Nederlanders houden niet van hekken, muren en andere versperringen. Een hek vinden we agressief en elitair, het sluit mensen buiten en staat daarmee haaks op onze diepgewortelde hang naar gelijkheid en transparantie. Maar de tijd dat de gordijnen 's avonds open bleven om te laten zien dat we niets te verbergen hebben, en vooral de tijd dat je achterom bij iedereen kon binnenlopen, die tijden liggen ver achter ons. Tegenwoordig bewaken we onze privacy steeds strikter en willen we ons veilig en geborgen weten. Niet alleen ons huis moet beschermd worden, ook onze straat en buurt willen we vrijwaren van vreemde smet. In de spagaat tussen openheid en afscherming proberen ontwerpers de toegankelijkheid in te perken zonder de openbaarheid van het publiek domein geheel prijs te geven. Want gated communities - de ommuurde wijken waarmee grote delen van de wereld bezaaid zijn - willen we vooralsnog vermijden. Geen hekken en muren dus, maar subtiele manipulaties en signalen die ervoor zorgen dat mensen vanzelf weten of ze welkom zijn of niet. Psychologie in plaats van prikkeldraad.WaterlinieIdeaal is een fraaie verschijningsvorm die impliciet de waarschuwing afgeeft: 'Verboden toegang'. Haverleij, de stadsuitbreiding die gebouwd wordt aan de rand van Den Bosch, roept daarvoor een concept te hulp: 'Wonen in een kasteel'. In een ruim parklandschap met golfbaan verrijzen tien 'kasteelgebouwen' met in totaal duizend koopwoningen, elk kasteel krijgt een ruime eigen binnenplaats. Heel discreet wordt in de verkoopbrochure en op de website met geen woord gerept over de sociale veiligheid van dit ontwerp, er is alleen een paragraaf gewijd aan de verkeersveiligheid. Maar potentiële kopers begrijpen ook zonder uitleg wel waarvoor een kasteel model staat: verdediging tegen vijanden van buiten. Officieel zijn de binnenplaatsen van de drie opgeleverde kastelen openbaar terrein. Als de bewoners een ophaalbrug of een hek zouden willen plaatsen, dan kan de gemeente dat verbieden. Maar psychologisch is het signaal duidelijk: hier loop je niet zo maar naar binnen. En dat concept werkt: de belangstelling is reusachtig, kopers staan in de rij en moeten loten voor een woning. 'Met landschappelijke middelen kun je een gated community realiseren zonder hekken en muren te gebruiken', zegt landschapsarchitect Paul van Wijk van de Stijlgroep. 'De aanpak van Haverleij is zeer rigoureus en ongenaakbaar, ik zoek naar manieren die minder ruimte kosten en die aansluiten bij het weefsel van de stad.' Hij heeft verschillende projecten onder handen waarbij hij experimenteert met psychologische barrières. Zo is in het Limburgse Tegelen de verkoop van start gegaan van ruim honderd woningen op een voormalig kloosterterrein dat aan twee zijden wordt omgeven door de Maas. De kerk en de oude villa worden gehandhaafd, net als de oude kloostermuur aan de oostzijde. Aan de noordzijde zet Van Wijk een taxushaag, de entree van het terrein krijgt een poort met een heuphoog hek. 'Dat hek staat permanent open, maar het markeert wel heel duidelijk de overgang van het ene naar het andere gebied.' Water speelt ook een hoofdrol bij het plan dat de Stijlgroep maakte voor een oude polder ten zuiden van Dordrecht. De polder wordt teruggegeven aan het water, eb en vloed krijgen vanuit de Merwede weer toegang tot het gebied. De 92 woningen komen aan steigers en op kreekruggen te liggen. Auto's kunnen slechts via één toegangsweg in de wijk komen, daarnaast zijn er twee fietsverbindingen. Sloten ogen een stuk vriendelijker dan hekken, bovendien past een waterlinie in een lange vaderlandse traditie van verdediging: de inundatie. Zoals de Chinezen hun 2.450 kilometer lange muur hadden om de vijand buiten te houden, zo zetten de Nederlanders grote stukken land onder water om de opmars van tegenstanders te stuiten. Ook in de landschapsarchitectuur is de sloot een oude bekende, het achttiende eeuwse