Gespikkeld wonigbezit

PublicatieBlauwe Kamer, 1 december 2009
BeeldTijs van den Boomen
TrefwoordenGroot-Amsterdam

In de Zuiderzeewijk in Lelystad, is 48 procent van de huizen in particuliere handen. Dit ‘gespikkelde woningbezit’ levert problemen op bij de hoognodige renovatie: veel huiseigenaren zijn financieel niet in staat hun woningen te renoveren.

Onder druk van leegstand en financiële problemen verkocht woningcorporatie Centrada in de jaren negentig veel panden aan zittende bewoners. In de Zuiderzeewijk, de oudste wijk van Lelystad, is 48 procent van de huizen in particuliere handen, in de aanpalende Atolwijk zelfs 58 procent. Deze staan kriskras door de wijk verspreid, in veel rijtjes zijn de panden om en om in bezit van Centrada en van particulieren.
Dit ‘gespikkelde woningbezit’ blijkt problemen op te leveren bij de hoognodige renovatie van deze wijken uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig. Huiseigenaren zijn financieel niet of nauwelijks in staat hun woningen te renoveren, zelfs niet met behulp van een goedkope lening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Bovendien ontbreekt vaak het besef van de noodzaak: ‘Mijn dak lekt toch nog niet?’
Inmiddels heeft Centrada de renovatie van de Zuiderzeewijk zo goed als afgerond en bieden de straten een gemêleerde aanblik: strak gerenoveerde en slecht onderhouden panden wisselen elkaar af. En anders dan je bij eerste aanblik zou denken zijn het de huurwoningen die er blinkend bij staan. Centrada koos ervoor om bij de renovatie verschillen in kleurstelling en gevelindeling aan te brengen. Juist door deze variëteit moeten de verschillen met de niet-gerenoveerde huizen minder opvallen.

Gerelateerde artikelen