De schans

AuteurTijs van den Boomen en Harry van der Meijs
Publicatie1 januari 2003
TrefwoordenGroot-Amsterdam, Luchthaven, Openbare ruimte, Schiphol, Snelweg

Inzending voor de ideeënprijsvraag ‘A design for places left over after planning’. Locatie is de kruising van de HSL en de Haarlemmermeerpolder. De schans is een tegenbeeld van de tunnel onder het Groene Hart, waarin de HSL is weggemoffeld.

Verschenen in: A design for places left over after planning (ISBN 90 77399 02 X)

Als een lang uitgerekte container ligt de schans schuin weggezakt in de polder. De schans zelf is zwaar en log, maar de vorm suggereert tevens dynamiek en snelheid, hetgeen nog wordt versterkt door het beeldrijm met de stijgende en landende vliegtuigen.
Komend vanuit het zuiden kondigt de schans de Haarlemmermeerpolder aan, ze lijkt op te stijgen naar Schiphol. Vanuit het noorden geeft de schans de grens met het oude land aan: als een wal rijst ze bruut op uit de vlakke polder.
De schans benadrukt de kracht van de infrastructuur en is daarmee een tegenbeeld van de tunnel onder het Groene Hart, waarin de HSL is weggemoffeld.

Overgangen
Zowel het traditionele als het moderne Nederlandse landschap zijn hier in verhevigde vorm voorhanden, als je deze locatie tenminste in haar context beziet. Zuidelijk van de ringvaart – ‘aan de overkant’ – liggen eeuwenoude polders die nog met windmolens zijn drooggemalen, één molen getuigt nog daarvan. De locatie zelf, aan de noordzijde van het water, is onderdeel van de grootschalige Haarlemmermeerpolder die in het midden van de negentiende eeuw met stoomgemalen is drooggelegd.
Opvallend is dat juist de nieuwe polder zijn agrarische aanblik, en daarmee zijn ouderwetse karakter heeft behouden, terwijl de oude polders zijn overwoekerd met moderne artefacten als kassenbouw, Vinex-locaties, reclamezuilen en bedrijventerreinen. Ook de strakke bundel van snelweg en HSL versterkt aan de zuidzijde de moderne, 21-ste eeuwse aanblik van het landschap.
Precies bij de entree in de Haarlemmermeerpolder buigen snelweg en HSL met een majestueus gebaar uit elkaar. De wig tussen beide mobiliteitslijnen versterkt de ervaring van het grootschalige boerenlandschap, net als de vliegtuigen die hier hun landing naar Schiphol inzetten.
Locatie 2 illustreert tevens de complexe Nederlandse waterhuishouding: auto’s en treinen duiken onder boten door, de ringvaart ligt meters hoger dan de sloten in de polder, kanteldijken (aan weerszijden van de snelweg) en een waterkerende wand (bij de HSL) moeten voorkomen dat de Haarlemmermeerpolder en daarmee Schiphol onderloopt bij een lekkage van het aquaduct.

Analyse
Grote twijfel beving ons bij de gedachte om deze locatie  te voorzien van de gevraagde ‘zeer markante vormgeving’: gezien vanaf het aquaduct biedt de Haarlemmermeerpolder met zijn uiteenbuigende infrasporen zo’n magistrale, weidse aanblik dat de toevoeging van een autonome kunstuiting welhaast een verarming moet inhouden. Deze locatie is zichzelf genoeg, het is zo’n plek waar je met één blik kunt aanschouwen dat God de wereld heeft geschapen en dat de Nederlanders hem daarbij wat werk uit handen hebben genomen.
Terecht is bij de aanleg van de HSL op deze locatie een spottersplek voorzien, vanwaar je een blik kunt werpen op de aanstormende treinen. Ons inziens maakt het ontwerp van deze spottersplek ten onrechte geen deel uit van de prijsvraag. Beide ontwerpopgaven vragen erom gecombineerd te worden, te meer omdat vanaf de spottersplek zoals die nu gepland is in de praktijk niets te zien zal zijn van de treinen: de stempels tussen de waterkerende wanden vormen optisch namelijk een ondoorzichtig dak op de tunnelbak. Bovendien is het niet mogelijk om er te parkeren.
De HSL-schans maakt deze omissie goed: het is een spottersplek die en passant fungeert als markering van een van de belangrijkste polders van Nederland en van de spectaculaire kruising van water, weg en spoor.

