De zesde stad van Nederland doet het niet goed, het is de enige stad met meer dan 100 duizend inwoners die de leefbaarheid het afgelopen decennium terug zag lopen. Woonden er in 1998 nog 24.800 mensen in een gebied met een leefbaarheid ‘matig’ of slechter, in 2008 waren dat er 1.200 meer. De negatieve ontwikkeling vond niet alleen plaats van 2002 tot 2006 – toen overal in Nederlandse steden de leefbaarheid afnam – maar deels ook al tussen 1998 en 2002. In de jaren 2006 en 2007 kwam Tilburg een beetje terug, maar veel minder dan andere steden. De positieve ontwikkelingen beperkten zich bovendien tot het gebied binnen de Ringbaan.
De negatieve tendens is verontrustend omdat het rapport Leefbaarheid door de tijd waarschuwt dat met name de Brabantse stedenrij en Amsterdam door de economische crisis getroffen zullen worden. Tilburg moet de komende jaren daarom ernstig moeten rekenen met een teruglopende leefbaarheid.
Op de Vogelaarlijst komt Tilburg niet voor en daartoe lijkt op de kaart van 2008 ook nog weinig aanleiding. De stad heeft slechts drie bescheiden clusters met de score ‘negatief’. Deze liggen alledrie in Stokhasselt-Noord, een buurt uit de jaren zestig met galerijflats en daartussen hofjes met laagbouw. De tendens in deze wijk is echter aanhoudend slecht: het afgelopen decennium vond hier een ‘grote negatieve ontwikkeling’ plaats door een combinatie van een verslechtering van de bevolkingssamenstelling, veiligheid, publieke ruimte en vooral van het voorzieningenniveau. Een verbetering van de sociale samenhang kon dit tij niet keren.
Ook Wandelbos-Noord heeft rond de Sinopelstaat een cluster met een ‘grote negatieve ontwikkeling’. Dat leidde vooralsnog slechts tot de score ‘matig’, maar grofweg spelen hier dezelfde ontwikkelingen als in Stokhasselt-Noord. Opvallend is dat de flats aan de randen van de wijk het beter doen dan de laagbouw in het hart van de buurt.