landgoed Elswoud bij Haarlem gebruikte al greppels om ongewenste bezoekers buiten te houden en tegelijk de zichtlijnen in tact te houden. HoogteverschillenIn de Dortse polder wordt het complete landschap collectief bezit van een op te richten Vereniging van Eigenaren (VvE). Van Wijk: 'Zo'n vereniging vergroot je ontwerpvrijheden. Je maakt bewoners verantwoordelijk voor het collectieve. En mocht het uit de hand lopen dan kunnen ze er met hun vereniging nog altijd een hek omheen zetten.' Een VvE kun je opvatten als het fundament voor een muur: ondergronds ligt het beton al klaar waarop later een muur kan worden gemetseld of waarin de staanders van een hek kunnen worden verankerd. Overigens is dat fundament niet helemaal compleet: de meeste gemeenten leggen vast dat op het collectieve terrein een recht van overpad geldt voor iedereen. Almere deed dat eind 2001 niet bij de aanleg van enkele straten in de Eilandenbuurt: in deze eerste privé-straten van Nederland hebben bewoners het recht om zich af te sluiten. Veel projectontwikkelaars staan bij eengezinswoningen wantrouwend tegenover een VvE, ze zijn bang dat die de verkoop belemmert. Ontwikkelaar Rob Vester van Dura Vermeer, met wie Van Wijk veel samenwerkt, vindt die angst ongegrond. 'Ik wil zelf bijvoorbeeld graag in een mooi landschap wonen, maar heb geen zin in het gedoe van een tuin. Dan vergader ik liever twee uur per jaar met mijn mede-eigenaren om vervolgens parkmanagement in te huren om het feitelijke werk te doen. En bovendien: als je collectief eigenaar bent van de grond, kun je een ongewenst sujet van je bezit sturen.' Samen ontwikkelden Vester en Van Wijk een plan voor de aanpak van een verpauperd park in IJmuiden. Om de exploitatie sluitend te krijgen, moeten er aan de rand van het park 180 koopwoningen komen. Woningen en park moeten in elkaar overlopen: het park is de tuin van de bewoners, tegelijk moet het park voor iedereen toegankelijk zijn. Om deze dubbele aanspraak in goede banen te leiden, werken ze met hoogteverschillen. De woningblokken krijgen een U-vorm, met de open zijde naar het park gericht. In het binnenterrein komt een halfverdiepte kelder voor auto's, daarbovenop komt een gemeenschappelijke binnentuin. De tuin ligt dus een meter boven het park, genoeg om een hek overbodig te maken. Verder krijgen de woningen op de begane grond een veranda of een zwevend terras. Van Wijk: 'Op deze manier is volstrekt helder wat mijn is en wat dijn. Inbrekers houd je daarmee niet tegen, maar verwacht wat dat betreft van hekken of muren ook geen wonderen. Mijn eigen huis is helemaal van glas, toch is er bij mij nog nooit ingebroken en bij al mijn buren met hun dikke muren en alarminstallaties wel.' Projectontwikkelaar Vester: 'Veiligheid is voor een groot deel sociaal-psychologisch bepaald: leesbaarheid, helderheid en levendigheid spelen een belangrijke rol. Een hek is een noodoplossing.'DubbeltjesgaasNederlands bekendste producent van hekken heeft het woord 'hek' zelfs uit zijn naam geschrapt: Heras Hekwerk heet tegenwoordig 'Heras, de vormgever van veiligheid' en afficheert zich als 'de buitenbeveiligingsspecialist'. En buitenbeveiliging is een gat in de markt. Etienne Lieben, manager business development: 'Veel bedrijven zijn in mineur door de huidige recessie, maar wij niet, wij zeker niet. Elk jaar groeit de omzet met tien procent en het einde is nog lang niet in zicht.' Hoe beveiligt Heras zichzelf eigenlijk? Een slagboom verspert de toegangsweg tot het bedrijventerrein waar het hoofdkantoor is gevestigd. Overdag staat de slagboom permanent open, na zes uur 's avonds kunnen bezoekers de slagboom zelf met een drukknop openen, de camera die ernaast staat heeft dan rustig de tijd gehad om het nummerbord te registreren. Een hek komt aan deze beveiligingslinie niet te pas: aan weerszijden van de slagboom liggen sloten die het onmogelijk maken om het terrein met een voertuig te betreden. Vreemd genoeg ligt er achter de slagboom een fietspad, dus aan de binnenzijde van het bedrijventerrein. Over dit openbare fietspad kun je ongezien het bedrijventerrein oprijden. 