Bermtoerisme
In 1965 kwam er in Nederland een einde aan het bermtoerisme: in dat jaar werd een stopverbod op de vluchtstroken van kracht. Uit veiligheidsoogpunt was dat een verstandige beslissing, maar het was tevens een verlies voor de dagjesmens. Vanuit je eigen auto recreëren is namelijk niet alleen in Amerika populair, zie de aantrekkingskracht van het autostrand bij Voorne, de twee parkeerplaatsen voor vliegtuigspotters bij Schiphol en de drive-in bioscoop bij Landgraaf.
De HSL-schans herstelt het bermtoerisme in ere. De 240 meter lange schans loopt vanaf de ringvaart in een hoek van zes graden omhoog en eindigt op twintig meter boven het maaiveld van de Haarlemmermeerpolder. De schans wordt steeds breder, waardoor auto’s aan het einde makkelijk kunnen draaien, bovendien  is er daar plaats voor een mobiel frietkot of ijscokraam.
De schans biedt een adembenemend panorama: vanuit de verte zie je de schicht van de TGV aansnellen en onder de ringvaart doorschieten, de auto’s lijken welhaast stil te staan bij zoveel dynamiek, net als de vliegtuigen die langzame lijnen trekken in de lucht.
De hoogte van de schans maakt het mogelijk om het ogenschijnlijk eenduidige vlakke land in al zijn geraffineerde complexiteit te beleven, inclusief historische hulpmiddelen als een windmolen en een draaibrug. De schans is het enige punt in Nederland waar je de polders met de hooggelegen ringvaarten van boven kunt bekijken.

Materialisatie
De schans wordt gemaakt uit materiaal dat reeds ter plaatse voorhanden is: klei, leem en damwandprofielen. Ze krijgt de robuuste uitstraling van een bouwplaats, op die manier herinnert ze aan de Herculesklus van de aanleg van de HSL.
De basis van de schans wordt gevormd door de westelijke kanteldijk, die precies midden tussen de  HSL en de A4 ligt. De kanteldijken aan weerszijden van de snelweg voorkomen dat de Haarlemmermeerpolder onder water loopt als het aquaduct zou breken, en vormen dus een wezenlijk onderdeel van de waterhuishouding van de polder. De schans legt letterlijk nadruk op deze functie.
Nu is de kanteldijk nog een zandlichaam dat aan de zijkanten onder een hoek van 45 graden afloopt. Deze schuine kanten worden weggegraven, damwandprofielen zorgen dat de schans, en dus ook de dijk, verticale wanden krijgt. De damwandprofielen worden niet, zoals gewoonlijk, loodrecht in de ondergrond gedreven, maar met een heiframe onder een hoek van zes graden. Daardoor komen ze haaks op de bovenkant van de schans te staan. De profielen steken tachtig centimeter boven het wegdek van de schans uit, zodat ze tevens als doorvalbeveiliging fungeren.
Voor de schans is 33.000 kubieke meter grond nodig, waarvan 11.000 kubieke meter al voorhanden is in de vorm van de kanteldijk. De resterende 22.000 kubieke meter komt uit het gronddepot. Het wegdek wordt afgewerkt met steenslag.

Terreininrichting
In het driehoekige stuk terrein in het verlengde van de schans – locatie 2 in engere zin – komen achttien wigvormig uitlopende eilanden te liggen. De eilanden worden van elkaar, van de HSL en van de snelweg gescheiden door tien meter brede sloten. Voor de lengte en breedte van de eilanden wordt een vast verhoudingsgetal genomen, waardoor ze vanaf de schans even groot lijken.
Voor de eilanden is 68.000 kubieke meter grond voorhanden, ze zullen dus iets meer dan een halve meter hoog worden. Omdat de eilanden niet betreden kunnen worden, kan de natuur hier ongestoord zijn gang gaan. Vanaf de schans springt het contrast tussen de streng geometrische vorm van de eilanden en de wilde, romantische begroeiing in het oog.
De sloten zullen aan weerszijden van de schans worden doorgetrokken, waardoor de schans lijkt op te rijzen uit het water. Het laatste stukje van de kanteldijk, dat met een bocht naar de snelweg toeloopt, wordt vervangen door een recht dijklichaam van damwandprofielen, dat als een lage zijvleugel haaks op de schans komt te staan.

</p