Stadsbewoners oordelen positiever over hun wijk

PublicatieNRC Handelsblad, 19 december 2009

Het aantal stadsbewoners dat de eigen buurt als ‘(zeer) negatief’ ervaart, is met bijna 60 procent gedaald: van een half miljoen tot 210.000. Dat is 1,3 procent van de Nederlandse bevolking.

De leefomgeving in de Nederlandse steden is in het afgelopen decennium sterk verbeterd. Het aantal stadsbewoners dat de eigen buurt als ‘(zeer) negatief’ ervaart, is met bijna 60 procent gedaald: van een half miljoen tot 210.000. Dat is 1,3 procent van de Nederlandse bevolking. Als ook de waardering ‘matig’ wordt meegeteld, gaat het om 5,6 procent van de bevolking.
Vooruitgang in leefbaarheid manifesteerde zich in vrijwel alle stadswijken, zo blijkt uit een onderzoek naar de leefomgeving in 25 Nederlandse steden dat vandaag in NRC Weekblad verschijnt.
De analyse is gemaakt met behulp van de ‘leefbaarometer’, die is ontwikkeld door twee onafhankelijke onderzoeksbureaus. Huizenprijzen en representatief opinieonderzoek onder buurtbewonesrzijn hierbij gekoppeld aan aanwezigheid van voorzieningen als winkels en scholen, openbaar groen, misdaadcijfers, enzovoort.
De grootste vooruitgang is geboekt in de binnensteden en negentiende-eeuwse wijken (de oorspronkelijke stadsvernieuwingsgebieden). Een negatieve ontwikkeling tekent zich af in de nieuwbouwwijken uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw: steden drukken hun problemen naar de randen, Rotterdam is hiervan een duidelijk voorbeeld. De ontwikkeling van de leefbaarheid van steden als Almere en Zoetermeer, die geheel uit nieuwbouw bestaan, stagneert.
Het onderzoek bevestigt een trend van toenemende segregatie in Nederland. Onderzoeker Gerard Marlet van Stichting Atlas voor gemeenten, een van de bedenkers van de leefbaarometer: „Het heeft ons geschokt dat mensen vinden dat hun buurt onleefbaarder wordt als zich er meer niet-westerse allochtonen vestigen. Overigens geldt dat in iets mindere mate ook voor allochtonen zelf.” Tot tien procent allochtonen verandert er niet veel in de waardering van bewoners voor hun eigen buurt, maar daarboven zorgt elke procent extra allochtonen voor een toename van 2,5 procent van het aantal mensen dat ontevreden is met de bevolkingssamenstelling. Bij autochtonen die al ten minste twintig jaar in de buurt wonen, is de toename zelfs 3,5 procent.
Collega-onderzoeker Kees Leidelmeijer van RIGO Research en Advies wijst op het effect van een ontbrekende gemeenschappelijke taal: „Het effect van een praatje aanknopen blijkt zeer groot omdat het twee kanten op werkt. Mensen waarderen dagelijkse praatjes positief. En als ze ontbreken, is dat effect niet neutraal, maar voelen mensen zich daar juist onbehaaglijk bij.’