De kasteleins van het Ridderplein

Publicatie6 november 2024

Een Brabants dorp met een rijk verleden, een kasteel uit de late veertiende eeuw met daarvoor een plein dat het Ridderplein heet, en aan dat plein een rij cafés en restaurants – het lijkt alsof hier nooit iets verandert. Maar het plein in het hart van Gemert was oorspronkelijk geen plein, het was niet meer…

Een Brabants dorp met een rijk verleden, een kasteel uit de late veertiende eeuw met daarvoor een plein dat het Ridderplein heet, en aan dat plein een rij cafés en restaurants – het lijkt alsof hier nooit iets verandert. Maar het plein in het hart van Gemert was oorspronkelijk geen plein, het was niet meer dan een bocht in de Kerkstraat, waar de stoomtram van Den Bosch naar Helmond doorheen denderde. Pas in de jaren dertig werd de slotgracht verlegd en werd het een plein, dat de eerste decennia het Borretplein heette en tot voor kort stampvol geparkeerde auto’s stond.
En het kasteel? Dat veranderde nogal eens van functie. Nadat de Duitse Orde door Napoleon was onteigend, woonden er in de negentiende eeuw rentmeesters die onder andere een spinnerij op het terrein lieten bouwen, in de vorige eeuw woonde er een kloosterorde en nu wordt het verbouwd tot vijfsterrenhotel annex appartementencomplex. Misschien zijn de cafés nog wel de meest constante factor. Neem De Keizer op de hoek, dat er al sinds de Franse tijd zit, of Dientje, een stukje verderop, dat ook al bijna een eeuw oud is.

Zijn wij een groep? De vier horecaondernemers aan de stamtafel van ’t Ridderhof kijken elkaar aan. Drie hebben een café-restaurant met een zaal erachter, nummer vier heeft een hotel. Ze twijfelen. Ja én nee, zegt er een, als je samen kunt werken dan doe je dat, maar je blijft ook allemaal een individu. Een ander: je bent toch een beetje concurrenten van elkaar, je gunt elkaar wat, maar de taart wordt niet groter. Toch doen ze wel pogingen om die taart groter te maken: dit jaar hadden ze met carnaval voor het eerst samen een enorme feesttent op het plein. Het ingehuurde externe bureau had voor een festivalopzet gekozen, met elk café als een aparte area. Het dorpscentrum als festivalterrein, dat smaakt naar meer.

De horeca, en zeker de ‘natte horeca’, staat onder druk. Vlak na de oorlog had Gemert 78 cafés, daar zijn er niet veel meer van over. Als je tenminste naar de echte cafés kijkt, want het aantal horecavergunningen is veel hoger dankzij alle sportkantines, clubhuizen, B&B’s en campings. ‘Hoeveel vergunningen denk jullie dat er zijn?’ vraagt de hotelbaas. De een gokt dertig, de ander vijftig. ‘Ik heb het nagevraagd, het zijn er honderdtwintig en tel daar nog maar eenzelfde aantal zuipketen bij op.’ En dan gaan de verhalen over tafel: over bier dat in de supermarkt goedkoper is dan hun inkoopsprijs, over kappers die wel een wijntje mogen schenken terwijl zij geen fles mogen verkopen van de wijnen die ze schenken, over de lange werkdagen. Toch is dat maar één helft van het verhaal.

In het woord horecaondernemers klinkt vooral het bedrijfsmatige aspect door. Enigszins ouderwetse benamingen als kastelein, herbergier en waard klinken al heel anders, daarin resoneert de sociale functie die ze óók hebben. En daarover komen heel andere verhalen los, over gastvrijheid, contact en ontmoeting, over plezier, vertier en het dorpse gevoel dat hier wordt gevierd, over opvoeding ook. Mensen kunnen hier de teugels laten vieren, zegt er een, terwijl wij een oogje in het zeil houden – met drank moet je om leren gaan.

Mensen worden steeds mobieler, jongeren zoeken hun heil in de stad, vooral de zuigkracht van Eindhoven is groot. Maar ze zien tegelijk ook de behoefte aan het plaatselijke groeien. Jongeren komen er massaal op af als er wat georganiseerd wordt: ze willen elkaar ontmoeten en het scheelt een dure taxirit van dertig kilometer.

Een heikel probleem waar ze tegenaanlopen is de overlast, zeker omdat mensen door het rookverbod in- en uitlopen. Ze zitten er bovenop, manen tot stilte, maar er hoeft maar één iemand te klagen en de gemeente is gedwongen een onderzoek in te stellen. Dat er driehonderd mensen niet klagen en een geweldige avond hebben, dat speelt dan geen rol.

 

Quotes kasteleins

‘Mijn zaak is mijn thuis, maar ik wil deze plek niet alleen voor mezelf houden, ik wil het delen met anderen.’

‘Als je hier vandaan komt, dan heb je niet meer door hoe mooi het hier is. Je hebt iemand van buiten nodig om dat weer te zien.’

‘Het sociale aspect van de horeca was vroeger veel groter, om mensen te ontmoeten móést je in de kroeg zijn. Maar dat was wel vooral een mannenwereld.’

‘Mensen zullen elkaar altijd blijven opzoeken. Als wij een fijne plek kunnen bieden, dan blijven we bestaan.’

‘Je kunt mopperen dat er niks te doen is, maar je kunt ook zorgen dát er iets te doen is.’

‘Sinds de coronatijd zijn we als ondernemers dichter bij elkaar gekomen, toen hadden we het zo zwaar dat de maskers afgingen.’

‘Je staat altijd aan als je een café hebt, honderdtwintig uur per week is normaal.’

‘Het maandelijks overleg wordt sinds een tijdje geleid door de centrummanager die de gemeente inhuurt. Dat houdt iedereen bij de les.’

‘Wij zouden er eigenlijk subsidie voor moeten krijgen dat we mensen leren omgaan met alcohol.’

 

Plaats

Gemert (Noord-Brabant)

Ontwerpteam

Denkkamer architectuur & onderzoek – Peter Verschuren, met Aart Kuipers

Gerelateerde artikelen