In Zwartsluis begint de revolutie

PublicatieNRC Handelsblad, 15 januari 2008
BeeldHans van der Meer

Waar zijn nog de achterommetjes en onverwachte doorkijkjes die dorpsgezichten kenmerken? Atelier Overijssel wil plannen om kwaliteit en karakter van dorpen te verbeteren.

Waar zijn nog de achterommetjes en onverwachte doorkijkjes die dorpsgezichten kenmerken? Atelier Overijssel wil plannen om kwaliteit en karakter van dorpen te verbeteren.

Keurig, in één woord: keurig. De laatste uitbreiding van het Overijsselse dorp Zwartsluis ligt messcherp uitgesneden in de polder: rechts de schapen, links de mensen. Geen spoor van de vermaledijde verrommeling die heel Nederland zou overspoelen: hier heb je  nog vrij zicht op het open landschap, met als toegift een zigzaggende damwand die het ritme van de slagen van de polder volgt. Tenminste, als je net als fotograaf Hans van der Meer beschikt over een hoogwerker.
Lopend door de woonwijk Barsbeek, zie je echter alleen iets van de polder als devitrages van de doorzonwoningen zowel voor als achter geopend zijn. Want de buitenste rij huizen vormt een gesloten front dat de wijk naar binnen keert. Niet alleen het zicht is geblokkeerd, de polder inlopen is evenmin mogelijk. ‘Op de rand van de damwand staan de paaltjes van het prikkeldraad’, zegt dorpsbewoner Albert Greveling, ‘Het is helemaal abstract, het is geen lijst, geen rafel, het is alleen: hier blijf je weg, hier mag je niet verder. En dat vind ik rampzalig.’
Greveling komt aan het woord in een documentaire die is gemaakt als onderdeel van Rafels, randen en routes, een project van AtelierOverijssel dat zich afgelopen jaar boog over de kwaliteit van het dorpsgezicht. Achterliggende vraag was: ‘Waar zijn de informele routes en gebruiksvormen, de onverwachte doorkijken en losse rafelranden gebleven die het dorpsgezicht kenmerken?’
In vijf dorpen zette AtelierOverijssel ontwerpers aan het werk om alternatieven te ontwikkelen voor de witte schimmel waarmee dorpen normaal gesproken worden uitgebreid. Het bureau van Ton Matton kreeg Zwartsluis toebedeeld, hij bleek van de vijf de meest radicale. In navolging van de slowfoodbeweging, stelt hij een slowbestemmingsplan voor dat mensen toestaat om in en rond hun huis te produceren. In de polder worden kavels uitgegeven en wie daar biologisch tuiniert of bomen plant om de uitstoot van CO2 te compenseren, mag maximaal tien procent bebouwen met een eigen huis. De huizen worden echter niet aangesloten op de nutsvoorzieningen en de buren houden recht van overpad. Ook in het dorp krijgen lokale ondernemers vrij baan, alleen de naaste buren hebben vetorecht. Om de belangen van de rest van de wijk af te wegen is er een redelijkheidsjury, bestaande uit ambtenaren en bewoners. Niet langer is gelijkheid het vertrekpunt, maar de lokale, specifieke situatie.
Het voorstel van Matton zal niet leiden tot een dorpsgezicht uit grootmoeders prentenboek. Zo zullen de polders die Staatsbosbeheer momenteel met veel geld terugbrengt in de vooroorlogse staat met sloten en riet, gedeeltelijk begroeid raken met bossen, akkers en tuinen. Ook de wijken zelf zullen langzaam verrommelen. En terecht, want dorpen zijn nooit als mooie plaatjes bedoeld, het zijn gemeenschappen waar wonen en werken van oudsher worden gecombineerd en dat mag je best zien.
‘Toen ik hier kwam mocht je in deze wijk alleen slapen,’ vertelt meneer Huang in het begeleidende filmpje dat Matton maakte en dat in 2020 speelt. ‘Ik herinner me een reclame van Ikea destijds, dat was leerstof in mijn inburgeringscursus; “Woont u nog of leeft u al?” In 2013 werd deze slogan op het ruimtelijk beleid losgelaten.’ En toen kon hij zijn eethuisje beginnen, waar hij de haantjes bereidt van de scharrelboerderij van zijn buurvrouw.
De plannen van Ton Matton voor ‘gelukkige Vinex-ondernemers’ lijken luchtfietserij, maar als ik door de wijk Barsbeek loop, zie ik tot mijn verbazing dat er al twee bedrijven gevestigd zijn: in de garage van Rina Schaart kun je je laten knippen, in die van Erik Majoor is een showroom ‘woningstoffering en parket’. Het bestemmingsplan van Zwartsluis blijkt nu al, onder strikte voorwaarden, bedrijvigheid toe te staan. Op kousenvoeten is de revolutie begonnen.