Gekrakeel rond decibel

PublicatieBouw, 1 september 2000

De Wet op de Geluidhinder houdt de ruimtelijke ordening in een wurgende greep. Versoepeling van de normen valt niet mee: decentralisatie stuit op politiek wantrouwen en de ‘Experimentenwet Stad en Milieu’ leidt vooral tot meer bureaucratie.

Architecten en stedenbouwers krijgen steeds meer normen op hun tekentafel. Is ontwerpen in dit woud van regels en eisen nog wel mogelijk? ‘Poldernormen’ is een serie over de oprukkende normering. Deze maand: geluid.

‘Denkend aan Holland / zie ik geluiddichte schermen / strak in oneindig / laagland staan.’ Wellicht had Marsman deze regels gedicht als hij nu geleefd had. De Wet op de Geluidhinder krijgt namelijk steeds meer invloed op de ruimtelijke ordening en op het aanzien van Nederland. Hans Pont, directeur-generaal Milieubeheer van VROM, zei eind april op de geluidshinderdag: ‘Met nog een grote toename van de ruimtedruk voor de boeg kunnen we niet doorgaan met het bouwen van steeds meer schermen en het isoleren van woningen.’ Een van Ponts aanbevelingen luidde: ‘gebiedseigen geluid mag gehoord worden.’
Het besef dat we dreigen te stikken in onze geluidsregels is bij de overheid al een tijd doorgedrongen, al was het alleen al omdat deze de bouw van compacte steden belemmeren. Sinds enkele jaren lopen er twee sporen om de rigide toepassing van decibelnormen te doorbreken: decentralisatie en ontheffing. Maar beide sporen laten vooralsnog vooral zien hoe moeilijk het is om eenmaal vastgelegd normen te veranderen.

Decentralisatie is de leidende gedachte achter de MIG, de nota Modernisering Instrumentarium Geluidsbeleid uit 1998. Laat gemeenten de beslissingen nemen over geluid, zij kunnen een integrale afweging maken en daardoor maatwerk leveren. Sommige gemeenten zullen de normen aanscherpen om zich te profileren als stiltecentra, andere zullen juist de kans grijpen om op drukke, gewilde locaties huizen neer te zetten. Het democratisch gekozen gemeentebestuur is daar zelf bij zodat de Wet op de Geluidhinder kan worden afgeschaft.
Maar de Tweede kamer schrok al snel terug voor zoveel vertrouwen in de gemeenten en voegde middels een motie een onwrikbare eis toe aan de MIG: de geluidsbelasting op de gevel mag nooit meer bedragen dan zeventig decibel. Laat dat nou precies het maximum zijn tot waar de provincie nu al ontheffing mag verlenen.
Overigens duurt het nog zeker twee jaar voor de MIG een wettelijke basis heeft, en het zal niet meevallen gedurende die tijd de achterdeur dicht te houden. Voor nog meer aanvullende eisen moet dus gevreesd worden.

Vooruitlopend op de aanpassing van het wettelijke kader heeft het ministerie van VROM besloten om milieuontheffingen mogelijk te maken. Onder de noemer ‘Experimentenwet Stad & Milieu’ mogen 24 gemeenten afwijken van de wettelijke normen voor geluid, luchtkwaliteit, veiligheid en bodem.
Den Haag meldde in 1997 de Scheveningse haven aan: daar moet 110 hectare haven worden herontwikkeld tot ‘een uniek woon- en toeristisch gebied, waar de havensfeer en havencultuur gekoesterd zal worden’. Echte havens hebben alleen een lastige eigenschap: geen sfeer zonder herrie. Bij de voorgenomen bouw van luxe woningen aan de Tweede Haven, stuitte de gemeente dan ook op drie geluidsproblemen. Het eerste probleem – geluidsoverlast van bedrijven – bleek vooral theoretisch van aard: volgens de geluidsvergunningen mocht een aantal bedrijven meer herrie maken dan voor de nieuwbouw acceptabel zou zijn, in de praktijk maakten ze daarvan echter geen gebruik. Inmiddels zijn de vergunningen van 35 van de 55 bedrijven aangepast.
Bleef de geluidsoverlast van auto’s en van boten. Het wegverkeer zorgt voor een gevelbelasting van 72 decibel, twee decibel meer dan toegestaan. Deze overschrijding bleek vrij makkelijk aan de bron op te lossen: als de kinderkopjes worden geasfalteerd wordt de norm gehaald. De geboren en getogen Scheveningers reageerden geschokt: weer zouden nieuwkomers de sfeer van de haven aantasten. Eerder hadden yuppen al bij de rechter afgedwongen dat het licht van de vuurtoren aan de landzijde werd afgeschermd en dat de geluidsoverlast van de misthoorn aan banden werd gelegd. Gemeente, projectontwikkelaar en autochtone Scheveningers waren het erover eens dat de kinderkopjes moesten blijven voor de authentieke havensfeer. (In werkelijkheid is de bestrating pure nostalgie: de kaden van de Eerste Haven, waar nog wel echt gewerkt wordt, zullen worden geasfalteerd.)
De laatste onoverkomelijke bron van geluidsoverlast bleken de boten waarmee sportvissers een dagje op zee kunnen gaan vissen. Net als de auto’s zorgen de boten voor een geluidsoverschrijding van maximaal twee decibel. Ondanks herhaalde onderzoeken naar een alternatieve locatie, bleek verplaatsing van de vier sportvisbedrijven niet mogelijk.
Kinderkopjes en vissersboten vallen onder ‘gebiedseigen geluid’ en horen bij de zo gewenste havensfeer, je zou dus verwachten dat ontheffing van de norm – ‘stap drie’ in de voorgeschreven procedure – een fluitje van een cent zou zijn. Mooi niet. Den Haag is nog druk bezig met het verzamelen van informatie voor de aanvraag. De gemeente moet onder andere een GES laten maken, een Gezondheidseffectscreening, die de gevolgen van twee extra decibellen in kaart brengt. Let wel: twee decibel aan de gevel, door de voorgeschreven geluidsisolatie zal daarvan binnen niets te horen zijn. ‘Wij denken ook wel eens waar gaat dit eigenlijk over’, zegt de verantwoordelijk gemeenteambtenaar.

Begin 1997 is Scheveningen Haven door VROM geselecteerd, en op zijn vroegst in 2001 kan de minister een besluit nemen over de ontheffing. Dat betekent ruim vier  jaar vergaderen over twee decibel geluidsoverschrijding.
De trage afwikkeling blijft niet beperkt tot Scheveningen. Van de 24 deelnemende gemeenten is nog geen enkele erin geslaagd om een aanvraag in te dienen. Het belooft weinig goeds voor de Experimentenwet dat de gezamenlijke milieuorganisaties al hebben aangekondigd dat een eventuele ontheffing nooit langer mag gelden dan vijf jaar. Niet echt een termijn om stedenbouwkundige plannen op te baseren.
De Experimentenwet blijkt niet te leiden tot experimenten, maar tot een eindeloze stroom papier. Alle betrokkenen zijn vooral bezig om zich in te dekken en niemand waagt het om een voet buiten de gebaande paden te zetten. Zelfs projectontwikkelaar HBG Vastgoed die de 71 luxe appartementen in Scheveningen neer gaat zetten en dus commercieel belang heeft bij een snelle start, reageert defensief. ‘Als de ontheffing er komt, zullen wij de geluidsoverschrijding goed naar potentiële kopers communiceren.’ Maar nemen mensen die in een haven willen wonen dat niet gewoon voor lief? ‘Wij zijn zeer open over de plussen en minnen.’