Den Haag

PublicatieNRC Weekblad, 19 december 2009
BeeldLeefbaarometer.nl

De ‘zeer negatieve’ plekken zijn bijna verdwenen uit Den Haag, vooral in Schilderswijk en Transvaalkwartier was de vooruitgang groot. Nieuwe problemen doemen echter op in Moerwijk, ook de randen van de stad zijn kwetsbaar.

Het gaat goed met Den Haag: de rode vlekken die in 1998 wezen op een ‘zeer negatieve’ leefbaarheid zijn bijna van de kaart verdwenen. Venen, Oorden en Raden, de Noordpolderbuurt, de Spoorwijk en het Laakkwartier zijn er helemaal van gevrijwaard, alleen de Schildersbuurt heeft nog drie hardnekkige slechte stukjes over: het einde van de Vaillantlaan (Schildersbuurt-Oost), de Hendrick Goltziusstraat met een uitloper naar de Van Ravensteinstraat (Noord) en de Mijtensstraat met een uitloper naar de Stortenbekerstraat (West).
Vooral de vooruitgang in de Schildersbuurt-West – de slechtste buurt van Den Haag en landelijk gezien de zeventiende – springt in het oog: het hart van de buurt aan weerszijden van de diagonaal lopende Ruysdaelstraat maakte tussen 1998 en 2008 een ‘grote positieve ontwikkeling’ door. Ook de oostzijde van de Schildersbuurt – en dan vooral het gebied tegenover Station Holland Spoor – scoorde goed, net als het hart van Transvaalkwartier.
Minder positief is de ontwikkeling in de directe omgeving. Zo maakte de buurt Oostbroek, die aan Transvaalkwartier grenst, een ‘negatieve ontwikkeling’ door. Weliswaar is de leefbaarheid in deze buurt nog steeds ‘matig positief’, maar de groene vlekken die een ‘positieve leefbaarheid’ markeren zijn verdwenen. Uit het onderzoek Waterbedeffecten van het wijkenbeleid blijkt Transvaalkwartier een van de weinige buurten van de Vogelaarlijst te zijn waar de toename van de veiligheid gepaard gaat met een relatieve afname van de veiligheid in omliggende buurten.
Een negatieve ontwikkeling van de veiligheid is ook te zien in Moerwijk, de buurt onder het Zuiderpark. Hier staat de leefbaarheid echter over de hele linie onder druk: tussen 1998 en 2008 maakten grote delen van de wijk een ‘grote negatieve ontwikkeling’ door. Niet alleen Moerwijk-West en –Zuid, die al op de Vogelaarlijst stonden, deden het slecht, ook het begin van de Melis Stokelaan (Moerwijk-Noord) en de Guntersteinweg en het Heeswijkplein (Moerwijk-Oost) gleden af. Het plein zakte van ‘matig positief’ in 1998 naar ‘negatief’ in 2008 en eindigde dus maar liefst twee klassen lager. In Moerwijk-West valt op dat het stuk rond de Van Alphenlaan zich zelfs in de periode 2006-2008, de rijke periode waarin bijna overal de leefbaarheid toenam, ‘beperkt negatief’ ontwikkelde.
Meer naar de buitenranden van Den Haag liggen nog enkele plekken die tussen 1998 en 2008 onleefbaarder werden. Een ‘grote negatieve’ ontwikkeling greep plaats in het westen rond Winkelstede en Huistede en rond de Schoutendreef. Aan de andere kant van de stad maakte de omgeving van Isabelland een soortgelijke terugval door. Op de kaart van 2008 leidde dat slechts tot een geel vlekje – score ‘matig’ – maar de trend is zorgelijk. Een stukje verderop, in de gemeente Leidschendam-Voorburg, leidde eenzelfde ‘grote negatieve’ ontwikkeling rond de Prinsenhof wel tot de kwalificatie ‘negatief’.