Geluidsscherm voor de A16

PublicatieIntermediair, 26 juni 1997

Tien meter van hun raam razen elke dag 160.000 auto’s voorbij over de A16 van Rotterdam naar Breda.

Tien meter van hun raam razen elke dag 160.000 auto’s voorbij over de A16 van Rotterdam naar Breda. In 1994 kregen getergde bewoners van het Dordrechtse Wielwijk minister Pronk zo ver dat hij de nacht bij hen doorbracht om de overlast aan den lijve te ondervinden. Op 4 september kunnen de oordopjes eindelijk uit, dan wordt het markante geluidscherm van architect Hans van Heeswijk (45) opgeleverd. Nu steekt een deel van de betonnen spanten nog naakt omhoog, als de ribbenkast van een dinosaurus. ‘Opengewerkte stalen spanten zijn architectonisch spectaculairder, maar infrastructuur moet zo min mogelijk een stempel drukken op de gebouwde omgeving’, zegt Van Heeswijk. ‘Een geluidscherm moet zo licht en genuanceerd mogelijk zijn.’
TNO-berekeningen wezen uit dat een recht scherm twintig meter hoog moest zijn om aan de geluidsnorm van 55 decibel te voldoen. De hoogte kon gehalveerd worden als de vluchtstrook en de eerste rijstrook werden overkapt. Om de huizen zo veel mogelijk licht te geven gaf Van Heeswijk de kap een gebogen vorm. Een geluidscherm heeft voor hem twee voorkanten, met twee bijbehorende programma’s van eisen. ‘Automobilisten snellen in veertig seconden voorbij, zij kijken met honderd kilometer per uur. De bewoners zitten stil en staren permanent naar zo’n scherm. Beide partijen zijn gebaat bij een doorzichtige wand van kunststof. Bij Zeist, de enig andere overkapping in Nederland, is een betonnen kap gebruikt. Automobilisten trappen daar intuïtief op de rem.’
De 81 ribben rusten elk op vier heipalen, die als de poten van een ouderwetse barkruk schuin de grond in zijn gedreven. ‘De overkapping vangt veel wind en beweegt alle kanten op. Door de palen allemaal in een andere richting te heien, kunnen ze niet uit de grond worden gewrikt.’ Aan de bewonerszijde rondde hij de spanten af om ze slanker te doen ogen: ‘Zo probeer je de grofheid te vermurwen.’ Als fundament voor de kunststofpanelen gebruikte Van Heeswijk barriers, taps toelopende betonnen blokken die normaal worden gebruikt bij wegversmallingen en bruggen. Zij beschermen de constructie tegelijkertijd tegen botsingen.
Geen betonfabriek was hoog genoeg om de betonnen spanten van 19 meter in een keer te gieten, daarom zijn ze doormidden gesneden. Uit het bovenstuk liet hij drie stalen sprieten van tien meter steken – de ‘naspanwapeningsstaven’– en in het onderstuk werden over de volle lengte holle mantelbuizen uitgespaard. De sprieten worden door de buizen gestoken en aan de onderkant met een grote moer vastgedraaid. ‘Bij de eerste serie waren de mantelbuizen niet goed gefixeerd waardoor de spanten bij de naad gingen wringen. Het kostte een half jaar om dat op te lossen.’
De onderste 3,5 meter van het scherm bestaat uit betonnen panelen: ‘Bij de grond treedt de sterkste vervuiling op. Zelfs acrylaat, een zeer harde kunststof, wordt dan heel snel lelijk.’ Daarboven zitten doorzichtige panelen van twaalf bij drie meter, die in de fabriek worden gemonteerd in een stalen frame. Bij de dwarsstraten van de wijk zijn de betonnen panelen vervangen door acrylaat om ruimte te scheppen. ‘De doorzichtig segmenten zijn net iets breder dan de afstand tussen twee ribben. Zo blijft de visuele kracht van constructie fraai in tact.’
Vanwege de veiligheidseisen is onderhoud boven de weg uitgesloten, het scherm moest dus de hele levensduur – minstens vijftig jaar – onderhoudsvrij zijn. ‘Schilderen kwam uiteraard niet in aanmerking, maar zelfs verzinken was niet voldoende omdat de zinklaag in twintig jaar wegspoelt. De stalen frames zijn nu gemetaliseerd, een nieuwe techniek waarmee een aluminiumhuid wordt aangebracht.’ Het acrylaat moet één keer per jaar met een hogedrukspuit worden schoongespoten, daarvoor hoeft ’s nachts maar één rijstrook te worden afgesloten.
Van Heeswijk ergert zich vreselijk aan de ‘brute eindes’ van de meeste geluidschermen. De huif van zijn scherm wijkt aan de uiteinden langzaam terug, waarna het scherm geleidelijk steeds lager wordt om uiteindelijk te verdwijnen in de opritten van de twee bruggen over de snelweg. Zijn ingehouden ontwerpdrift blijkt ook uit de aandacht voor details. ‘Ik haat opleuken, kleuren moeten helder en rustig zijn. Door gelijke delen Hoogovencement en Duits Portlandcement bij te mengen hebben de spanten een heldere, lichtgrijze kleur. Het beton van de panelen aan de onderkant is zo donker mogelijk gekleurd. Alleen op de kleur van de spanten ben ik niet gerust. Ze zijn nu al een beetje verkleurd en ik weet niet of het erger of rustiger zal worden.’
Normaal hangt de bewegwijzering aan rechthoekige portalen boven de weg. Van Heeswijk heeft de verkeersborden geïntegreerd in zijn geluidscherm door de betonnen spanten op twee plaatsen te spiegelen. De spiegelspanten van stalen vakwerk zullen vanaf eind augustus twee bogen over de weg vormen. ‘Pas op dat moment ontstaat een echte constructie, bijna een gebouw. Ik verheug me er nu al op dat je, komend vanuit Rotterdam, halverwege de flauwe bocht die bogen ziet opduiken.’
 

Gerelateerde artikelen