Het Martin Brilplein

Publicatie14 juni 2009
BeeldTijs van den Boomen

Wat is het Surinameplein? Is het een plein? Een rotonde? Een uitvalsweg? Een keerlus voor de tram? Een winderig tochtgat? Een afwerkplek voor autoverkeer?

Wat is het Surinameplein? Is het een plein? Een rotonde? Een uitvalsweg? Een keerlus voor de tram? Een winderig tochtgat? Een afwerkplek voor autoverkeer? Welnu, ik kan u uit gemeentelijke, en dus onverdachte, hoek melden: het Surinameplein is een ongeluk.
Tot 1921 botste het dorp Sloten hier op de stad Amsterdam. Daarna was het de beurt aan de twee grote Amsterdamse stedenbouwkundigen om hier op elkaar te stoten. Aan de oostkant de gesloten blokken van Berlage, aan de westzijde de open structuren van Van Eesteren. En daartussen het niemandsland van het Surinameplein, twijfelend tussen rond en vierkant, tussen gesloten en open, tussen stad en buitenwijk, tussen plein en verkeersmachine.
Het Surinameplein is ook de plek waar rijk en arm op elkaar botsen, wit en zwart, chic en shabby. Op dit punt raken de stadsdelen Oud-Zuid en De Baarsjes elkaar: de grens loopt precies midden over de Surinamestraat, daarna dwars over de rotonde en dan verder over de middenberm van de Lelylaan tot aan de snelweg.
Neem de Hoofdweg, die De Baarsjes van zuid naar noord doorsnijdt, van het Surinameplein tot het Bos en Lommerplein. Volgens O+S, het statistisch bureau van de gemeente Amsterdam, halveert het besteedbaar inkomen per inwoner als je deze weg naar het noorden afrijdt. In de Hoofddorppleinbuurt heeft elke inwoner nog 15.400 euro te besteden, in de Kolenkitbuurt is daar nog maar 7.500 euro van over. Met het aantal niet-westerse allochtonen gebeurt precies het omgekeerde, dat verzesvoudigt van 13 procent tot 80 procent.
De reorganisatie van de stadsdelen gaat deze tegenstelling niet uitwissen, integendeel, dan gaat Zuid hier voortaan op West botsen. En als je nog een stap verder uitzoomt, dan stuit Amsterdam-binnen-de-ring hier op Amsterdam-buiten-de-ring.
 
Juist die tegenstellingen, die contrasten en verschillen, geven het Surinameplein de potentie om uit te groeien tot een van de mooiste en spannendste pleinen van Amsterdam. Een levendig plein waar Amsterdam zich van haar meest stedelijke kant laat zien. Vergeet het Rembrandtplein, dat is een fuik voor dronken Engelsen en vrijgezellen die hun rituele avondje vieren. Vergeet het Museumplein, daar grazen alleen toeristen. Vergeet het Roelof Hartplein, dat is het exclusieve domein van welgestelde blanke senioren. Maar… hoe komen we aan zo’n nieuw Surinameplein?
Vorige zomer presenteerden de beide stadsdelen, Oud-Zuid en De Baarsjes, hun gezamenlijke strategienota. Het was niet eens een onaardig plan, met terrassen aan de zonzijde en meer bebouwing. Maar het was de centrale stad allemaal niet ambitieus genoeg en dus trapte wethouder Van Poelgeest op de rem.
Het Surinameplein moet de poort van de stad worden, waar automobilisten weer gewone mensen worden die met de tram of met de fiets verder gaan. Of die er gewoon blijven hangen, want het moet vooral een prettige plek worden om te verblijven, een nieuwe Dam, maar dan zonder paleis.
De rotonde moet natuurlijk verdwijnen, want rotondes zijn ondingen die op provinciale wegen thuishoren, maar die je in je stad niet wilt hebben. In een van de drie modellen die het Ontwikkelingsbedrijf opstelde, is de rotonde vervangen door een T-splitsing. Dat is een begin, net zoals het schrappen van de rotonde bij het Bos en Lommerplein het startsein was voor de verbetering van de buurt.
De deskundigen breken zich op dit moment het hoofd over alle functies die het plein moet gaan krijgen – een ondergrondse parkeergarage, fietsverhuur, horeca, winkels – maar eigenlijk zou je moeten beginnen met het vaststellen van een norm. Want zonder kader waaraan je de ideeën kunt toetsen, wordt het weer net zo’n rommeltje als het nu is. 
Welnu, Amsterdam zou pas echt ambitie tonen als het Surinameplein een plein wordt waar Martin Bril graag zou zijn neergestreken. Met drukte en afwisseling, met rokjes en boerka’s, met reuring en rumoer.
 
Martin Bril beschouwde de Overtoom als een van zijn lievelingsstraten en niet alleen omdat die naar zijn huis voerde. Over het Surinameplein heeft hij zich nooit uitgelaten, maar het is algemeen bekend dat Bril de schurft had aan rotondes. 
Door het plein naar hem te vernoemen hebben de plannenmakers een vast ijkpunt bij het ontwerpen. Ze hoeven zich alleen maar de vraag te stellen: wat zou Martin hiervan hebben gevonden? 
En, mooi meegenomen, met een Martin Brilplein zijn we meteen af van dat gezeur om een Utrechtse straat naar hem te vernoemen, alleen maar omdat hij daar toevallig geboren is. Hij is er toch niet voor niets weggegaan?
 

 

Gerelateerde artikelen