De boodschap rukt op in het publiek domein: reclamemakers, kunstenaars en voorlichters proberen de aandacht van de burger te vangen.
Architect Renzo Piano had het zo goed bedoeld: het gebouw dat hij voor KPN ontwierp op de Rotterdamse Kop van Zuid zou ‘communiceren met zijn omgeving’. De gevel kreeg een scherm van honderd bij dertig meter, met daarin 902 groene lampen plus een computerprogramma dat elke lamp afzonderlijk aan en uit kon zetten. Et voilà, de grootse lichtwand van Nederland was geboren. Helaas had de omgeving er helemaal geen trek in om gecommuniceerd te worden. Want alle retoriek over communiceren ten spijt, het ging natuurlijk om eenrichtingverkeer waarbij KPN de zender stevig in handen had en de buurt mocht applaudisseren.
Rotterdam mag graag pronken met de titel Manhattan aan de Maas, dat wil nog niet zeggen dat haar burgers ook de lichtkranten van Times Square voor hun deur willen hebben. Vooral de bewoners van het Noordereiland, die een afgelegen stuk van de stad bewoonden totdat de Kop van Zuid gebouwd werd, protesteerden hevig. Hun nachtrust werd verstoord, en bovendien konden die bewegende, flakkerende beelden je wel een epileptische aanval bezorgen, dat hoorde je bij stroboscopen ten slotte ook.
De Rotterdamse GGD sprong in de bres als bemiddelaar. GGD’er Fred Woudenberg: ‘TNO onderzocht de lichtwand, de lichtsterkte voldeed aan de normen. Maar die normen zijn gemaakt voor stilstaande beelden, voor bewegende bestaat er niets. Voor je het weet ontstaat dan een loopgravenoorlog. Ook al zijn risico’s volgens de literatuur miniem, mensen kunnen dat heel anders ervaren.’
In het najaar van 2000 kwam het Nederlandse poldermodel op stoom. Woudenberg organiseerde een enquête: uit de 92 ingevulde vragenlijsten bleek 32 procent erge tot extreme hinder te ondervinden. En dus richtte de GGD een werkgroep op met vertegenwoordigers van KPN en bewoners – waaronder ook één bewoner die de lichtwand mooi vond – en kwam er een nieuwsbrief, Lichtpost genaamd.
Geschrokken van de commotie liet KPN een eigen onderzoek instellen door het NIPO. Dat levert een leerzaam beeld op van overlast. Van de 250 ondervraagde buurtbewoners is 89 procent tevreden of zeer tevreden over zijn woonomgeving, slechts drie procent noemt spontaan de lichtwand als hinderlijk element. Vervolgens werd gevraagd ‘welke lichtbronnen’ men hinderlijk vond, de lichtwand steeg toen naar veertien procent. Tenslotte vroeg het NIPO rechtstreeks: ‘Ervaart u de lichtwand van het KPN-gebouw als hinderlijk’ en toen zei 23 procent van de bewoners ja.
Of het nu 3, 14, 23 of 32 procent is, KPN wil geen slechte pers en dus werden maatregelen genomen. ’s Nachts stonden de beelden al stil, de nacht werd gewoon opgerekt en duurt nu van 22.00 uur tot 8.00 uur, in de winter begint de nacht in Nederlandse enige echte stad zelfs al om 21.00 uur. Dat moet nachtburgemeester Jules Deelder tevreden stemmen.
Verder werden de beeldwisselingen in de vroege avond beperkt, schakelde de groene lichtwand over op groene stroom, kwam er een meldpunt voor klachten en een maandelijkse sneak preview voor de bewoners. Minder beweging bleek effectief, dit jaar zijn tot nu toe nog geen klachten binnengekomen. Rob Dielissen, docent van de Rotterdamse kunstacademie en lid van de redactieraad van de lichtwand, vindt de nieuwe eisen geen aantasting van de ontwerpvrijheid, integendeel.
‘Met fel flikkerende animaties kun je makkelijk aandacht trekken, ik leer mijn studenten juist om het subtieler op te lossen.’ En inderdaad komen er mooie vondsten van Dielissen en zijn studenten voorbij: sihouetten van Rotterdamse gebouwen, regendruppels, herfstbladeren, de maan. Less is more, Nederlandser kan het niet.
Alleen de reclames die KPN er om de vijf minuten tussendoor strooit – KPN Telecom altijd dichtbij’ – knallen er uit door een overmaat aan beweging en zoveel mogelijk brandende lampen. Het is net tv: reclamespotjes zijn ook altijd feller en harder dan de omringende programma’s, alleen heb je dan een afstandsbediening onder handbereik