Ontucht

PublicatieNRC Handelsblad, 30 juli 2003
TrefwoordenToerisme

Uitspanningen van weleer, hoe handhaven ze zich? Vandaag het Drielandenpunt, tevens hoogste punt van Nederland, in Vaals, het dorp stond ooit bekend als het tweede Monaco.

Uitspanningen van weleer, hoe handhaven ze zich? Vandaag het Drielandenpunt, tevens hoogste punt van Nederland, in Vaals, het dorp stond ooit bekend als het tweede Monaco.

Het drielandenpunt is eigenlijk alleen een Nederlands speeltje. Aan de Belgische zijde wijst slechts een onopvallend bruin bordje naar ‘Trois Bornes’, Duitse richtingaanwijzers ontbreken geheel omdat er vanuit Aken geen weg naar de ‘Dreiländereck’ voert. Alleen Nederland pakt flink uit: grote ANWB-borden leiden het verkeer over de rondweg van Vaals naar de parkeerplaatsen vlak onder de heuveltop. Wij hebben dan ook maar één drielandenpunt, terwijl de Belgen er drie hebben en de Duitsers zelfs zeven, maar belangrijker is dat hier tevens het hoogste punt van Nederland ligt. En dat de Vaalse toeristenindustrie daarmee al bijna een eeuw aan de weg timmert.
In 1905, het jaar waarin tevens het eerste illegale casino in Vaals zijn deuren opende, richtte burgemeester Sträter de vereniging ‘Neerlands Hoogste Berg’ op. Binnen drie maanden was de Wilhelminatoren gereed, een houten uitkijktoren die veel publiek trok. Lang kon Sträter niet van zijn succes genieten, want twee jaar later werd hij uit zijn ambt gezet omdat het stadje onder zijn bewind internationaal bekend was geraakt als een tweede Monaco, met zes casino’s en ‘niet weinig verdachte huizen’ waar zelfs jongetjes van dertien tot ontucht werden aangezet.
Het vierlandenpunt leek een stabielere basis voor het toerisme dan het gokken. Vier landen? Ten zuiden van Vaals lag in die tijd ook nog Neutraal-Moresnet, een taartvormige grondstuk van enkele vierkante kilometers waarover Pruisen en Nederland het niet eens hadden kunnen worden en dat in 1815 een status aparte kreeg. Bij de vrede van Versailles viel Moresnet met zijn zinkmijn toe aan België en toen had Vaals nog slechts een drielandenpunt.  Zorgen maakte het stadje zich niet, want het ensemble van drie grenspalen plus een dakvormige steen met het opschrift ‘hoogste punt van Nederland’ bleef toeristen trekken. Pas toen de Internationale Grenscommissie in 1922 de grenspalen liet weghalen en even verderop een stenen paal neerzette, raakten de middenstanders in paniek. Het zou ‘voor de bevordering van het vreemdelingenverkeer en de daarmee in verband staande welstand der Vaalser bevolking in het algemeen van het allergrootste belang zijn, wanneer bovengenoemde steenen weer op hun plaats terug gebracht zouden kunnen worden’, schreven ze aan het gemeentebestuur. Het duurde vijf jaar voor de attractie er weer stond, deze keer veilig op Nederlands grondgebied. En dus kunnen dagjesmensen nu kiezen uit twee plekken om zich te laten vereeuwigen.
‘Kijk oma, nu sta ik met mijn ene voet in Duitsland en met de andere in België’, roept een jongetje opgetogen. Een grens is een abstractie: zonder palen en borden is het gewoon een stuk grond. Zelfs het schermpje van je mobiele telefoon biedt geen uitkomst om te bepalen in welk land je bent: het bereik van de zenders van NL KPN, Proximus en T-D1 wisselt een beetje, dus meldt je telefoon nu eens de Belgische aanbieder, dan weer de Duitse of Nederlandse.
Een drielandenpunt kan dus niet zonder fysieke markering. En waar één bord staat, volgen er meer. Bijvoorbeeld om een neergestort vliegtuig te herinneren, te waarschuwen voor de diefstal van motoren, de internationale vrede dichterbij te brengen, een wielerwedstrijd aan te kondigen, een gevallen soldaat te gedenken, het jubileum van de Euregio te memoreren, een wandelroute te beschrijven of hotels aan de man te brengen.
Ook voorzieningen heeft het drielandenpunt in veelvoud: ruim tien kiosken, zes parkeerplaatsen en vijf restaurants. Zelfs de onvermijdelijke uitkijktoren is er in tweevoud: een remake van de Wilhelminatoren die aan het einde van de oorlog fataal werd getroffen door artillerievuur, en aan de Belgische zijde de veel hogere en modernere Boudewijntoren. Dus toch Belgische bemoeienis met het drielandenpunt? Schijn bedriegt, want anders dan naam en locatie doen vermoeden is ook de laatste toren stevig in handen van een Limburgse familie.
 

Gerelateerde artikelen