop speelden de nummers een tegen elkaar voor de landstitel. Na wat geharrewar zijn de mannen het erover eens dat de mooiste wedstrijd een jaar eerder plaatsvond, uit tegen Willem II. Penningmeester Jacques Smulders (61): ‘In de rust stonden we al met 1-3 achter, het werd zelfs nog 1-4, maar we wonnen uiteindelijk met 5-4. Een naamgenoot van jou, Han van den Boomen, stond toen rechtsback.’ Dat inspireert medesupporter Jan de Cruijf (49) tot een verhaal over de overwinning uit tegen Groningen, waarbij de keeper vijf van de zes doelpunten scoorde. En over een met 0-1 verloren bekerfinale tegen Roermond van voor de oorlog toen het zeventien graden vroor. De supportersvereniging bestaat niet alleen uit mensen die mijmeren over de gouden tijden, ook jongeren worden weer lid. André Klok bijvoorbeeld, een jongen van zeventien jaar: ‘Op mijn zesde ging ik met mijn oom mee naar EVV, hij was sponsor. Ik was gelijk verkocht, het jaar daarna had ik een seizoenkaart. Het is hier gewoon kei-gezellig, je kent iedereen. Soms is dat ook best wel een nadeel. Toen we een keer met negen jongens oerwoudgeluiden maakten tegen een donkere speler, stonden er gelijk zeven stewards om ons heen.’ Ad Meulendijk (58) is een van de vaste stewards bij de vakken D, E en F van de oosttribune, de luidruchtige vakken met de meeste jeugd. ‘Eigenlijk gebeurt hier nooit niks. Ze weten wat ze aan ons hebben’, zegt hij. ‘Als ze echt vervelend zijn, dan ga ik ertussen staan, dat werkt veel beter dan politie of een stadionverbod.’ Meulendijk is een voetbalsupporter in hart en nieren. ‘Ik heb mijn vrouw voor ons trouwen gewaarschuwd: “Ik heb één nadeel, voetballen pakt niemand me af.” Gelukkig vindt ze dat niet erg.’ Hij komt al bij Eindhoven sinds hij een ‘puppie’ was. ‘Eén keer ben ik bij PSV geweest in de nacompetitie, maar ik ben voor het einde weggegaan, ik heb daar de aard niet.’ Uitlaatklep Voetbal is steeds meer een kwestie van geld, Ajax is sindsdien zelfs een beursgenoteerde onderneming. Ook in de eerste divisie gaat veel geld om. Bij Eindhoven verdient de gemiddelde speler al zo’n 65.000 gulden per jaar. Bovendien slokt de nieuwbouw van het stadion met 5.700 zitplaatsen veel geld op. De club moet elk duizendje omdraaien. Met stadsgenoot en aartsrivaal PSV wordt nu gepraat over samenwerking, maar de meeste EVV-fans willen daar niets van weten. Voor hen is Philips, zoals ze PSV kortweg noemen, nog altijd de vijand. Henk Wijnsteker (48), die bijna alle uitslagen vanaf 1909 moeiteloos uit zijn mouw schudt: ‘Eindhoven is uit het volk voortgekomen, PSV is opgericht en heeft vervolgens alles gekocht wat los en vast zit. Samenwerking betekent dat je je onafhankelijkheid en je identiteit verliest.’ Willem van Gijssel (74) denkt er net zo over: ‘Ik kom uit een rood gezin en vroeger kon je dan niet bij Philips terecht. Dat verschil blijft. Mijn eerste wedstrijd was in 1932: Eindhoven-Philips. De uitslag weet ik niet meer, zeg maar 2-0.’ Vaak is de clubliefde een familietraditie die van vader op zoon wordt doorgegeven. Ex-voorzitter Bert Wildenberg (45): ‘Mijn vader wil dat het clublied gedraaid wordt op zijn crematie. Hij heeft zijn hele leven bij Philips gewerkt en daar schopte hij vreselijk tegenaan. Eindhoven was zijn uitlaatklep.’ Overigens is Bert Wildenberg wel een voorstander van samenwerking: ‘Laat PSV jonge spelers hier maar wedstrijdritme en ervaring opdoen.’ Ook voorzitter Harrie van Gestel ziet wel iets in samenwerking, net zoals twee van zijn dochters die met een PSV-fan trouwden. ‘Ik zou ze gelijk onterven’, roept de penningmeester. Maar daarvoor is Van Gestel veel te goeiig. De mannen staan op, de wedstrijd begint over een uur en het is tijd om sjaals en programmaboekjes te gaan verkopen in het stadion. Dat is de inkomstenbron waarop de supportersvereniging draait. Warme worst Onder luid gejuich komen de spelers het veld op, gooien een bloemetje op de halfvolle tribunes en de wedstrijd begint voortvarend. Al in de tweede minuut breekt Eindhoven gevaarlijk door, in de vierde minuut is het de beurt aan Den Bosch. Onder aanvoering van de trommel op de oosttribune zingt het publiek: ‘Pak die Den Bosch, pak die Den Bosch’. De 23 Den Bosch-supporters in het uitvak zijn muisstil. In de zeventiende minuut is het raak: de 34-jarige Gerrie Schaap van Den Bosch breekt uit en passeert de keeper met een lage schuiver. ‘Het is hier geen vierde klasse onderbond’, gilt een supporter. Drie minuten later lijkt EVV langszij te komen, maar de scheidsrechter oordeelt dat de bal niet helemaal over de lijn was. ‘We worden weer genaaid’, schreeuwt iemand. ‘De vorige keer tegen Den Bosch voor de beker stonden we ook met 1-0 achter’, troost een ander. Ondanks de spreekkoren scoort Den Bosch in de eerste helft nog twee keer en gaan de supporters bedremmeld een biertje drinken en een warme worst eten. ‘Niets begrijp ik ervan’, briest Henk Wijnsteker, drie goals op dezelfde manier, waarom doet die trainer niks.’ Harrie van Gestel sust: ‘Het valt ook niet mee met zoveel invallers.’ Na de pauze blijft Den Bosch de gevaarlijkste ploeg, ook al spelen ze inmiddels nog maar met tien man. In de 54e minuut wordt de vernedering nog dieper: 0-4. In de skybox vallen de gesprekken even stil, maar al snel staan de meeste sponsors weer aan de bar. Beschaafd koutend brengen ze de tijd door, terwijl de jongens aan de andere kant van het glas de longen uit hun lijf schreeuwen. ‘Leuk om deze processen te zien’, zegt een goudgebrilde reclamejongen minzaam. Buiten trekt de nevel langzaam het stadion in en ruikt het naar gras. Langs de lijn staat Hans den Uijl, hij is een van de weinige tevreden Eindhovenaren in het stadion. Als bestuurslid van EVV is hij verantwoordelijk voor de veiligheid. ‘Kijk, ik heb natuurlijk het liefste dat we winnen, maar die supporters van Den Bosch zijn geen lieverdjes. Als we achter staan heb ik minder kans op rotzooi.’ De 47 stewards en 15 politieagenten hoeven vandaag geen enkele keer in actie te komen. Tien minuten voor het einde lopen de tribunes langzaam leeg. Mopperend gaan de toeschouwers naar huis. ‘Als die trainer niet ontslagen wordt, kom ik hier nooit meer’, schreeuwt een jong gastje overmoedig. ‘Daar kan die trainer helemaal niets aan doen’, reageert Dorothé Parsons (34), ‘Eindhoven speelt nu eenmaal wisselvallig, volgende keer beter.’ Ze is een van de weinige vrouwelijke leden van de supportersvereniging. Ze is een trouwe fan, gaat mee naar uitwedstrijden en zet zich vrijwillig in voor de club, maar zoals de meeste vrouwen kan ze zich niet zo redeloos opstellen als mannelijke supporters. Lijdensweg Achter het doel staan enkele noodlokalen, hier zit Mat van Dijk (53) al vanaf het begin van de wedstrijd. Tijdens de verbouwing van het stadion functioneren deze keten als supportershome. Vanachter een glas bier heeft hij de wedstrijd met een half oog gevolgd. ‘Na vijf minuten weet ik of het iets wordt ja of nee. Vanavond wonnen ze de toss, toen wist ik het al: verder winnen ze niets. Daar moet je je bij neerleggen.’ De tafel staat vol bierglazen, zijn jongere broer Willem staart wat glazig voor zich uit. Nee, een rotavond heeft hij niet: ‘Die nederlaag had ik al ingecalculeerd, simpel zat, zo bescherm je je blauw-witte hart.’ Ook Henk Wijnsteker lijkt de nederlaag al verwerkt te hebben: ‘Eindhoven is veel meer dan de uitslag, het is een gevoel. Hoe slecht ze ook zijn, je fluit ze niet uit, dat zou zijn alsof je in je eigen lijf snijdt. Als deze club verdwijnt, dan ben ik verloren voor het voetballen. Ik zou niet naar een andere club kunnen gaan.’ Of zoals de Engelse voetbalfan en schrijver Nick Hornby zegt in zijn boek Voetbalkoorts: ‘Voor de meesten van ons gaat het er niet om hoe ons team speelt, net zo min als het gaat om het veroveren van bekers en kampioenschappen. Slechts enkelen van ons hebben hun club gekozen, ze is ons gewoon aangedragen; en als onze club degradeert van de eerste naar de tweede divisie, of haar beste spelers verkoopt, of spelers koopt van wie ze weet dat ze er niks van kunnen (…) dan vloeken we gewoon, gaan naar huis, maken ons er veertien dagen druk om en komen daarna weer terug om de hele lijdensweg opnieuw te doorlopen.’ Later op de avond zie ik de beelden van de wedstrijd op de tv. Vanuit een luie stoel zie je de hoogtepunten van anderhalf uur voetbal, vanuit verschillende hoeken herhaald inclusief een close up van de vertwijfelde trainer. Op tv is vooral het gebied rond de goal te zien en juist in de hoeken zijn de blauwe kuipstoeltjes leeggebleven. De wedstrijd maakt een armetierige indruk, zonder het geschreeuw om je heen is de spanning ver te zoeken. Er wordt veel gepraat over nieuwe spelregels om het voetbal aantrekkelijker te maken: grotere doelen, meer gele kaarten, extra punten voor elke gewonnen helft. Dat zijn allemaal ideeën van reclamejongens en economen, schrijft Van der Heijden in het blad De supporter van februari 1997. ‘Gewoon de tv uitzetten en zelf gaan kijken’, adviseert hij, want in het stadion is de echte sfeer te vinden. Dan kan zelfs tijdrekken leuk zijn, tenminste als je eigen ploeg zich daaraan bezondigt.
Taal / Language
Boeken
- Leven onder het luchtruim
- Bouw in de buurt – Leidraad voor Nederland
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit
Trefwoorden
- Aids
- Amsterdam
- Architectuur
- Auteursrecht
- Auto
- Bajes
- Bedrijventerrein
- Berlin
- Bos en Lommermarkt
- Brussel
- China
- Corona
- Drugs
- Eindhoven
- Fietsen
- Ghana
- Groot-Amsterdam
- India
- Luchthaven
- Markt
- Monumenten
- Ontwerpen
- Openbaar Vervoer
- Openbare ruimte
- Psychiatrie
- Reclamemasten
- Rotterdam
- Schiphol
- Shopping
- Snelweg
- Teksten voor fotoboeken
- Toerisme
- Veiling Aalsmeer
- Veldhoven
- Verboden toegang
- Verrommeling
- Vinex
- Wegen