Bij mensensmokkel is van romantiek geen sprake. Maar achter sigarettensmokkel gaat een wereld van ‘eenvoudige sjacheraars’ schuil, die er ouderwetse gedragscodes op na houden.
Nadat bewoners van de Rotterdamse Piersonstraat hadden geklaagd over water- en stankoverlast, namen politieagenten ter plaatse poolshoogte. Hoewel het portieklicht brandde, deed op hun aanbellen niemand open. Op het balkon aan de achterzijde zagen de agenten een douchecabine die provisorisch was aangesloten op de regenpijp, waardoor water op het balkon van de benedenburen liep. Toen de woningbouwvereniging later contact opnam met de huurder, verwijderde die de douche. Overlast opgelost.
Wat zich aan het oog van de buren onttrok was dat de Chinezen boven hen een safe house runden, waar veertig ‘eenden’ waren ondergebracht. De mensensmokkelaars moesten ijlings op zoek naar een nieuw onderkomen en dat vonden ze in Rotterdam-Noord, aan de Gordelweg. In maart 2003 werd dit pand opgerold.
Smokkel heeft een romantische roepnaam, je associeert het met Robin Hood die de staat een financiële poot uitdraait. Zo cultiveert het dorp Baarle-Nassau de naoorlogse smokkel van zout en boter en later van tabak, benzine en koffie met een standbeeld, een museum en fietsroutes. ‘De toeristische aantrekkingskracht van Baarle hangt onder meer samen met de vele enclaves en het bijbehorende smokkelverleden’, aldus het redactioneel van het zomernummer van Agora, dat gewijd is aan ‘de sociaal-geografische aspecten van uiteenlopende vormen van smokkel’.
In acht artikelen brengt het tijdschrift in kaart welke routes en steden een rol spelen in de internationale smokkel en welke sociale netwerken daarvoor nodig zijn. Elke stad blijkt zijn specialisatie te hebben: Antwerpen is goed in diamanten, Amsterdam doet kunst, vrouwen en bolletjes cocaïne en Rotterdam blinkt uit in mensen, sigaretten en grote partijen coke.
Mensensmokkel en mensenhandel zijn heel verschillende bedrijfstakken: bij het eerste wordt de winst gemaakt tijdens de reis, bij het tweede pas na aankomst, bijvoorbeeld door de vrouwen als moderne slaven in de prostitutie te werk te stellen. De Amsterdamse Wallen zijn dus een eindhalte, terwijl de Rotterdamse havens een tussenschakel vormen, bijvoorbeeld bij de smokkel van Chinezen naar Engeland. Van romantiek is geen sprake, zoals blijkt uit het beruchte Dover-transport waarbij 58 Chinezen stikten in een container met tomaten.
Opvallend is de verwevenheid tussen boven- en onderwereld: een safe house moet worden schoongehouden, eten gekookt en zwart geld witgewassen. Migranten spelen een grote rol bij de organisatie van de smokkel, bij het verlenen van hand- en spandiensten en als dekmantel. Behalve bij het witwassen van gelden en het opsporen van mazen in de wet, spelen autochtone Nederlanders nauwelijks een rol. De enige uitzondering is de sigarettensmokkel, die is bij uitstek een blanke aangelegenheid. De noordelijke route loopt van Rusland, Polen en de Baltische Staten via Rotterdam naar Engeland, waar de accijnzen het hoogste van Europa zijn. Vorig jaar legde de douane beslag op meer dan honderd miljoen illegale sigaretten en 50 duizend kilo tabak. Volgens het Haagse Gerechtshof gaat het om ‘georganiseerde criminaliteit’ en een ‘ernstige bedreiging’ van de samenleving. Maar uit de bijdrage van Maarten van Dijk van de Universiteit van Tilburg blijken het vooral ‘eenvoudige sjacheraars’ te zijn, ‘relatief onervaren, enigszins ploeterende entrepeneurs die steeds nieuwe problemen tegenkomen bij de doorvoer van de sigaretten’. Chauffeurs van betrokken transportondernemingen hebben de keuze om al dan niet met de smokkel mee te doen: ‘Als men zich collegiaal opstelt en niet uit de school klapt, wordt hun keuze om niet mee te doen of ermee te stoppen veelal gerespecteerd.’
Is er dus toch nog een romantische vorm van smokkelen? Misschien komen de ouderwetse mores voort uit het feit dat een klein deel van de handel blijft hangen voor eigen gebruik of onderhandse verkoop in Nederland. Zoals bekend is een tevreden roker geen onruststoker.
Agora, tijdschrift voor sociaal-ruimtelijke vraagstukken, 2006, nummer 3, prijs € 9,50, www.knag.nl