Het slot op de binnentuin

Publicatie6 november 2024
TrefwoordenRotterdam

Het Sint Franciscus Gasthuis werd eind negentiende eeuw gebouwd, overleefde in 1941 ternauwernood een Engels vergissingsbombardement en ging in 1975 alsnog tegen de vlakte. Op het ziekenhuisterrein verrezen drie woonblokken, elk voorzien van een binnentuin waar geheel in de geest van de jaren zeventig een openbaar pad doorheen liep, alleen ’s avonds gingen de hekken…

Het Sint Franciscus Gasthuis werd eind negentiende eeuw gebouwd, overleefde in 1941 ternauwernood een Engels vergissingsbombardement en ging in 1975 alsnog tegen de vlakte. Op het ziekenhuisterrein verrezen drie woonblokken, elk voorzien van een binnentuin waar geheel in de geest van de jaren zeventig een openbaar pad doorheen liep, alleen ’s avonds gingen de hekken op slot. Tot – het zal zo’n twintig jaar geleden zijn geweest – de hekken in het meest zuidelijke blok definitief op slot gingen omdat de bewoners de drugsoverlast zat waren. Niet alleen de binnentuin zelf verloor daarmee zijn openbare karakter, ook het kunstwerk in die tuin, zeven reusachtige keramieken tafels, die verwijzen naar de ziekenhuisbedden die er ooit stonden, werd aan de ogen van buitenstaanders onttrokken. Voorgoed?

Ter voorbereiding gaat architect Tanja Lina, die de bijeenkomst organiseert, bij een aantal omwonenden langs en krijgt levendige verhalen over vroeger te horen: over het ziekenhuis en het bombardement, over de binnentuin en de ‘goede werken’ van de nonnen. Maar op de bijeenkomst zelf komen die verhalen nauwelijks aan bod: de drie bewoners die aan de binnentuin wonen sturen het gesprek steeds terug naar de overlast.

Dat de gemeente openstelling als voorwaarde stelt om te investeren in het klimaatbestendig maken van de versteende binnentuin en in het onderhoud van het kunstwerk, maakt weinig indruk: de jarenzeventigarchitectuur met haar vele nissen en hoekjes zou volgens de drie nu eenmaal geen openbaarheid verdragen. Dat de bewoonster van het middelste blok, met dezelfde bouwstijl, vertelt dat hun binnentuin overdag wel open is, doet daar voor hen niks aan af.

De bewoners van de bovenwoningen in het blok, die zelf geen tuintje hebben, pleiten voor openstelling van de binnentuin, in ieder geval willen ze er zelf gebruik van kunnen maken en dat kan nu niet vanwege de hangsloten op de toegangspoorten. De emoties lopen op, maar nee, benadrukken de drie, die sloten zijn er helemaal niet om hen te weren, ze zijn alleen tegen buitenstaanders, de bovenburen kunnen gerust de sleutel komen halen. Maar dat zien die niet zitten: ‘Ik wil gewoon de tuin in kunnen, die is ook van mij.’

En al snel gaat het weer over recente overlastmeldingen, die worden bevestigd door de aanwezige buurtregisseur. De oude overlast van dealers is weliswaar minder geworden, maar nu zijn er ‘MOE-landers’, arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa die in het goedkope pension op de hoek wonen. Als ze hun werk verliezen, raken ze ook hun slaapplek kwijt en sommigen blijven hier rondhangen, drinken en drugs gebruiken. ‘Af en toe zie je ze als zombies door de buurt waggelen,’ zegt een jonge vrouw, ‘heel eng.’ Een oudere vrouw stelt haar gerust: ’Als ze zo zijn, dan doen ze in ieder geval niks.’

En toch lijkt er, heel voorzichtig, beweging te komen in de patstelling rond het hek. Niet door het dreigement van de gemeente dat er anders geen geld komt om er een ‘klimaatadaptieve voorbeeldtuin’ van te maken. Maar door een klein zaadje, dat Lina, geïnspireerd door de oude ziekenhuistuin, in de hoofden van de bewoners plant: willen ze in de binnentuin geen bakken met heilzame kruiden?

Een paar bewoners, onder wie de bewoonster die actief is in de collectieve tuin in het middelste blok, willen wel meedoen. Maar belangrijker nog: niemand spreek een veto uit. Er wordt wat gemord over de plaats – niet te dicht bij het kunstwerk waar de drie voor zorgen – en het mag geen pluktuin worden en er mogen alleen kruiden in die lekker ruiken en die mooi zijn om naar te kijken, maar toch breekt er aarzelend een zonnestraal door. Als volgende stap zal Tanja Lina een ‘doe-actie’ organiseren: met de wijktuinman en een aantal bewoners worden een paar kruidenbakken gebouwd om ter plekke te testen welke meerwaarde de binnentuin zo krijgt.

 

Quotes bewoners

‘De woonblokken hier zijn in de vroege jaren tachtig gebouwd door een architect die net in Marokko was geweest, maar die kashba-achtige architectuur werkt natuurlijk niet in dit klimaat.’

‘Ik woon hier al mijn hele leven en heb de tijd van het ziekenhuis nog meegemaakt, ook toen waren er mooie binnentuinen.’

‘Die Oost-Europeanen hangen hier de hele dag op de hoek bij het hostel, ik vind het heel vervelend als ik daar ’s avonds langs moet lopen.’

‘We willen helemaal niet over de toekomst praten, het moet gewoon blijven zoals het is!’

‘Niet iedereen die hier woont is oké, er woont hier ook genoeg gespuis.’

‘Ik heb de inbrekers over de daken zien wegkomen.’

 

Plaats

Rotterdam, Agniesebuurt

Ontwerpteam

Buro Lina – Tanja Lina