'Beveiligingstechnisch is dat natuurlijk niet handig', zegt Lieben, 'jeugdige criminelen op scooters houd je zo niet tegen. Maar de gemeente Oirschot wilde het per se zo, en zij is nu eenmaal eigenaar van de wegen op het terrein.' Heras heeft 21 vestigingen in Europa en ziet grote culturele verschillen tussen de landen waarmee zaken worden gedaan. Op het proefterrein laat Lieben eerst het hek zien dat ze maken voor Duitse gevangenissen. Op halve hoogte zitten buigbare stalen platen die naar je toekomen als je eraan gaat hangen, bovenop zitten twee rollen Natodraad, compleet met scheermesjes, waarvan de bovenste in je nek valt als je eraan komt. Het hek zou in een Amerikaanse gevangenisfilm niet misstaan. Nederland vindt deze hekken te akelig: hier hebben de gevangenissen hekken met 'dubbeltjesgaas': de mazen zijn zo klein dat je er letterlijk geen vinger achter kunt krijgen, bovenop zit gewoon prikkeldraad. Dit hek is volgens Lieben net zo veilig, alleen oogt het vriendelijker. En dan wordt het meestal nog met een muur aan het oog van de buitenwereld onttrokken, want de indruk moet voorkomen worden dat we onze gevangen behandelen als beesten. Ook Nederlandse bedrijven zijn bezorgd om hun imago als het om beveiliging gaat: gaas wordt steeds vaker vervangen door de chiquer ogende spijlen en een vriendelijk kleurtje is heel gewoon geworden. Bovendien schakelen bedrijven vaker een architect in om een hek te ontwerpen dat past bij het gebouw. TeflonBij de beveilig van terreinen spelen moderne detectiemiddelen - zoals radar, infrarood, drukmeting, lichtsensoren en camera's - een grote rol. Maar toch zijn hekken voorlopig nog nodig volgens Heras. 'We gebruiken ze om detectiemiddelen aan te bevestigen, zodat je hekken krijgt die kunnen kijken en luisteren, maar belangrijker nog is dat een hek de ongewenste gast vertraagt zodat politie of beveiligsdienst tijd krijgen om in actie te komen.' Zo'n vertragend hek hoeft overigens helemaal niet opvallend te zijn: veel garagebedrijven hebben tegenwoordig voor de ramen van hun showroom een stalen balk op ongeveer vijftig centimeter hoog. Voor de klant lijkt het een leuning, maar voor een ramkraker is het een ondoordringbare veiligheidswal. In voetbalstadions werkt Heras met lexaan, een doorzichtige, slagvaste kunststof. Dat oogt veel vriendelijker dan een hek en bovendien kunnen supporters geen hete koffie naar elkaar gooien. Lieben: 'Het ideale hek is onzichtbaar voor de argeloze voorbijganger en tegelijk een onmiskenbaar signaal aan potentiële indringers dat ze het niet eens hoeven te proberen.' Hoe graag Heras ook hekken verkoopt, toch is de wijze waarop een bedrijf of buurt georganiseerd is volgens Lieben van grotere betekenis bij een beveiligingsplan. Daarbij speelt compartimentering een essentiële rol: heldere afspraken over wie waar mag komen en wanneer. 'Zorg dat je mensen op zo'n manier geleidt dat ze niet op ongewenste plekken komen. Zo adviseren we garagebedrijven om klanten aan de voorkant van het bedrijf op te vangen, daar leveren ze hun sleutels in en een monteur brengt de auto vervolgens naar de werkplaats. Dat is nog klantvriendelijk ook.' Compartimentering past in de bredere trend van de 'frictievrije ruimte': de ruimte wordt opgevat als een machine waar bezoekersstromen zonder problemen doorheen moeten worden gepompt. Crowd control is het uitgangspunt dat uit Disneyland is overgewaaid, of het nu om parken, stations of winkelcentra gaat. Op het oog is de toegang vrij en zijn er geen hindernissen, maar op geraffineerde wijze zijn plekken van een teflon-laag voorzien: je blijft nergens haken, maar tegelijk hecht je je ook nergens aan. Misschien is een garage waar je alleen je sleutels