Fietsenrekken heten tegenwoordig fietsparkeersystemen. Maar het stallen van een fiets leidt in de meeste rekken nog steeds tot een slag in het wiel of kapotgetrokken remkabels. Bovendien zijn de ‘aanbindbeugels’ voor ketting of U-slot meestal niet bestand tegen een simpel ijzerzaagje. Onderzoek van de Fietsersbond ENFB en TNO keurde alle 56 bestaande modellen af. “Toen de gemeente Eindhoven me vroeg om iets te doen aan de overlast van geparkeerde fietsen, was het in ieder geval duidelijk hoe het niet moest”, zegt Ton Kooymans (35) van D-sign. “Mijn eerste suggestie was om het centrum vol te zetten met bomen met een gietijzeren hek eromheen: een groene stad vol natuurlijke parkeerplekken.” Dat was niet helemaal de bedoeling en Kooymans vroeg de gemeente om een inventarisatie-opdracht.
“Je confronteert de opdrachtgever met een berg vragen waarover hij nog nooit heeft nagedacht. We kwamen erachter dat de afdeling verkeer een maximale dichtheid nastreeft, dat de stedebouwer hecht aan een ritmische opstelling, dat de stadsreiniging er onderdoor moet kunnen vegen, dat de politiek een lage milieubelasting eist en natuurlijk dat het niet te veel mag kosten. Van de regionale afdeling van de ENFB leerden we waar fietsers belang aan hechten: ruime plaatsen, geen krassen, een beugel om de fiets aan vast te zetten die minimaal vier minuten bestand is tegen een handzaag. Alles bij elkaar besloeg de checklist veertig pagina’s. Zo’n strak keurslijf vind ik prachtig, dat daagt me uit.”
Vervolgens zette Kooymans alle componenten op papier: de grootte van het wiel, de reikwijdte van een fietsslot, de fundering in de grond, vier centimeter speelruimte voor de blowers van de stadsreiniging, 35 centimeter afstand tussen de fietsen. En toen begon het puzzelen om die punten te verbinden. “Een gebogen lijn is vriendelijk: zo komt de standaard naar de gebruiker toe. Zo’n lijn doet denken aan een bloemsteel.” Tijdens de ontwerpfase was Eindhoven nog in de race voor de Floriade en dat verleidde Kooymans tot fietsbeugels in de vorm van een bloembladeren. “Een tulp is net zo Nederlands als de fiets. Dat is een leuk grapje, maar het mag geen kitsch worden. Dus ga je net zo lang abstraheren tot er alleen nog een vermoeden van de inspiratiebron rest”, zegt Kooymans terwijl hij door stapels schetsen bladert. Uit de acht schetsontwerpen koos de gemeente Eindhoven de TuliP.
De vorm staat voor D-sign niet centraal. Kooymans: “Dat een industrieel ontwerper iets moois maakt, is wel het minste dat je kunt verwachten. Wij maken massaprodukten en het is dus veel interessanter welke besparing je tot stand brengt op materiaal, produktie, assemblage en onderhoud. Zo wordt de holle buis van de TuliP dichtgelast met de aanbindring, dat bespaart een handeling.”
D-sign is gespecialiseerd in publieke produkten. “Onze ontwerpen worden door de bewoners van de stad daadwerkelijk aangeraakt: een hek, een bank, een fietsenrek. Dus moet je zorgen voor een vriendelijke uitstraling: de aaibaarheidsfactor moet hoog zijn. Een fietsenrek moet de fietser het gevoel geven dat hij zijn dure fiets er met een gerust aan kan toevertrouwen. Dus hebben we gekozen voor een lak die zacht aanvoelt in een donkere kleur.” Gedurende de testfase bij het stadhuis ontdekten ambtenaren dat hun fietsen te makkelijk omvielen. Door de fietsbeugel anderhalve graad te kantelen, konden fietsen alleen nog naar de paal toe vallen. Binnen tien centimeter raakt het stuur dan de paal.
Na de goedkeuring van het ontwerp heeft Kooymans de produktie van de TuliP in eigen hand genomen. De gemeente Eindhoven garandeerde een minimale afname tegen de vastgestelde prijs van 295 gulden. “Wij werken steeds vaker op basis van royalties. De investering voor de klant is kleiner en je laat zien dat je gelooft in je ontwerp. En zo verdien je meer geld dan met alleen uren verkopen.” De fabrikant vond het te duur om te investeren in een nieuwe buigmal voor de wielklemmen en stelde voor om een standaardklem te gebruiken. Kooymans zette die klem op een voetstukje, een resultaat dat hij achteraf mooier vindt omdat de bloemvorm nog beter uitkomt. “Ik geloof sterk in compromissen sluiten. Kritiek kan je ontwerp beter maken.” Het afgelopen jaar zijn er 1.500 exemplaren verkocht, er is ook belangstelling uit Frankrijk, Spanje en Engeland. De TuliP kreeg de Erkenning Goed Industrieel Ontwerp 1997.
Bij de plaatsing van het fietsenrek dook een onverwacht probleem op: de TuliP heeft geen enkel recht stuk waarop een waterpas kan worden gezet om de boel te stellen. “We hebben toen de instructie gegeven dat ze de ondergrondse poer [betonnen voet, TvdB] als ijkvlak moeten nemen. We laten nu een gaatje in de paal boren zodat ze met een stang in groepen gesteld kunnen worden. Want ze moeten strak in het gelid staan.” Kooymans ontdekte het effect van rijen TuliP’s aan weerszijden van de weg pas toen ze om de hoek van zijn kantoor waren geplaatst. “Ik reed op een avond naar huis en door die lege rekken leek het wel of de weg zich opende.”
Het aaibare fietsenrek
| Publicatie | Intermediair, 27 februari 1997 |
|---|---|
| Trefwoorden | Fietsen |
Fietsenrekken heten tegenwoordig fietsparkeersystemen. Maar het stallen van een fiets leidt in de meeste rekken nog steeds tot een slag in het wiel of kapotgetrokken remkabels.