De Zaanse vooruitgang op het gebied van leefbaarheid blijft wat achter bij de rest van Nederland. Gemiddeld daalde het aantal mensen met een woonomgeving waar de leefbaarheid ‘matig’ of minder is met 36 procent, in Zaanstad was dat slechts 22 procent. Wel scoorde Zaanstad goed als alleen wordt gekeken naar bewoners die met ‘negatieve’ leefbaarheid kampen, dat aantal nam juist bovengemiddeld af.
Deze leefbaarheidwinst is vooral geboekt in de Vogelaarbuurt van Zaanstad, Poelenburg, en dan met name in de flats direct aan de snelweg. De lage flats rond de Heukelsstraat en Heinsiusstraat scoorden in 1998 nog ‘zeer negatief’, tien jaar later is dat ‘negatief’ geworden, en hier en daar zelfs ‘matig’. De ‘grote positieve ontwikkeling’ komt niet op het conto van een verbeterde veiligheid – die verslechterde juist –, maar van een hoger voorzieningenniveau en een grotere sociale samenhang.
Ook de drie hoge flats, die verder naar het noorden aan de snelweg liggen, boekten vooruitgang. De middelste klom zelfs op van leefbaarheid ‘matig’ met een ‘negatief’ randje naar ‘matig positief’. Hier nam de veiligheid wel iets toe, maar belangrijker was de verhoging van het voorzieningenniveau.
Net als de meeste steden boekte Zaanstad ook in het centrum vooruitgang. De ‘grote positieve ontwikkeling’ rond de Dam komt vooral voor rekening van een betere bevolkingssamenstelling. De buurt Westerwatering aan de westzijde van het spoor profiteert niet mee van de ontwikkeling van het centrum, integendeel. De leefbaarheid is er nog steeds ‘positief’ maar dat betekent wel een verslechtering ten opzichte van 1998 toen delen van de buurt nog ‘zeer positief’ scoorden. Debet hieraan zijn een afname van veiligheid en sociale samenhang.