hoeft af te geven klantvriendelijk, maar een persoonlijke band bouw je pas op als je weleens in de werkplaats komt en de geur van olie en uitlaatgassen opsnuift.KunstHet ultieme Nederlandse hek is dus onzichtbaar: wij verdedigen ons met waterpartijen, hoogteverschillen, doorzichtige wanden, infraroodcamera's. De openheid is, in ieder geval voor het oog, gewaarborgd. Een subtiel voorbeeld vind je in de nieuwe Haagse bibliotheek, onderdeel van het spierwitte stadhuis. In de lift zitten knoppen voor alle verdiepingen, het hele gebouw lijkt vrij toegankelijk. Maar zonder speciale magneetpas kun je slechts de onderste vijf knoppen bedienen. Toch is het hek nog niet dood. Zoals in horrorfilms het monster op het einde plotsklaps weer opduikt, zo verschijnen er de laatste tijd ineens opvallende hekken om woonwijken en parken. Zelfbewust vormgegeven hekken die, in weerwil van de klassieke functie van een hek, juist bedoeld zijn als uitnodiging. Deze hekken versperren niet, ze duiden aan. Het nieuwe hek is geen hek, maar een symbool. In de naoorlogse Amsterdamse Westelijke Tuinsteden, is afgelopen jaar een drie meter hoog hek geplaatst rond Stadspark Osdorp. Ontwerper Rob Lubrecht, gespecialiseerd in straatmeubilair: 'In de tuinsteden is van oudsher zoveel openbaar groen dat bewoners het park helemaal niet als park ervaarden. Bij de ingrijpende renovatie van de verpauperde wijk is een deel van de groenstroken echter verdwenen en om dat te compenseren is het park vergroot. Dat moet je vervolgens wel duidelijk maken, vandaar de hekken, die overigens helemaal niet dicht kunnen.' Lubrecht voorzag een standaard spijlenhek om de tien meter van een U-vormige staander waardoor het hek een sterk ritmisch karakter kreeg. Het hek is doorgetrokken langs de huizenblokken rechts van het park, de korte dwarsstraatjes waaraan de huizen liggen kregen elk een eigen, verhoogde toegangspoort. 'Het park loop aan de achterkant van de huizen gewoon verder, met het hek laat je zien dat de woningen eigenlijk in het park liggen.' Voor het landgoed De Breul bij Driebergen heeft Lubrecht een modern, horizontaal hek ontworpen dat de huidige greppel moet vervangen. 'Het landgoed is publiek toegankelijk, we willen ervoor zorgen dat mensen zich bewust worden van het moment dat ze het landgoed oprijden. Zo'n hek met de bijbehorende entreepartij bewerkstelligt dat.' Dit soort ingrepen beperkt zich niet tot landgoederen: in Amsterdam wordt de parkstrook tussen de volkse Czaar Peterbuurt en de rijke nieuwbouwwijk Het Funen voorzien van symbolische hekken. De stijl wordt klassiek en de permanent openstaande poorten worden 's avonds verlicht. Een barrière tussen rijk en arm is dat volgens ontwerper Bram Breedveld niet: 'We benadrukken slechts de overgang.' Dat de mogelijkheden om hekken vorm te geven nog lang niet zijn uitgeput, bewees een ontwerpweek van de Bossche kunstacademie eind 1999. Het ontwerp 'Gemaaid gras' zette licht gebogen spijlen van vijf centimeter dik als grassprieten naast elkaar, een ander ontwerp maakte van het hek een muziekinstrument door de stijlen elk een andere toonhoogte te geven zodat je met een sleutel of met je hand liedjes kunt tikken. Maar het revolutionairste idee kwam van het duo Rommert Caljé en Adem Gökçinar: een hek dat alleen opduikt als het nodig is. Als iemand de scheidslijn nadert wordt dat geregistreerd door sensoren die een reeks fonteinen een watergordijn laten opwerpen. Als degene zich weer verwijdert, zakt het gordijn terug in de grond. Liefst zouden de kunstenaars het waterhek zo afstellen, dat alleen díe fonteinen spuiten die zich vlak bij de wandelaar bevinden. Als hij dan evenwijdig aan de scheidslijn loopt, loopt het hek met hem mee. Het hek als spel, Nederlandser kan het niet
Taal / Language
Boeken
- Leven onder het luchtruim
- Bouw in de buurt – Leidraad voor Nederland
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit