Spookdorp in spe

PublicatieNRC Handelsblad, 2 januari 2007

Volgens het Ruimtelijk Planbureau verliest het dorp Wognum de komende jaren een kwart van zijn bevolking. Dat maakt het de sterkst krimpende gemeente van Nederland. Maar klopt dat ook?

Volgens het Ruimtelijk Planbureau verliest het dorp Wognum de komende jaren een kwart van zijn bevolking. Dat maakt het de sterkst krimpende gemeente van Nederland. Maar klopt dat ook?

Als je Wognum binnenrijdt stuit je meteen aan de Oosteinderweg op dichtgespijkerde panden. Alleen aan de Koppenhoeve staan al bij drie huizen borden Te koop in de tuin. En een folder bij het gemeentehuis leert dat dat vanaf 1 januari is gedegradeerd tot serviceloket dat slechts twee ochtenden per week geopend is, want met ingang van 2007 fuseerde Wognum met Medemblik en Midwoud. Welkom in het dorp dat de krimp van Nederland als geen ander lijkt te symboliseren.
Begin 2006 luidde professor Wim Derks van de Universiteit Maastricht de noodklok met het rapport Structurele bevolkingsdaling. En eind november kwam het Ruimtelijk PlanBureau (RPB) met het onderzoek Krimp en Ruimte. Het duurt nog twintig, dertig jaar voordat de bevolking over de hele linie terugloopt, maar in sommige delen van het land is het nu al prijs: Noordoost-Groningen verloor het afgelopen decennium bijna vijf procent van zijn bevolking en Zuid-Limburg bijna twee procent.
Het RPB verkende daarom de nabije toekomst: hoe staan gemeentes er in 2025 voor? Onder de verliezers waren de usal suspects als Heerlen, Delfzijl en Terneuzen, allemaal veilig ver weg aan de buitengrenzen van het land. Maar de eerste plaats ging verrassend naar het Noordhollandse dorp Wognum met een verlies van ruim 26 procent. Het RPB benadrukt dat het aantal inwoners eigenlijk niet maatgevend is: belangrijker is het aantal huishoudens, want dat bepaalt hoeveel woningen er nodig zijn. Maar ook daarmee gaat Wognum op kop, of beter gezegd aan staart: over twintig jaar zal bijna een op de vijf huishoudens uit het dorp verdwenen zijn.
Toch was er tijdens de laatste gemeenteraadsvergadering en de aansluitende afscheidsreceptie op 18 december geen sprake van een crisissfeer, integendeel. Burgemeester Niek Meijer memoreerde de plannen voor het terrein van de brede school: 173 nieuwe woningen, bovenop de 66 die op dit moment gebouwd worden in Kreeklanden II. Kees Dekker, fractieleider van D66, bood de scheidende fractievoorzitter van het CDA een vogelhuisje aan om hem eraan te herinneren dat er te weinig huizen voor starters en senioren gepland staan. En in de wandelgangen zocht projectontwikkelaar Harry Schouten steun voor zijn plan Leeker Woonland met 1.300 woningen.Geen van de dorpelingen is zich bewust van de doem die over Wognum hangt. De leiders van scoutinggroep Pius X kunnen zich bij krimp niets voorstellen. ‘Hoe denken ze dat voor elkaar te krijgen, gaan ze ons dan onze huizen uitzetten?’ wil Rody van Doorn weten. Alleen de terugtredende burgemeester herinnert zich desgevraagd het rapport Derks, maar de voorspelling van het RPB is ook aan hem voorbijgegaan. ‘Dat toont aan hoe noodzakelijk de fusie is, we zijn te veel met de waan van de dag bezig en hebben geen tijd voor de bedreigingen op de lange termijn.’
Gaat het echter wel zo’n vaart lopen met de Wognumse krimp? RPB-onderzoeker Andries de Jong: ‘Een gemeente kan wel wel veel plannen hebben, maar als ze in het recente verleden slechts weinig vergunningen hebben afgegeven, dan tellen we die plannen maar gedeeltelijk mee. Dat is een aanname en die hoeft niet te kloppen.’
Het is met krimp net als met aandelen: resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Als Wognum erin slaagt om zijn plannen door te zetten, dan zullen de woningen ook vol komen, vermoedt De Jong. Zoals aan de Oosteinderweg, waar aannemer Piet Hof al ruim een jaar wacht op een vergunning om de dichtgespijkerde panden te vervangen door tien vrijstaande woningen.